ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Hotelmanagement - 2HM - Onderdelen - Recht/7
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: HM:Hotelmanagement
Code: 2HM11
Academiejaar: 2010-2011
Type: kernondersteunend
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 7
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 28
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bogman Dominique


 

KORTE OMSCHRIJVING
Het opleidingsonderdeel beoogt studenten voor te bereiden op tewerkstelling in de Hotelsector (en aanverwante sectoren), waarbij de juridische context een niet onbelangrijke rol speelt . Door middel van het aanleren van theoretische kennis in arbeidsrecht en sociale zekerheid en aan de van eenvoudige praktijk gevallen wordt dit aangebracht

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • H101A Het vermogen om een situatie in te schatten, op te splitsen in al zijn deelaspecten en te analyseren om de logische structuur, de onderlinge relaties en beïnvloeding te ontrafelen en te begrijpen.
  • H101B Het vermogen om uit de veelheid van feiten en gegevens, ook ogenschijnlijk niet gerelateerde, tot een globaal inzicht te komen en een duidelijke samenhang te destilleren.
  • H105B Het naar voor brengen van standpunten of beslissing en deze verdedigen/beargumenteren.
  • H108A Het aansturen van het eigen leerproces en gericht zijn op zelfontwikkeling.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • H213C Het in staat zijn de onderneming aan te sturen op domeinen zoals financiën, HRM, juridisch, marketing, kwaliteitszorg ...
Beroepsspecifieke competenties
  • H320 Het hanteren en opvolgen van de voor de sector specifieke wetgeving: CAO, vestigingswetten, functiekwalificaties, handelsrecht .

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is in staat de voornaamste onderdelen van het individueel arbeidsrecht te plaatsen in een arbeidsrechtelijke situatie in de horecasector. Hij erkent een eenvoudig arbeidsrechtelijk probleem en kan hiervoor een oplossing bieden als medewerker van een hotel of aanverwant bedrijf. Verder heeft hij een passieve kennis van de instituten van de sociale zekerheid.
  • De student kent de terminologie van het arbeidsrecht;
  • De student maakt een inschatting van een problematiek in een arbeidsrechtelijk conflict en handelt als tweedelijnmedewerker;
  • De student is autonoom in staat een eenvoudig arbeidsrechtelijk probleem op te lossen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

-


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Bij voorkeur Recht/6


Andere begincompetenties
taalvaardig in het Nederlands
LEERINHOUDEN
  • Het collectieve arbeidsrecht.
  • Het individuele arbeidsrecht:
    • het ontstaan (de selectie en werving) van een arbeidscontract; de soorten en formaliteiten;
    • de verplichting van werkgever en werknemer;
    • de schorsing van de arbeidsovereenkomst;
    • de beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
    • de arbeidsreglementering
    • het educatieve verlof; Het Fonds voor sluiting van onderneming.
  • De sociale zekerheid:
    • het ontstaan en de financiering ervan;
    • de verschillende instituten van de sociale zekerheid
  • De arbeidsongevallen;
  • De oplossing van geschillen;
  • Het statuut van de zelfstandige;
  • De opgave van de administratieve formaliteiten van de werkgever;

STUDIEMATERIAAL

Praktisch Sociaal recht (van Frans D'Hertefelt) uitgegeven door DE BOECK


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  22,58

practicum en oefeningen:

7

 lesuren

  07,53

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

65

 klokuren

  69,89

Verdere toelichting:
  • Hoorcollege met praktische vraagstellingen na elk hoofdstuk;
  • Concrete cases worden besproken en fictieve worden opgelost;
  • Een groepsopdracht wordt opgegeven.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Schriftelijk (20 punten en elke vraag 5 punten) met een inzichtsvraag, terminologie (5 termen), een kennisvraag, een toepassing of casus.

tijd voor examinering
uren
0

%
 
 00,00

Tweede examenperiode

Schriftelijk (20 punten en elke vraag 5 punten) met een inzichtsvraag, terminologie (5 termen), een kennisvraag, een toepassing of casus.