ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Hotelmanagement - 1HM - Onderdelen - Oriëntatie op de sector/1
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: HM:Hotelmanagement
Code: 1HM01
Academiejaar: 2010-2011
Type: kernondersteunend
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 1
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 32
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bruggeman Geert


 

KORTE OMSCHRIJVING

De opleiding Hotelmanagement biedt niet uitsluitend toekomstperspectieven in de hotelsector in strikte zin. Je mag bijna stellen dat alle bedrijven die iets met eten, drinken en eventueel slapen te maken hebben als tewerkstellingsmarkt beschouwd kunnen worden. Bij de aanvang van deze opleiding is het dan ook goed even stil te staan bij de diversiteit aan bedrijven die als referentiekader voor de opleiding dienen.

Ook de functie die men uitoefent na afstuderen is niet vast omschreven. Het is evenwel de bedoeling om later een leidinggevende functie uit te voeren. De carrièremogelijkheden en de verschillende functies en taken in de diverse bedrijfssituaties worden ter illustratie kort bekeken.

De opleiding beoogt tewerkstelling in de gastvrijheidsindustrie (hospitality) en kennis over de klanten en hun consumptiegedrag en over stakeholders is dan ook bijzonder nuttig. Die klanten en andere stakeholders beoordelen het geleverde werk en, ook al is het een persoonlijke perceptie, het is een waardeoordeel over de geleverde kwaliteit. Logisch dus dat er ook stil gestaan wordt bij wat kwaliteit in de sector dan wel mag betekenen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • H101A Het vermogen om een situatie in te schatten, op te splitsen in al zijn deelaspecten en te analyseren om de logische structuur, de onderlinge relaties en beïnvloeding te ontrafelen en te begrijpen.
  • H101B Het vermogen om uit de veelheid van feiten en gegevens, ook ogenschijnlijk niet gerelateerde, tot een globaal inzicht te komen en een duidelijke samenhang te destilleren.
  • H101C Het vermogen om afstand te nemen van de operationele hier en nu situatie om toekomstgericht alternatieven en opportuniteiten te zien en tot nieuwe conceptuele inzichten te komen.
  • H102A Het op een efficiënte en gestructureerde manier op zoek gaan naar kwalitatieve en kwantitatieve informatie functioneel gebruik makend van ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer en informatieve databanken alsook klassieke informatiekanalen.
  • H102B Het aanwenden van relaties en netwerken in functie van het verzamelen en delen van informatie.
  • H102C Het gebruiken van geschikte tools: al dan niet elektronische informatie-, communicatie- en organisatietechnieken.
  • H103A Het vermogen om zijn eigen mogelijkheden, grenzen, beperkingen en tekortkomingen te kunnen inschatten en bijsturen.
  • H103B Het reflecteren rond besluitvorming en gehanteerde aanpak, werkmethoden en processen.
  • H103C Het met de nodige kritische zin bekijken van (tussen)resultaten en daar waar nodig verbeteringen en alternatieven aan brengen.
  • H104B Het identificeren van problemen en opportuniteiten, alternatieven overwegen en het genereren van geschikte oplossingen.
  • H104D Het beheersen en hanteren van technieken in het kader van projectwerking (quality tools, out-of-the-box denken, creatieve denktechnieken ...)
  • H104E Het controleren van voortgang en resultaten, het coördineren van het werkproces of een project en bijsturen waar nodig om een zo optimaal mogelijk resultaat te bekomen.
  • H105B Het naar voor brengen van standpunten of beslissing en deze verdedigen/beargumenteren.
  • H105C Het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid m.b.t. de werking en de permanente verbetering van de organisatie.
  • H106A Het efficiënt en effectief, gestructureerd en onderbouwd, mondeling en/of schriftelijk overbrengen van gegevens, ideeën of meningen aan een bepaald doelpubliek in een correcte taal.
  • H106B Het vlot hanteren en functioneel gebruiken van de verschillende (multi)-media en ICT toepassingen.
  • H108A Het aansturen van het eigen leerproces en gericht zijn op zelfontwikkeling.
  • H108B Het verbreden en verdiepen van de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • H109C Het vermogen om als volwaardig groepslid efficiënt en effectief samen te werken.
  • H110D Het voor zichzelf stellen van uitdagende doelstellingen en actief gericht zijn op het behalen van steeds betere resultaten. De gedrevenheid om in te grijpen bij tegenvallende resultaten.
  • H110G Het hanteren van een correct tijdsmanagement.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • H211A Het vertonen van een uitgesproken klantgerichtheid en het hanteren van een passend stakeholdermanagement.
  • H211C Het hebben van aandacht voor en het gepast reageren op veranderingen in de maatschappij.
Beroepsspecifieke competenties
  • H316 Het vertrouwd zijn met en het kunnen toepassen van de specifieke hospitality terminologie en dit in meerdere vreemde talen.
  • H317 Het analyseren en interpreteren van bestaande F&B-operaties en het toepassen van verbeteringen met het oog op een optimaal bedrijfsresultaat, rekeninghoudend met recente inzichten en nieuwe technologieën in de hospitality industry.
  • H319 Het herkennen en bijhouden van de evoluties in de hospitalitysector en deze kunnen implementeren.
  • H320 Het hanteren en opvolgen van de voor de sector specifieke wetgeving: CAO, vestigingswetten, functiekwalificaties, handelsrecht .
  • H322 Het kunnen gebruiken van voor de sector specifieke commerciële technieken en instrumenten.
  • H324 Het managen van gastvrijheidsoperaties.
  • H325 Het bezitten van een gastvrije en dienstverlenende instelling.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student heeft inzicht in de hele tewerkstellingsector, zowel inzake type bedrijven en bedrijfsactiviteiten en de hieruit voortvloeiende taken en functies als in de factoren die ondernemen in de sector beïnvloeden. 
  • De student heeft inzicht in de maatschappelijke, economische, demografische, culturele, politieke, … factoren die een rol spelen bij de consumptie.
  • De student kan heersende trends zelfstandig en/of in team  identificeren, analyseren, evalueren en beoordelen en daarna een reflectie maken en, rekening houdend met organisatievorm, wettelijke aspecten, klantentevredenheid, rendement, recente ontwikkelingen in de sector enzovoort gemotiveerde voorstellen doen voor verbeteracties in een gegeven bedrijf(-ssituatie).
  • De student kan het begrip ‘kwaliteit’ en ‘klantgerichtheid’ uitleggen, het belang ervan vertalen naar een gegeven bedrijf(-ssituatie) en, rekening houdend met organisatievorm, wettelijke aspecten, klantentevredenheid, rendement, recente ontwikkelingen in de sector enzovoort gemotiveerde voorstellen doen voor verbeteracties.
  • De student kan het eten & drinken + slapen in een ruime maatschappelijke en gastronomische context plaatsen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties

Basiskennis Engels, Frans en liefst ook Duits.

Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via het internet. 


LEERINHOUDEN
  • Soorten bedrijven + beschrijving van enkele typische kenmerken (o.a. a.d.h.v. officiële classificatie logiesverstrekkende bedrijven).
  • Invloedsfactoren op ondernemen in de sector. 
  • Bespreking van taken en functies (o.a. a.d.h.v. de functieclassificatie).
  • Bespreking van de klantenmarkt (o.a. segmentering).
  • Bespreking van consumptiepatronen, marktontwikkelingen, trends, .. en enkele commerciële aspecten.
  • Algemene inleiding tot klantgerichtheid en kwaliteitszorg.

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus "Orientatie op de Sector" (Universitas).
    • Basiskennis.
    • Aanvullende informatie.
    • Oefenmateriaal.
  • Eigen nota's.
  • Internet (referenties in cursus + eigen aanvullingen).
  • Oplossingen van oefeningen en commentaren (Blackboard).

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

10

 lesuren

  16,13

practicum en oefeningen:

10

 lesuren

  16,13

vormen van groepsleren:

10

 lesuren

  16,13

studietijd buiten contacturen:

30

 klokuren

  48,39

Verdere toelichting:

Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met: 

  • Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
  • Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek.
  • Een module- en opleidingsonderdeeloverschrijdende 'Geïntegreerde Opdracht'.
  • Discussieforum op Blackboard.
  • Extra oefeningen (Vrijblijvend. Via Blackboard)
  • Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen (Blackboard of e-mail).

Tegen het einde van de module krijgen de studenten voorbeeldvragen als voorbereiding op het examen. Deze worden klassikaal toegelicht.


EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Evaluatie van de Geïntegreerde Opdracht naar aanpak, inhoud, creativiteit en kritische zin. (10%)
  • Evaluatie van klassikale oefeningen (in groep of individueel) (maw: aanwezigheid verplicht, anders geen punten!) en opdrachten. Evaluatie naar aanpak, inhoud, creativiteit en kritische zin. (30%)
  • Schriftelijk examen (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen), zowel open vragen, meerkeuzevragen als casusvragen. (60%)

     

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 03,23

Tweede examenperiode
Schriftelijk examen (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen) meestal grotendeels gebaseerd op een casus. (100%)