ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Erfrecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20454
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 5
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 45
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adriaenssens Kristine


 

KORTE OMSCHRIJVING

Een overzicht van de regels van het wettelijk erfrecht (wie erft wat?) en van de regels inzake het testamentair erfrecht (hoe maak ik een testament en wat zijn de voorwaarden?).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het erfrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
  • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het erfrecht en gerelateerde materies als de fiscale gevolgen van vermogensplanning.
  • Vanuit grondig inzicht in de technieken/consequenties van familiale vermogensplanning gepast advies kunnen geven in deze materie.
  • Zelfstandig nalatenschappen vereffenen, ook bij minder courante familiesituaties.

 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
Beschikken over een grondige basiskennis burgerlijk recht: o.a. rond verbintenissen, contracten, personen- en familierecht en bronnenstudie.

 


LEERINHOUDEN
  • Openvallen van de nalatenschap ( (ogenblik, afwezigen, plaats, formaliteiten)
  • Bekwaamheid om te erven (bestaan, niet onwaardig zijn)
  • Toebedeling van de nalatenschap (orde, lijn, graad, plaatsvervulling, kloving)
  • Toebedeling in vier erforden
  • Erfrecht en adoptie
  • Erfrecht van de langstlevende echtgenoot en langstlevende samenwonende partner
  • Rechten van de staat
  • Reserve (historiek, omvang beschikbaar deel, gevallen van samenloop)
  • Fictieve massa (samenstelling, aanrekening van giften, inkorting)
  • Kenmerken van de reserve
  • Giften aan erfgenamen: inbreng en toerekening
  • Geldigheidsvereisten, eigen aan giften
  • Schenkingen onder de levenden
  • Testament (kenmerken, vormen, interpretatie, studie van de legaten, problemen ivm aanduiding van de legataris)
  • Bijzondere soorten giften (erfstelling over de hand, ouderlijke boedelverdeling, contractuele erfstelling)
  • Overgang van de nalatenschap (ab intestato, testamentaire nalatenschap)
  • Stichting

STUDIEMATERIAAL
  • cursus erfrecht Kristine Adriaenssens
  • Burgerlijk Wetboek

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

30

 lesuren

  28,85

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  11,54

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

59

 klokuren

  56,73

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken: ca 15 uur: de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
  • Practica: ca 25 uur
  • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door de studenten, feedback door docent
  • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefencases ter beschikking

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.

 


tijd voor examinering
uren
3

%
 
 02,88

Tweede examenperiode
  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Huwelijksvermogensrecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 2JM36
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 53
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ryck Machteld


 

KORTE OMSCHRIJVING

Het vak geeft een volledig overzicht van het actuele huwelijksvermogensrecht onderbouwd met rechtspraak en rechtsleer en praktijkvoorbeelden.

Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwe maatschappelijke tendenzen terzake.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Vanuit conrete probleemsituaties oplossingen kunnen  vinden

De theoretische basiskennis kunnen toepassen in specifieke casusmogelijkheden.


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
Basiskennis burgerlijk recht en bronnenstudie en algemeen het vermogen om te analyseren
LEERINHOUDEN
  • cursus uit 2 delen : primair stelsel en de huwelijksstelsels aangepast aan de ontwikkelingen in het vakgebied (nieuwe samenlevingsvormen bvb)

STUDIEMATERIAAL
  •  cursus van de lector en  recente rechtspraak, jaarlijks aangepast, verslagen studiedagen
  • cases uit eigen advocatenpraktijk

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

18

 lesuren

  21,88

practicum en oefeningen:

5

 lesuren

  06,08

vormen van groepsleren:

5

 lesuren

  06,08

studietijd buiten contacturen:

54

 klokuren

  65,65

Verdere toelichting:
hoor- en werkcolleges

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten.

tijd voor examinering
uren
0.25

%
 
 00,30

Tweede examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten tijdens de lesweken.
  • de praktische oefening dient niet te worden overgedaan tenzij de helft niet is gehaald of de oefening niet werd uitgevoerd

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Handels- & economisch recht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20462
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 5
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 44
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Lecoutre Rudi


 

KORTE OMSCHRIJVING
Waarom wijkt handelsrecht af van het basisrecht ? Wat is de verhouding tussen handelsrecht en burgerlijk recht ? Heeft de 'handelaar' een uitzonderlijke hoedanigheid ? Opstart en vestiging als ondernemer, handelspraktijken, mededingingsrecht komen aan bod. Verder wordt ook het einde van de handelsactiviteit behandeld met de wet continuïteit ondernemingen en faillissementswetgeving.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
  • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Volledig inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het burgerlijk en handelsrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak
  • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het handelsrecht
  • Bedrijfsgericht kunnen analyseren en oplossingen aanreiken

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
  • Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
  • Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.

LEERINHOUDEN
  • Algemene regels van het handelsrecht en economisch recht
  • De handelstussenpersonen
  • De overdracht van een handelszaak
  • Waardepapieren
  • Recht van de intellectuele eigendom
  • Begrippen van Europees economisch recht
  • Begrippen van Belgisch economisch recht
  • Einde van de handelsactiviteit

STUDIEMATERIAAL

Handels- en economisch recht in hoofdlijnen, meest recente versie , Eric Dirix, Yves Montangie, Hendrik Vanhees, ISBN nummer 978-90-5095-831-8.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

42

 lesuren

  32,31

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

86

 klokuren

  66,15

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Schriftelijk examen op 20 punten - zowel open als gesloten vragen

Gebruik van wetboek is toegelaten zonder annotaties


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,54

Tweede examenperiode

Schriftelijk examen op 20 punten - zowel open als gesloten vragen

Gebruik van wetboek is toegelaten zonder annotaties

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Inleiding fiscaal recht/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20455
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Lecoutre Rudi


 

KORTE OMSCHRIJVING

Fiscaal Recht:

Het Fiscaal Recht raakt de kern van de werking van alle openbare besturen en overheden in ons land, en dus ook een belangrijk aspect van de rechten en plichten van de burger in zijn relatie tot dat bestuur.  In deze inleidende cursus wordt onder meer ingegaan op de kenmerken en soorten fiscale heffingen in de brede zin, het functie van belastingen in de werking van de overheid, de grondwettelijke beginselen van het belastingrecht en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de soorten belastingen. 

Daarnaast is er aandacht voor het invullen van een eenvoudige belastingaangifte en duiding omtrent basisbegrippen die daarbij aan bod komen, zoals ‘personen ten laste’, ‘kadastraal inkomen’, enz.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is in staat om analytisch en kritisch te denken, om informatie te verwerken en te analyseren, om de leerstof te toetsen aan praktijkvoorbeelden
  • De student heeft de attitide om bij te leren, om vragen te stellen, om zich te informeren en de actualiteit op te volgen, en om zijn persoonlijke visie stevig en duidelijk te onderbouwen.
  • De student is in staat om een juridisch vraagstuk in de jusite bredere context te plaatsen

     

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Geen.


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Geen.


Andere begincompetenties

Geen.


LEERINHOUDEN
  • Fiscaal recht:
    • algemene inleiding tot het fiscaal recht met situering van publiekrechtelijke en fiscaalrechtelijke begrippen.
      • Begrip en kenmerken van de belasting
      • Functies van de belasting
      • Bevoegdheid tot het heffen van belastingen
      • Rol van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
      • Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
      • Algemene beginselen en kenmerken van de belastingen en het fiscaal recht
      • Bronnen van het belastingrecht
      • Indeling van de belastingen
    • Inleiding tot de fiscaliteit
      • De inkomstenbelasting
        • Personenbelasting
        • Vennootschapsbelasting
        • Rechtspersonenbelasting
        • Belasting van niet-inwoners
        • Voorheffingen
      • B.T.W.

 


STUDIEMATERIAAL

Basisbegrippen fiscaal recht, M. Maus en A. Spruyt, die Keure - B&E.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

28

 lesuren

  35,90

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

48

 klokuren

  61,54

Verdere toelichting:

Hoorcolleges


EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,56

Tweede examenperiode
  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Inleiding sociaal recht/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20456
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Heylen Dirk


 

KORTE OMSCHRIJVING

Deze cursus bespreekt het collectief en individueel arbeidsrecht, een aantal kernfuncties binnen de Belgische sociale zekerheid (zoals werkloosheid, pensioenen, arbeidsongevallen, enz.).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is in staat om analytisch en kritisch te denken, om informatie te verwerken en te analyseren, om de leerstof te toetsen aan praktijkvoorbeelden
  • De student heeft de attitide om bij te leren, om vragen te stellen, om zich te informeren en de actualiteit op te volgen, en om zijn persoonlijke visie stevig en duidelijk te onderbouwen.
  • De student is in staat om een juridisch vraagstuk in de juiste bredere context te plaatsen

     

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Geen.


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Geen.


Andere begincompetenties

Geen.


LEERINHOUDEN

 

    • Collectief arbeidsrecht
    • Individueel arbeidsrecht
    • De Sociale Zekerheid
    • Oplossing van geschillen
    • Sociaal statuut van de zelfstandige

STUDIEMATERIAAL

D. Heylen en I. Verreyt, Arbeidsovereenkomstenrecht, Intersentia.

D. Heylen, I. Verbeeck, L. Vermeulen, V. Vervliet en I. Verreyt, Socialezekerheidsrecht, Intersentia.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

28

 lesuren

  35,90

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

48

 klokuren

  61,54

Verdere toelichting:

Hoorcolleges met oefeningen en casussen


EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,56

Tweede examenperiode
  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Europees recht en instellingen/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 00076
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): Roels Bart


 

KORTE OMSCHRIJVING
Dit opleidingsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis, actoren, rechtsbronnen en beleidsdomeinen van de Europese Unie.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht bezitten in het grondwettelijk recht van de Europese Unie
  • Strategieën beheersen om informatie te vinden over de EU
  • Vermogen bezitten om Europese politieke thema’s in hun context te plaatsen
  • Goede kennis hebben van geschiedenis, actoren en rechtsbronnen van Europees recht
  • Elementaire kennis hebben van de beleidsdomeinen van de Europese politiek

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
Basiskennis van het eigen nationale recht en van de engelse taal.
LEERINHOUDEN
  • Geschiedenis van de Europese integratie
  • Actoren van de EU en hun bevoegdheden (Europees Parlement, Raad, Commissie, Hof van Justitie, Rekenkamer, …)
  • Rechtsbronnen van de EU (Primair en secundair recht)
  • Beleidsdomeinen van de EU (Interne markt, Economische en monetaire politiek, Andere beleidsdomeinen inz. de sociale politiek)

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus met Fact Sheets van het Europees Parlement 
  • Geconsolideerde versie van de Europese verdragen, Publications Office of the European Union, 2010 
  • Informatie op Blackboard 
  • Publicaties van de Europese Unie, www.europa.eu

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

22

 lesuren

  26,51

practicum en oefeningen:

6

 lesuren

  07,23

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

53

 klokuren

  63,86

Verdere toelichting:
  • Lessen en gastlessen met discussies
  • Taken: oplossen van multiple choice vragen, bespreking van arrest van Hof van Justitie, verkenning van EU-website (www.europa.eu)
  • Coaching: de lector geeft feedback in de les en via blackboard
  • Studiebezoek: Europese Instelling in Brussel, Europe Direct information relay in Antwerpen, …

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten). De geconsolideerde versie van de Europese verdragen mag gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten zijn.
tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,41

Tweede examenperiode

Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten). De geconsolideerde versie van de Europese verdragen mag gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten zijn.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Staatsrecht & administratief recht/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20457
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ryck Machteld


 

KORTE OMSCHRIJVING

Het vak bestaat uit 2 specifieke delen, enerzijds het Grondwettelijk Recht waarin onze huidige staatsinrichting grondig wordt besproken alsmede de rechten en vrijheden van de burgers in dit land, en anderzijds het Administatief Recht dat een overzicht geeft van hoe de bestuurlijke inrichting van ons land in elkaar zit.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • de studenten de basis bijbrengen
  • kennis van ons staatsbestel en de grondrechten van elke burger
  • een inzicht laten verwerven in het administratief recht, waarin vooral de houding burger-staat centraal staat
  • aandacht voor de politieke actualiteit 

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
  • Leerstof verwerken en analyseren, verbanden kunnen leggen.
  • Minimum aan inzicht en interesse voor de materie.
  • volgen van de actualiteit via media 

LEERINHOUDEN
GRONDWETTELIJK RECHT

Deel 1 Staatsstructuur

Deel 2 Rechten en vrijheden van de burgers

II. ADMINSTRATIEF RECHT

Inleiding : Begrenzing van het Adminstratief Recht en bronnen

Deel 1 Publiekrechtelijke Rechtspersonen en de Openbare Dienst

Deel 2 Adminstratieve en juridische bescherming van de persoon


STUDIEMATERIAAL

Cursus van de lector, aangevuld met eigen nota's, bespreken van mijlpaalarresten voor administratief recht.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

28

 lesuren

  35,90

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

48

 klokuren

  61,54

Verdere toelichting:
Hoorcolleges met vraagstelling

EVALUATIE

Eerste examenperiode
 

Schriftelijk examen op 20 punten.


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,56

Tweede examenperiode
Schriftelijk examen op 20 punten.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Strafrecht/7
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
Code: 20458
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 7
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 31
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van Loon Chris


 

KORTE OMSCHRIJVING
De cursus beoogt een overzicht te geven van de eerste 100 arts. van het strafwetboek, waarbij regelmatig verwezen wordt naar de arts. uit het bijzonder strafrecht. Daarnaast komt het internationaal strafrecht ook aan bod.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Het kunnen plaatsen van het Belgisch strafrecht binnen de sociale context van onze huidige maatschappij
  • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Belgisch strafrecht en internationaal strafrecht
  • In staat zijn tot persoonlijke reflectie over elementaire strafrechterlijke vraagstukken en problemen 

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
Beschikken over een basiskennis gerechtelijk recht o.a. organisatie en structuur van de rechtbanken, het voeren van gerechtelijke procedures, akten van rechtsingang, rechtsmiddelen,uitvoering, en bronnenstudie.

LEERINHOUDEN
  • algemene oriëntatie
  • het materieel strafrecht
  • de strafwet
  • het misdrijf
  • de strafrechtelijke verantwoordelijkheid
  • de strafbare poging en strafbare deelneming
  • de sanctie

  • STUDIEMATERIAAL
    • strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Van den Wyngaert C., deel 1, meest recente versie 
    • strafwetboek en wetboek van strafvordering, editie 2010

     


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    28

     lesuren

      32,94

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    54

     klokuren

      63,53

    Verdere toelichting:

    hoorcolleges :

    • doceren
    • leergesprek

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    schriftelijk examen


    tijd voor examinering
    uren
    3

    %
     
     03,53

    Tweede examenperiode

    schriftelijk examen

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 2JM27
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 29
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Cockx Yoke


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Het verder uitwerken van de leerstof van het 1e jaar Toepassingen ICT module 2 voor Word, met de versie Word 2007 en een grondige studie van het volledige pakket PowerPoint 2007.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Op zelfstandige wijze met Word 2007 en PowerPoint 2007 kunnen werken.
    • Er wordt van de studenten verwacht dat zij een volledige klavierbeheersing hebben.
    • Inzicht hebben in de werkwijze van de aangeleerde automatiseringstechnieken van de verschillende Wordonderdelen.
    • Studenten moeten routinetaken via Word kunnen automatiseren.
    • De student concretiseert de aangeleerde technieken in oefeningen en lost deze op zelfstandige basis op.
    • Vanuit grondig inzicht de verschillende handelingen in Word en PowerPoint integreren in nieuwe situaties.
    • Zelfstandig een gecombineerde Wordtaak aan de hand van de verworven kennis maken.
    • Zelfstandig een presentatie maken aan de hand van de verworven kennis.
    • Kunnen aangeven welke de meest efficiënte manier is om een probleem binnen Word of Powerpoint op te lossen.
    • Een Word en Powerpoint oefening binnen een aangegeven tijdstip kunnen afwerken (75 minuten)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

     

  • Toepassingen ICT module 2


  • Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties
    Beschikken over een grondige basiskennis van Word 2007

    Een goede klavierbeheersing


    LEERINHOUDEN
    • WORD 2007
      • samenvoegen van bestanden
      • gegevensbestanden sorteren en selecteren
      • gebruik van Word-velden in samenvoegbewerkingen
      • etiketten en enveloppen opmaken en afdrukken
      • werken met macro’s
      • hyperlinks en hypertekst
    • POWERPOINT 2007
      • een presentatie opstellen
      • werken met de verschillende weergaven
      • diaopmaak en presenteren met effecten
      • werken met grafische objecten, afbeeldingen en grafieken
      • tekstfuncties toepassen

    STUDIEMATERIAAL
    • Studiewijzer samengesteld door lector
    • Syllabus uitgegeven door lector (Word 2007 - PowerPoint 2007)
    • Ms Word 2007: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck ISBN 90455 240 04x
    • BIN-normen: efficiënte communicatie: uitgeverij Lica
    • Ms PowerPoint 2007: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck ISBN  90455 240 74
    • Informatie betreffende het invoeren van voetteksten, voetnoten, bibliografie, bronvermelding op Cavia/index.htm te bereiken via de Plantijn portaalsite (zelfstudie)
    • Info over zakelijke briefschikking op:
      http://www.kuleuven.be/personeel/opleidingen/_data/Syllabus_briefschrijven_200512.pdf

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    14

     lesuren

      18,18

    practicum en oefeningen:

    14

     lesuren

      18,18

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      62,34

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken van ongeveer 14 uren.
    • Oefeningensessie: ongeveer 14 uren.
    • Bij het einde van de cursus zijn er begeleidingsmomenten voor individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten
    • Het examen wordt afgelegd met gesloten boek
    • Het examen vangt stipt aan op het aangegeven aanvangsuur.  De studenten moeten 15 minuten voor de aanvang van het examen aanwezig zijn. De studenten die te laat komen op de aan hen toegewezen examensessie kunnen niet meer aan het examen deelnemen.  Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats.  Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd.  De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen medegedeeld.  Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd.  Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard.  De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt medegedeeld bij de aanvang van het examen.

    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     01,30

    Tweede examenperiode
    • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
    • De leerstof van de tweede zittijd is gelijk aan die van de eerste zittijd.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Zakelijke en juridische communicatie/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 20460
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Hoefnagels Hilde


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In de eerste plaats bouwen we verder op de talenkennis en vaardigheden die je in de vorige modules Bedrijfscommunicatie verworven hebt. In module 7 staan gesprekstechnieken centraal. Je leert hoe je slecht nieuws best kunt vertellen, welke technieken men gebruikt tijdens een acquisitiegesprek en welke vaardigheden men moet hebben om een functioneringsgesprek te kunnen voeren. Daarnaast leer je een doelgerichte slechtnieuwsbrief en excuusbrief schrijven. Ten slotte maken we enkele woordenschat- en stijloefeningen op juridisch jargon.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student brengt de aangeleerde technieken om slecht nieuws te verwoorden in de praktijk als hij slechtnieuwsbrieven schrijft.
    • De student kan de gepaste toon en stijl hanteren om een slechtnieuwsgesprek te voeren.
    • De student hanteert in zijn gesproken en geschreven communicatie steeds gepast en correct Nederlands.
    • De student kan tijdens een acquisitiegesprek signalen van de klant aanvoelen en er adequaat op inspelen.
    • De student kan op een heldere manier informatie met anderen uitwisselen.
    • De student is in staat om tijdens een functioneringsgesprek aandachtig te luisteren naar de gesprekspartner.
    • De student is in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie steeds gericht op een constructieve gesprekssfeer.
    • De student is in staat zijn communicatiestijl aan te passen aan die van zijn gesprekspartner.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Slecht nieuws: de slechtnieuwsbrief en het slechtnieuwsgesprek.
    • Omgaan met klachten: excuusbrief
    • Het acquisitiegesprek.
    • Het functioneringsgesprek.
    • Correct taalgebruik: praktische oefeningen.
    • Woordenschat en stijloefeningen: rechtstaal.

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Bedrijfscommunicatie module 7 (theorie, oefeningen, opdrachten,...)
    • Schrijfwijzer Compact, Renkema J., Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005 (nieuwe spelling). 
    • TFC TrainingsMedia (z.j.). Medewerker & functioneringsgesprek … hoe krijg je het 'voor elkaar'?. Velp: TFC (video).

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      19,23

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      10,26

    vormen van groepsleren:

    5

     lesuren

      06,41

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      61,54

    Verdere toelichting:
    • Van de studenten wordt een actieve deelname aan de lessen verwacht.
    • Tijdens de groepsopdrachten en oefeningensessies worden de studenten gecoacht.
    • Er is persoonlijke feedback op spreek- en schrijfoefeningen.
    • Studenten met taalproblemen worden aangemoedigd de taalcoachingssessies te volgen.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Slechtnieuwsgesprek (4 ptn. - tijdens de les)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. toon en stijl
    • Acquisitiegesprek (4 ptn. - tijdens de les)
      Criteria:
      1. effectiviteit en aanpak
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. overtuigingskracht
    • Schriftelijk examen (12 ptn. - tijdens examenweek)
      Inzichts- en toepassingsvragen                                                                                              Criteria:
      1. (geïntegreerde) kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,56

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen: zelfde inhoud en criteria als eerste zittijd (op 16/20).

    De behaalde punten van permanente evaluatie van eerste zittijd worden overgedragen naar tweede zittijd (herleid tot 4/20).

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Gerechtelijk recht/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 20461
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Scheers Dirk


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In het tweede deel van Gerechtelijk Privaatrecht wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de burgerlijke procedure in alle aspecten. Tevens wordt een overzicht gegeven van het executierecht.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student heeft inzicht in het procesverloop van een burgerlijke procedure. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
    • De student heeft inzicht in de principes van het executierecht. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
    • De student kan aan de hand van een concreet dossier een procedurestuk opstellen.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    De student dient voor het opleidingsonderdeel Gerechtelijk Privaatrecht van het eerste studiejaar een credit verworven te hebben.

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    De student dient inzicht te hebben in rechtsleer en rechtspraak en kan juridische bronnen consulteren.


    LEERINHOUDEN
    (volgend op het deel uit het eerste jaar)
    DEEL III. DE RECHTSPLEGING
    TITEL I. PROCESVERLOOP
    Hoofdstuk 1. Rechtshulp en rechtsbijstand
    Hoofdstuk 2. Rechtsingang
    Hoofdstuk 3. Inleidende zitting
    Hoofdstuk 4. Behandeling van de zaak op tegenspraak
    Hoofdstuk 5. Berechting van de zaak
    Hoofdstuk 6. Gerechtskosten
    TITEL II. INCIDENTEN
    Hoofdstuk 1. Tussengeschillen i.v.m. de ingestelde eisen
    Hoofdstuk 2. Tussengeschillen i.v.m. de partijen
    Hoofdstuk 3. Tussengeschillen m.b.t. bepaalde procesactoren
    Hoofdstuk 4. Tussengeschillen in verband met de loop van het geding
    TITEL III. HET BEWIJSRECHT
    Hoofdstuk 1. Algemene inleiding
    Hoofdstuk 2. De bewijslast
    Hoofdstuk 3. De bewijsmiddelen
    Hoofdstuk 4. De bewijsprocedure
    TITEL IV. RECHTSMIDDELEN
    Hoofdstuk 1. Algemene beginselen
    Hoofdstuk 2. Gewone rechtsmiddelen
    Hoofdstuk 3. Buitengewone rechtsmiddelen
    TITEL V. BESLAG EN EXECUTIE
    Hoofdstuk 1. Inleiding
    Hoofdstuk 2. Bewarende maatregelen
    Hoofdstuk 3. Gedwongen tenuitvoerlegging
    Hoofdstuk 4. Collectieve schuldenregeling


    STUDIEMATERIAAL
    • Gerechtelijk Wetboek
    • LAENENS, J., BROECKX, K., SCHEERS, D. en THIRIAR, P., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, meest recente versie. (studenteneditie)
    • De colleges kunnen aan de hand van de handboeken gevolgd worden en de student kan ze tevens aanwenden tot verdere verdieping van de leerstof.
    • Bundel met procedurestukken die in de les behandeld worden.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    16

     lesuren

      20,51

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      10,26

    vormen van groepsleren:

    4

     lesuren

      05,13

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      61,54

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges
    • Onder begeleiding opstellen van procedurestukken waarbij de nodige feedback wordt gegeven door de docent.
    • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefeningen ter beschikking die tijdens het laatste college in groep worden besproken.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    Enerzijds is er een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.  Anderzijds zijn er de drie procedurestukken die de studenten dienen op te stellen gedurende het verloop van de lessen.  Het examen is goed voor drie vierden van de punten en de opgaven samen voor één vierde. Weliswaar dienen de studenten de drie opgaven te maken én op het examen aanwezig te zijn om punten te verwerven. Wanneer een student één van de drie opgaven niet afgeeft, wordt de student niet toegelaten tot het mondeling examen en zal de student als afwezig worden aangezien voor dit gehele opleidingsonderdeel. Wanneer de student de opgaven indient maar afwezig blijft op het examen, zal de student geen punten verwerven voor de ingediende opgaven.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,56

    Tweede examenperiode

    Voor de tweede zittijd is er enkel een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Strafprocedures/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 20459
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 53
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Van Loon Chris


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    In het strafprocesrecht wordt het verloop van het strafproces bestudeerd, evenals de actoren en de rechtsmiddelen. Een korte kennismaking met het internationale strafprocesrecht behoort eveneens tot deze cursus.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Het kunnen plaatsen van het Belgisch strafprocesrecht binnen de sociale context van onze huidige maatschappij
    • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Belgisch strafprocesrecht
    • In staat zijn tot persoonlijke reflectie over elementaire strafprocesrechterlijke vraagstukken en problemen 

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Strafrecht/7


    Andere begincompetenties
    Beschikken over een basiskennis gerechtelijk recht o.a. organisatie en structuur van de rechtbanken, het voeren van gerechtelijke procedures, akten van rechtsingang, rechtsmiddelen,uitvoering, en bronnenstudie.

    LEERINHOUDEN

    verloop van het proces : - fase van het onderzoek

                                       - fase van de vordering

                                       - fase van de berechting

                                       - fase van de uitvoering

    actoren in het strafproces

    opsporing van misdrijven :  - het opsporingsonderzoek

                                           - het gerechtelijk onderzoek

    de strafvordering

    de burgerlijke vordering in strafzaken

    de rechtsmiddelen : - verzet

                                  - hoger beroep

                                  - beroep in cassatie

                                  - beroep tot intrekking

                                  - verhaal op de rechter

                                  - herziening in strafzaken en herroeping van het gewijsde

    de voorlopige hechtenis

    het snelrecht

    kennismaking met het internationaal strafrecht


    STUDIEMATERIAAL
    • strafwetboek en wetboek van strafvordering, editie 2010
    • syllabus van Christine van Loon , editie 2010

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    28

     lesuren

      34,04

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    54

     klokuren

      65,65

    Verdere toelichting:

    hoorcolleges :

    • doceren
    • leergesprek

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    mondeling examen

    • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
    • mondelinge ondervraging van 15 minuten
    • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
    • examen staat op 20 punten
    • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
    • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafprocesrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit

    tijd voor examinering
    uren
    0.25

    %
     
     00,30

    Tweede examenperiode

    mondeling examen

    • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
    • mondelinge ondervraging van 15 minuten
    • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
    • examen staat op 20 punten
    • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
    • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafprocesrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Zakelijke en juridische communicatie/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 20463
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Verstraeten Bart


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Effectief en efficiënt zakelijk communiceren, met de nadruk op solliciteren.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De verschillende soorten bedrijfsteksten onderscheiden en toetsen op hun effectiviteit.  
  • Commercieel formuleren: positief, servicegericht en juist getoonzet. 
  • Sollicitatiebrieven schrijven.
  • Teksten spontaan reviseren (na elke schrijfronde).
  • Uitspraak optimaliseren.
  • Selectie/sollicitatiegesprekken voeren.

     


  • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Zakelijke en juridische communicatie eerste jaar mod. 3 & 4
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Tekstanalyse
    • Commercieel schrijven
    • De sollicitatiebrief 
    • Uitspraak
    • Selectie/sollicitatiegesprek

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Zakelijke en juridische communicatie module 8 (theorie & oefeningen mondelinge en schriftelijke communicatie)
    • Knispel, K. (2006). Zakelijke communicatie Schriftelijk. Amsterdam: Pearson Education. (theorie sollicitatiebrieven en commercieel schrijven) 
    • TFC TrainingsMedia (z.j.). Goed voorbereid solliciteren. Velp: TFC (video)
    • P-schijf: uitwerkingen van sommige oefeningen

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      19,23

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      10,26

    vormen van groepsleren:

    5

     lesuren

      06,41

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      61,54

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Schriftelijke communicatieopdracht via co-assessment (4 ptn.)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch en aantrekkelijk taalgebruik
      3. correct taalgebruik 
    • Sollicitatie/selectiegesprek en/of feedback (4 ptn.)
      Criteria:
      1. effectiviteit
      2. taalgebruik
      3. expressiviteit
      respectievelijk
      1. relevantie
      2. toonzetting
      3. taalgebruik
    • Schriftelijk examen (12 ptn.)
      Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
      Criteria:
      1. (geïntegreerde) kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,56

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen: 16 ptn.
    idem

    Sollicitatie/selectiegesprek en/of feedback (overdracht vanuit eerste examenperiode): 4 ptn.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 2JM33
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 153
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Gerené Kiki


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In hoorcolleges leert de student aan de hand van praktische voorbeelden optimaal Excel gebruiken. Nadien verwerkt de student deze kennis door oefeningen te maken: vooreerst eenvoudige oefeningen waar de verschillende elementaire handelingen en vaardigheden aan bod komen, nadien worden er moeilijkere problemen uit de praktijk aangepakt. Er wordt nadruk gelegd op automatisering en efficiëntie. De student moet in een kort tijdsbestek een probleem tot een goed einde kunnen brengen.
    Een greep uit de oefeningen: maken van facturen waarbij productgegevens worden opgezocht in een prijslijst, berekening van onroerende voorheffing bij aankoop van een woning, procentberekeningen, kortingstabellen, … Verder worden omzetcijfers verwerkt in grafieken en draaitabellen en leren ze aldus gegevens analyseren en interpreteren.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student werkt vlot met Excel zodat binnen een beperkt tijdsbestek rekenkundige problemen geanalyseerd en zo optimaal mogelijk opgelost worden.
    • De student maakt zelfstandig en creatief geautomatiseerde documenten zodat door het gebruik van zoekopdrachten en berekeningen het hele rekenblad automatisch herberekend wordt.
    • De student structureert op een efficiënte wijze gegevens in een tabel en vindt vervolgens de gewenste data zonder problemen terug.
    • De student verwerkt data in een draaitabel en/of grafiek en interpreteert het resultaat.
    • De student concretiseert de aangeleerde technieken in oefeningen en lost deze op zelfstandige basis.
    • De student bekijkt met de nodige kritische zin zijn oplossingen en vergelijkt deze op juistheid met de gegeven oplossing. 
    • De student concretiseert de verworven kennis van de verschillende Office pakketten door gegevens uit te wisselen tussen de verschillende pakketten (Word, Excel).

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Toepassingen ICT/1

    Toepassingen ICT/2


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Toepassingen ICT/7


    Andere begincompetenties
    • Studenten moeten via WINDOWS VERKENNER elementaire handelingen kunnen uitvoeren zoals kopiëren/herbenoemen/wissen/... van files; het maken/herbenoemen/wissen/... van mappen; het ordenen van files in een netwerkomgeving.
    • Basiskennis wiskunde: omzetting naar %, voorrangsregels (+, -, *, /, of, en), interest berekenen, berekening van een percentage inclusief/exclusief, "regel van 3", ...

    LEERINHOUDEN
    • Werken met het pakket Microsoft Excel.
    • Invoeren/bewerken van gegevens (kleur, kaders, lettertype, uitlijning, formaat, ...).
    • Invoeren van formules.
    • Gebruik van functies: wiskundige, logische, statistische, datum, ... (som, en, of, als, gemiddelde, max, min, aantal, nu, ...).
    • Absolute/relatieve celadressen.
    • Kopiëren/verplaatsen van cellen/formules binnen Excel.
    • Het gebruik van grafische elementen.
    • Pagina-instellingen, afdrukbereik.
    • Grafieken.
    • Gegevenstabellen binnen Excel: filter, sorteren, draaitabel, zoeken.
    • Data uitwisselen van Excel naar Word en omgekeerd.

    STUDIEMATERIAAL
    • MS EXCEL 2007 - Eric Cuypers en Eddy Van den Broeck - Uitgeverij: De Boeck -
      ISBN 978 90 455 2405 4 (Standaard boekhandel).
    • Syllabus ICT, Excel (Module 8) - Universitas

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    13

     lesuren

      16,83

    practicum en oefeningen:

    15

     lesuren

      19,42

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      62,14

    Verdere toelichting:
    • Hoor- en werkcolleges met uiteenzettingen en uitgewerkte voorbeelden, gevolgd door practicum en oefeningen.
    • Zelfstandig verwerken van oefeningen, zowel tijdens de practicum-uren als thuis (zie studiewijzer). Tijdens de practicumlessen kunnen er vragen gesteld worden aan medestudenten of de lector. De studenten beschikken over de oplossingen van de lector en kunnen aldus zelf hun oefeningen evalueren. Eventuele vragen over de leerstof of de oefeningen kunnen de volgende week/weken gesteld worden bij aanvang van de colleges of tijdens de practicum-uren.
    • Zelfevaluatie aan de hand van computergestuurde testen een aangereikte oplossingen.
    • Regelmatig krijgen de studenten een herhalingsoefening die ze ad hoc moeten maken. Op die manier kunnen ze hun vorderingen en/of tekortkomingen evalueren.
    • De student krijgt een studiewijzer (SW) ter beschikking als steun in het leerproces, met aanvullende informatie over het opleidingsonderdeel zoals de werkvormen, de opdrachten en de leerinhouden.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
    • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het rooster zal strikt gehanteerd worden. Studenten dienen een kwartier op voorhand aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De studenten dienen zich te houden aan de timing en aan de afspraken die gelden voor de examengroep waarin ze zijn ingedeeld. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen.
      Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.

    tijd voor examinering
    uren
    1.25

    %
     
     01,62

    Tweede examenperiode
    Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Vennootschapsrecht/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 20464
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 31
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 2
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Waumans Peter


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    De cursist wordt ingewijd in het Belgische vennootschapsrecht en leert het Wetboek van Vennootschappen correct te hanteren. Hij/zij krijgt ondermeer inzicht in de verschillende classificaties van de vennootschapen, in de wijze waarop de diverse vennootschapstypes worden opgericht, in de wijze waarop hun organen zijn samengesteld en functioneren en in de wijze waarop zij ontbonden en vereffend worden. De cursist leert ook de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen Wetboek correct te hanteren. Hij/zij krijgt inzicht in hoe vennootschappen en verenigingen zich van elkaar onderscheiden.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
    • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
    • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
    • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    De cursist moet de verworven kennis kunnen toepassen op complexe praktijksituaties. Hij/zij moet in staat zijn om een concreet vennootschapsrechtelijk probleem te analyseren en oplossingen te formuleren.


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties
    Beschikken over een grondige kennis van burgerlijk en handelsrecht.

    LEERINHOUDEN

    01. Wettelijke context

    02. Vennootschap (begrip, categorieën, banden)

    03. Betrokkenen (aandeelhouders bestuursorgaan, toezicht)

    04. Effecten (aandelen, winstbewijzen, obligaties, warrants)

    05. Oprichting (formaliteiten, handelingen voor oprichting, kapitaal, soorten inbreng, oprichtersaansprakelijkheid, nietigheid)

    06. Bestuursorganen (rol, bevoegdheden, benoeming, tegenstrijdig belang, aansprakelijkheid)

    07. Rapportering (jaarrekening, resultaatverwerking, jaarverslag).

    08. Commissaris (opdracht, benoeming, aansprakelijkheid)

    09. Algemene vergadering van aandeelhouders (rol, bevoegdheden, samenstelling)

    10. Algemene vergadering van obligatiehouders

    11. Herstructureringen (fusie, splitsing, inbreng van een algemeenheid, inbreng van een bedrijfstak)

    12. Omzetting van een vennootschap

    13. Ontbinding en vereffening van een vennootschap

    14. Geschillenregeling (deskundigenonderzoek, uitsluiting, uittreding, vennootschapsvordering, minderheidsvordering)

    15. Minder courante vennootschapsvormen (V.O.F., Comm.V., CVOA, Comm.VA, ESV en EESV, SE, SCE en LV)

    16. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (maatschap, tijdelijke handelsvennootschap, stille handelsvennootschap)

    17. Verenigingen (vzw, ivzw, stichting)


    STUDIEMATERIAAL

    Wetboek van Vennootschappen aangevuld met Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel

    Handboek J. VINCKE en R. SMITS, Vennootschapsrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2010, 220 p.


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      25,30

    practicum en oefeningen:

    7

     lesuren

      08,43

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    52

     klokuren

      62,65

    Verdere toelichting:

    Gedurende ieder hoorcollege worden de principes uitgelegd en wordt vervolgens aandacht besteed aan een concreet geval uit de praktijk ter illustratie van de principes.

    De cursisten kan gevraagd worden om een concrete casus schriftelijk voor te bereiden. Een bespreking volgt in een van de hoorcolleges daarna.


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Schriftelijk examen.

    Het examen bestaat uit enkele meerkeuzevragen op 5 punten gevolgd door drie open vragen op telkens 5 punten. De open vragen kunnen onderverdeeld worden in subvragen.

    Het examen duurt drie uren.


    tijd voor examinering
    uren
    3

    %
     
     03,61

    Tweede examenperiode

    Idem eerste examenperiode.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Frans
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 00545
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 5-6-7-8
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 68
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma: deel 1 en 2
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Frans
    Lector(en): Orgielewski Yvona


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Het gebruik van de Franse taal wordt verder verfijnd en aanpast aan verschillende economische en juridische situaties/doelgroepen.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep.
       Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: 
    • De student kan een communicatieboodschap (zakelijk en alledaags) aanpassen aan de ontvanger en gepast reageren op zakelijke boodschappen. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student kan zelfstandig informatie opzoeken en verwerken en deze aan anderen communiceren. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan zijn kritische kijk op een specifieke thematiek verwoorden. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student kan informatie en mening duidelijk onder woorden brengen en ingaan op de mening van anderen. (M6, 7 en 8) 
    • De student kan argumenten uit verschillende bronnen samenvatten, probleem helder uiteenzetten, oorzaken en gevolg geven, voor- en nadelen vermelden, oplossingen bieden. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan radio/tv-programma’s volgen. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan een bondig zakelijk verslag uitbrengen (M6)
    • De student kan vakgerichte artikels begrijpen, samenvatten en in duidelijke samengestelde zinnen rapporteren, met duidelijke opbouw van redenering en argumenten vóór en tegen. (M6)
    • De student kan persuasieve handelscorrespondentie (klacht, dreigbrief, ) hanteren. (M7)
    • Franse handels- en juridische correspondentie verder ontwikkelen. (M5, 6, 7)
    • De studen kan cijfer- en beeldmateriaal opzoeken, verwerken en aan anderen communiceren. (M5, 6, 7)
    • De student kan een bedrijf voorstellen: pertinente econmische en juridische informatie distilleren en vakkundig presenteren. (M5, 6, 7)
    • De studen kan zelfstandig een sollicitatiebrief opstellen (informatie over het bedrijf opzoeken en verwerken, zichzelf voorstellen). (M8)
    • De student kan tijdens een sollicitatiegesprek zichzelf professioneel voorstellen en over zijn carriere/ambities spreken.(M8)
    • De student kan formuleringen en stijl aanpassen aan de doelgroep. (M8)
    • De student kan deelnemen aan groepsdiscussies over alledaagse of beroepsgerichte onderwerpen.(M8)


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Frans in module 1, 2, 3, 4 (eerste jaar RP).


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen.
    Andere begincompetenties
    • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
    • Vlot en gericht informatie opzoeken in verschillende bronnen

    LEERINHOUDEN
    • Uitbreiding van de economische en juridische terminologie aan de hand van vakgerichte teksten (M5, 6, 7 en 8)
    • Introductie tot de juridische correspondentie met referentie naar een wetsartikel (M5)
    • Uitbreiding van de handelscorrespondentie: verzekeringen (M6), klacht (M7),  sollicitatie 
    • Een vonnis analsyeren (M5)
    • Verschillende types contracten bespreken (M7, 8)
    • Rechten en plichten van juridische personen bestuderen (M6)
    • Rechten en plichten van de consument bestuderen (M6)
    • Statuten analsyseren (M7)
    • Werkgerelateerde thema's en situaties behandelen : hiërarchie, werkcontract, sollicitatiebrief en -gesprek, aanwerving en ontslag (M8)
    • Omschrijving en herkenning van verschillende juridische documenten (M5, 6, 7 en 8)
    • Vergelijking van juridische en handelsdocumenten (M5, 6, 7 en 8)
    • Becommentariëring en analyse van een geschreven, auditief of visueel document (M6, 7 en 8)
    • Verder werken aan de logische en structurele opbouw van een tekst (geschreven of gesproken) (M5, 6, 7 en 8)  
    • Grammatica uit 1 RP verder toepassen in mondelinge en schriftelijke communicatie
    • Nieuwe grammaticale thema's: woorden begrijpen zonder gebruik van een woordenboek (M5), technieken hanteren voor een betere spelling (M5); l'opposition/la concession et négocier/convaincre (M6); le passif (M7); la cause/conséquence et le temps (M8)

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
    • Grammaire 2000
    • Vertalend woordenboek
    • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet) 

     


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    25

     lesuren

      16,03

    practicum en oefeningen:

    25

     lesuren

      16,03

    vormen van groepsleren:

    6

     lesuren

      03,85

    studietijd buiten contacturen:

    88

     klokuren

      56,41

    Verdere toelichting:
    • Hoorcollege's  met oefenmomenten, presentaties, rollenspel
    • Mondelinge toelichting bij de cursus en de oefeningen dienen tevens als aanvulling voor de te kennen leerstof
    • Voorbereiding thuis is voor sommige oefeningen/thema's cruciaal en kan beoordeeld worden als permanente evaluatie

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Permanente evaluatie (15%) én mondeling examen (25%) in de loop van de module en een schriftelijk examen van 2 uur (60%) met betrekking tot de geziene leerstof op het einde van de module, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname aan elk evaluatiemoment is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Bij een gewettigde afwezigheid neemt student binnen 5 werkdagen contact op met de lector om een inhaaldatum af te spreken. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor het betrokken onderdeel. Zie 3.2. Departementale aanvullingen OER.

    Permanente evaluatie Mod 5 :

    -        Antwoordbrief over een juridische problematiek (15%)

    -        Presentatie van een “case" (25%)

     

    Permanente evaluatie Mod 6 :

    -        Brief ivm verzekeringen (schade melden en/of antwoord daarop formuleren) (15%)

    -        Een verzekering verkopen (25%)

     

    Permanente evaluatie Mod 7:

    -        Brief ivm klacht (klacht schrijven en/of beantwoorden) (15%)

    -        Actuele juridische problematiek van een bedrijf beschrijven en becommentariëren (25%)

     

    Permanente evaluatie mod 8 :

    -        Sollicitatiebrief (15%)

    -        Sollicitatiegesprek (wergever/werknemer) (25%)


    tijd voor examinering
    uren
    12

    %
     
     07,69

    Tweede examenperiode

    Een schriftelijk examen van 3 uur met betrekking tot de 4 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (70%).

    Een mondelinge proef van 15 minuten met een presentantie waarin twee juridische documenten met elkaar vergeleken worden (30% ): acte de création (statuts) - acte de naissance - contrat d'embauche - contrat de vente ou de location - convocation à un entretien de licenciement - notification de licenciement - police d'assurances.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Engels
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: BM:Bedrijfsmanagement
    Code: 00546
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: Module 5-6-7-8
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 64
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma: deel 1 en 2
    Examencontract: niet mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Engels
    Lector(en): Decock Erika


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Nu we een solide basis hebben, leren we Engels hanteren in diverse zakelijke en juridische situaties.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM339 Hij heeft een grondige kennis van grammatica en de woordenschat in het Frans en het Engels. In de beide vreemde talen is hij vertrouwd met de specifieke juridische terminologie. Hij communiceert vlot (mondeling, schriftelijk, presentaties geven, vergaderen, e.d.m....) in het Nederlands, Frans en Engels.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid verder ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen, juridisch en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student begrijpt en assimileert de aangeboden zakelijke en juridische teksten. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student begrijpt gesproken (zakelijk) Engels en distilleert de gevraagde informatie. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student beheerst de aangeboden algemene, zakelijke en juridische woordenschat. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student krijgt meer inzicht in verschillende juridische en zakelijke thema's. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk in het Engels formuleren. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan onvoorbereid zijn/haar mening mondeling in het Engels formuleren. (M5)
    • De student kan deelnemen aan een vergadering. (deel 1) (M5)
    • De student krijgt een inleiding tot de handelscorrespondentie (lay-out en stijl). (M5)
    • De student kan deelnemen aan een vergadering. (deel 2) (M6)
    • De student kan een vraag om inlichtingen formuleren. (M6)
    • De student heeft inzicht in het Brits rechtssysteem. (M6)
    • De student kan social English gebruiken in algemene en zakelijke situaties. (M7)
    • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 1) (M7)
    • De student kan een antwoord op een vraag om inlichtingen formuleren. (M7)
    • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 2) (M8)
    • De student kan een klachtenbrief schrijven en er gepast op reageren. (M8)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Engels uit 1 RP


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    • Legal English: studie van juridische teksten/thema's met gepaste oefeningen (gedeeltelijk zelfstudie). (M5, 6, 7 en 8)
    • Business English: studie van zakelijke thema's via luister-, lees- en spreekoefeningen. (M5, 6, 7 en 8)
    • Woordenschatuitbreiding op algemeen, zakelijk en juridisch vlak (gedeeltelijk zelfstudie). (M5, 6, 7 en 8)
    • Vergadertechnieken en vergaderen. (M5 en 6)
    • Brits rechtssysteem. (M6)
    • Inleiding tot de handelscorrespondentie. (M5)
    • Zakelijke correspondentie: vraag om inlichtingen. (M6)
    • Zakelijke correspondentie: antwoord op een vraag om inlichtingen. (M7)
    • Zakelijke correspondentie: klachtenbrief en reactie. (M8)
    • Social English. (M7)
    • Onderhandelingsgesprek. (M7 en 8)

    STUDIEMATERIAAL
    • Brown and Rice, "Professional English in Use - Law", CUP, Cambridge, 2007. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
    • Cotton, Falvey and Kent, "Market  Leader 3rd Edition, Intermediate Business English Course Book", Pearson Education Limited, Harlow, 2010. (handboek voor klassikaal gebruik)
    • Decock, E., "Commercial Correspondence", 2010. (cursus voor klassikaal gebruik)
    • McCarthy and O'Dell, "English Vocabulary in Use (upper-intermediate)",  CUP, Cambridge, 2007.  (handboek voor zelfstudie)
    • Widdowson A. R., "Market Leader - Business Law", Pearson Education Limited, Harlow, 2010. (losse juridische teksten voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
    • P-schijf: oplossingen bij zelfstudieteksten / extra materiaal

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    25

     lesuren

      16,45

    practicum en oefeningen:

    25

     lesuren

      16,45

    vormen van groepsleren:

    6

     lesuren

      03,95

    studietijd buiten contacturen:

    88

     klokuren

      57,89

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met oefensessies, rollenspel en groepswerk (bij correspondentie, vergaderen en onderhandelen tijdens de permanente evaluatie-opdracht).
    • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • M5:
      • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een vergadering (20 %) en van een spontane mondelinge oefening (10 %). Bij het vergaderen wordt gelet op taal, aanpak, vlotheid en aandeel in de vergadering. Bij de spontane mondelinge oefening wordt gelet op taal en vlotheid. Deelname is verplicht! Afwezigheden moeten gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 2 uur)
    • M6:
      • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het houden van een vergadering (20%) en van het schrijven van een zakelijke brief (20%). Bij het vergaderen wordt gelet op taal, aanpak, vlotheid en aandeel in de vergadering. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid) en taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
    • M7:
      • 40 procent permanente evaluatie: onderhandelingsgesprek (20%) en zakelijke brief (20%). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur) 
    • M8:
      • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het voeren van een onderhandelingsgesprek (20 %) en van het schrijven van een zakelijke brief (20 %). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)

    Zie ook 3.2. departementale aanvullingen OER bij afwezigheid deelexamen buiten examenreeks


    tijd voor examinering
    uren
    8

    %
     
     05,26

    Tweede examenperiode
    • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 3 uur)
    • 20 procent mondeling examen: onderhandelingsgesprek (10 procent) en een korte onvoorbereide reactie op een stelling of nieuwsitem (10 procent) (duurtijd: 10 minuten)
    • De leerstof van de 4 modules dient gekend te zijn.