ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Communicatiemanagement - 3CC - Onderdelen - Campagne 2 strategie
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: CM:Communicatiemanagement
Code: 30395
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Semester 1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 2
Totaal aantal contacturen: 130
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Berghmans Linda
Broos Gisèle
Dreessen Kristel
Martens Kristoff
Mermans Sandra
Poppe Stephaan
Van den Bulck Helga
Van Gool Yannick
Van Praet Imelda
Van Temsche Nancy
Van Varik Mark
Vlecken Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijd om het communicatieplan op te stellen. Als je een goed beeld hebt van je doelgroep en de doelstellingen die je met je campagne beoogt, kan je de strategie en het bijhorende concept daarop afstemmen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CM101 De student kan strategisch redeneren.
  • CM102 De student kan creatief denken.
  • CM103 De student kan meertalig communiceren.
  • CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  • CM105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CM206 De student kan teamgericht werken.
  • CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • CM208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • CM309 De student kan probleemoplossend analyseren en strategisch denken.
  • CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
  • CM311 De student kan mondeling en schriftelijk vlot communiceren in verschillende talen.
  • CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
  • CM313 De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
  • CM314 De student kan ten behoeve van een communicatievraag een probleemanalyse uitvoeren.
  • CM315 De student kan de voor het communicatieplan relevante doelstellingen verwoorden en de beoogde doelgroep omschrijven.
  • CM316 De student kan met de nodige creativiteit een communicatiestrategie ontwikkelen en plannen.
  • CM317 De student kan een communicatiestrategie uitvoeren of de uitvoering ervan coördineren.
  • CM318 De student kan een communicatieplan plaatsen en verantwoorden in zijn maatschappelijke context.
  • CM319 De student kan uit de verschillende communicatievormen de juiste keuze maken op basis van zijn inzicht in hun mogelijkheden en beperkingen.
  • CM320 De student kan een kritisch overwogen mediaplan opstellen op basis van zijn kennis van de verschillende mediumtypes.
  • CM321 De student kan een vlotte briefing geven die alle onderdelen van het communicatieplan belicht, rekening houdend met het publiek waarvoor hij praat/schrijft.
  • CM322 De student kan een budget opvolgen en een effectmeting uitvoeren.
  • CM323 De student kan over zijn communicatieplannen persuasief communiceren in verschillende talen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Opstellen van een communicatiestrategie en een passend communicatie- en mediaplan.

Een communicatieplan opstellen

Zelfstandig een geïntegreerd communicatieplan uitwerken en realiseren op basis van de bekomen onderzoeksresultaten. Dit omvat het benoemen en indelen van doelstellingen en doel-/publieksgroepen, het uitwerken van een strategie en het kiezen en creatief realiseren van gepaste communicatiemiddelen. De impact van concrete acties evalueren.

Efficiënt functioneren als lid van een team en zicht hebben op zijn eigen rol voor de organisatie, zowel binnen de organisatie als in de bredere maatschappelijke context.

Maatschappelijke en juridische implicaties van communicatievormen en -uitingen inschatten en deontolgisch verantwoord handelen.

Mondeling en schriftelijk intern en extern communiceren in het Nederlands en in twee vreemde talen

Een mediaplan opstellen.

Formuleren van uitgangspunten (o.m. inzake doelgroepen, budget, seizoen, regio, creative brief,…) en objectieven (o.m. inzake bereik, frequentie, continuïteit,…) om de keuze te verantwoorden van één of meerdere mediumtypen of  -subtypen (Waarom wèl kranten, familiebladen, internet,  regionale TV en géén bioscoop, affichage of  radio?).


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geslaagd zijn voor programmajaar 2cc
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
dient samen gevolgd te worden met Campagne 1 en 3
LEERINHOUDEN

1.     Je stelt een communicatieplan op. D.w.z. dat je de vier eerste vragen van onderstaand schema beantwoordt.

 

2.     Je doet een voorstel tot budget. Welk budget is volgens jou nodig om de vooropgestelde communicatiedoelstellingen te realiseren? Hierbij hou je rekening met de kosten van de verschillende communicatie-instrumenten en van de media die je denkt in te schakelen en met de productiekosten.

3.     Je werkt het strategisch luik uit van je mediaplan: je verdeelt je budget over één of meerdere mediumtypes


STUDIEMATERIAAL
handleiding
WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

130

 lesuren

  100,00

studietijd buiten contacturen:

0

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Wie 3 maal afwezig is bij de procesbegeleiding (=lessen of andere contacten), krijgt een 0 voor het facet dat dan wordt begeleid. Medische attesten gelden NIET als verzachtende omstandigheid.
 
Peerassessment (3x) 
 
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit facetten. Elk facet levert één deelcijfer op.
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende facetten, is de som van de deelcijfers van de facetten, herleid naar 20.
 
Indien je in de eerste examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen voor de facetten waarvoor je een tekort haalde. Het facet waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar de tweede examenperiode (maar niet naar het volgende academiejaar).
 
Indien je in de tweede examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je het jaar overdoen voor alle facetten van het betrokken opleidingsonderdeel.


tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
 

Indien je niet slaagt voor een module, doe je in de tweede examenperiode alle facetten opnieuw waarvoor je niet geslaagd was !!!

 

Mocht je na de tweede examenperiode nog niet geslaagd zijn, moet je in het volgende academiejaar de volledige module opnieuw doen.

 

Procesbewaking is tijdens de vakantieperiode onmogelijk. Daarom wordt het proces,ondanks het belang ervan, tijdens de tweede examenperiode niet beoordeeld.