|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De meest ingrijpende kracht in de moderne samenleving moet een stuk doorzichtiger worden voor jou. (Kranten)artikels met economische inslag klinken niet langer vreemd en je doorziet vanaf nu de economisch-maatschappelijke verschijnselen, zowel nationaal als internationaal.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Begrippen en wetten van de micro- en macro-economie hanteren met telkens de link met de actualiteit.
- Inzicht verwerven in bedrijfseconomische problemen en vraagstukken.
- De student vertrouwd maken met economische redeneringen
- De student begrijpt het belang van een aantal economisch-maatschappelijke verschijnselen, ontwikkelingen en vraagstukken en kan deze analyseren en kritisch benaderen.
- De student kan de economische gevolgen inschatten van actuele gebeurtenissen.
- Relevante economische cijfergegevens kunnen verzamelen en interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geen.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen.
|
Andere begincompetenties
|
De eindtermen van het secundair onderwijs.
|
LEERINHOUDEN
|
- Consumentengedrag. : invloed van prijs- en loonontwikkeling, spaargedrag, consumptieprijsindex.
- Producentengedrag: de kosten- en opbrengstenstructuur van een bedrijf.
- De prijsvorming : wet van vraag en anbod, marktvormen.
- Evolutie van de Belgische economie en het nationaal inkomen
- De werkgelegenheid : de arbeidsmarkt, loononderhandelingen.
- Geld, monetair beleid en inflatie.
- Het internationale betalingsverkeer : wisselmarkt, wisselkoersen.
- Conjunctuur, economische groei en milieu.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-Handboek : Economie vandaag 2010; De Cnuydt & De Velder ; Academia Press, Gent.
-Ondersteunende website met zelftoetsen.
-Overhead of Power Point presentatie.
-Economische artikels uit kranten en tijdschriften.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
44
|
lesuren
|
39,29
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
10,71
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
54
|
klokuren
|
48,21
|
Verdere toelichting:
De studenten krijgen om de twee weken de mogelijkheid tot het volgen van monitoraat.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Schriftelijk examen:
- januari-examen : 10 punten
- Juni-examen: 10 punten
Inzichtsvragen, kennisvragen en toepassingen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk examen over de hele leerstof: 20 punten
Inzichtsvragen, kennisvragen en toepassingen
|