ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Heuristiek/2
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 10385
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 2
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 28
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Termonia Kris


 

KORTE OMSCHRIJVING

Definitie van recht. 

De diverse kenbronnen van recht.

Kennismaking met de bibliotheken en de daarin aanwezige databanken.

Inleiding tot de heuristiek.

Toelichting bij de praktische opdracht, zijnde een korte bespreking over een rechtsonderwerp.


 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
Algemene beroepsgerichte competenties
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    Bronnen van het recht kennen en basisvaardigheden heuristiek verwerven.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Geen specifieke competenties vereist
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    1. WETGEVING
    1.1   Algemeeen
    1.2   De kenbronnen van het wettenrecht
    1.2.1.Officiële kenbronnen
    1.2.2.Niet officiële kenbronnen
    1.3.Opzoekingsmethode
    1.3.1.Juiste datum is gekend
    1.3.2.Juiste datum is niet gekend
    1.3.2.1.Maar jaar wel
    1.3.2.2.maar jaar wel ongeveer
    1.3.2.3.helemaal niets gekend
    1.4.De voorbereidende werken
    1.5.Verwijzingen
    1.5.1.Afkortingen
    1.5.2.Citeerwijzen

    2.RECHTSPRAAK
    2.1.Rechtelijke organisatie
    2.1.1.Algemene bepalingen
    2.1.2.Het Vredegerecht
    2.1.3.De Politierechtbank
    2.1.4.De Rechtbank van Eerste Aanleg
    2.1.5.De Rechtbank van Koophandel
    2.1.6.De Arbeidsrechtbank
    2.1.7.De Arrondissementsrechtbank
    2.1.8.Het Hof van Beroep
    2.1.9.Het Arbeidshof
    2.1.10.Het Hof van Assisen
    2.1.11.Het Hof van Cassatie
    2.2.Verwijzingswerken
    2.3.Vindplaatsen
    2.4.Verwijzingen

    3.RECHTSLEER
    3.1.Algemeen
    3.2.Verwijzingswerken
    3.3.Vindplaatsen
    3.3.1.Encyclopedieën
    3.3.2.Handboeken
    3.3.3.Monografieën
    3.3.4.Bijdragen in tijdschriften
    3.4.Verwijzingen

    4.DE OVERIGE RECHTSBRONNEN

    5. TOEPASSING: KORTE STUDIE VAN EEN RECHTSONDERWERP

    STUDIEMATERIAAL
    • BOUCKAERT, B. en DE MOOR, B., Handleiding juridisch schrijven, 2000, Antwerpen, Maklu, 133 p.
    • DIRIX, E., TILLEMAN, B., VAN ORSHOVEN, P. (eds.), Juridsch verklarend woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2001, 400 p.
    • INTERUNIVERSITAIRE COMMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen - 4de uitgave, 2008.
    • VRG-codex 2010-2011, Kluwer.

     

     


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    20

     lesuren

      18,87

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      07,55

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    78

     klokuren

      73,58

    Verdere toelichting:
    • De studenten krijgen een opgave waarbij zij aan de hand van een opgegeven juridisch trefwoord een korte nota moeten opmaken, bespreken en plaatsen in zijn context met verwerking van de rechtspraak en de rechtsleer desbetreffend.
    • De paper dient ingeleverd te worden ten laatste tijdens de laatste lesweek van de module bij aanvang van de cursus aan de lector. Laattijdig ingediende opgaven krijgen een nul als beoordeling.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    De studenten worden beoordeeld op basis van de opgave die zij dienen te maken. De opgave staat op 20 punten. De opgaven worden verdeeld aan de hand van het nummer van de student op de klaslijst zoals die in de eerste les bekend wordt gemaakt en zal steeds via blackboard ter inzage zijn.


    tijd voor examinering
    uren

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode
    Voor tweede zittijd dienen de studenten een opgave te maken overeenkomstig de opgave in eerste zittijd. De opgaven worden via blackboard bekendgemaakt onmiddellijk na de proclamatie en kunnen tevens afgehaald worden op het studentensecretariaat.