ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Verbintenissen/3
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 10173
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 3
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 44
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Lecoutre Rudi


 

KORTE OMSCHRIJVING
'Verbintenissen' zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek wordt behandeld in dit vak.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
  • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
Aan de hand van concrete en actuele voorbeelden de student duidelijk maken welke verbintenistechnische constructie voor de betrokken partij belangrijk is, maar tevens ook de student het inzicht doen verwerven om de juiste juridische oplossing aan te kunnen reiken.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Student dient een analytisch denkvermogen te hebben teneinde de concrete gevalstudies te kunnen oplossen.

Kennis van bronnenstudie.


LEERINHOUDEN

De vermogensrechtelijke verbintenis.

Verbintenissen uit meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen

   -uit overeenkomst

   -uit eenzijdige rechtshandelingen en natuurlijke verbintenissen

Verbintenissen uit de wet

   -quasi-contractuele verbintenissen

   -uit aansprakelijkheid, samenloop en coëxistentie

   -uit andermans daad voor zaken en dieren

   -schade en schadeloosstelling

   -aansprakelijkheid van de overheid

Verbintenissen in het algemeen

   -modaliteiten

   -overgang

   -tenietgaan


STUDIEMATERIAAL

Werkbundel verbintenissenrecht - uitgave Universitas

Leidraad hoorcolleges, powerpointpresentatie - uitgave Universitas

Cursus Verbintenissen - uitgave Universitas

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  19,81

practicum en oefeningen:

21

 lesuren

  19,81

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

62

 klokuren

  58,49

Verdere toelichting:

Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcolleges.

Elke student bereidt de volgende lesinhoud voor teneinde te participeren in een groepsgesprek.

Elk verslag wordt steeds schrifelijk op A4 fomaat afgeleverd; geen elektronische versie.

Opdrachten worden enkel tijdens de hoorcolleges afgegeven aan de studenten door de lector.

Bronvermeldingen vanuit het internet zijn niet toegestaan.

 


EVALUATIE

Eerste examenperiode

Schriftelijk examen


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,89

Tweede examenperiode
Zelfde regeling als in eerste zittijd.