|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
JO:Journalistiek |
Code: |
30264 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
Semester 1-2 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
1 |
Totaal aantal contacturen: |
78 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
deel 1 of 2 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
niet mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Frateur Wouter Laheye Kristel Rombouts Veerle Sterk Martine Van de Venne Inge Van Doninck Jo Vanderhaeghen Wilfried Vissers Nadia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zelfstandig Aangemaakt Profiel.
De studenten kunnen zich vanaf het tweede jaar profileren binnen een ZAP. Het gaat om 3 credits die studenten verdienen door te kiezen voor activiteiten in journalistiek en /of pedagogisch verantwoorde domeinen.
Voorbeelden: - meewerken aan externe opdrachten, peer teaching en tutoring, zetelen in participatieraden, deelname aan journalistieke wedstrijden, instappen in internationale projecten,...
Concreet: er zijn 3 credits te behalen gespreid over 4 semesters in 2 en 3 Journalistiek.3 credits staat voor 78 uren werk.
Elke student werkt aan de credits vanaf de start van het academiejaar 2 Journalistiek, maar verdient ze pas in de eerste zittijd van 3 Journalistiek.
Men moet de credits niet in één keer verdienen. Je kan het pakket opdelen in verschillende pakketten van 13 uren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten verwerken opdrachten binnen hun individuele interessesfeer.
De studenten profileren zich met hun individuele keuze van opdracht(en).
De studenten verwerven meer verantwoordelijkheid.
De studenten vervullen authentieke opdrachten.
De studenten worden de deur uitgestuurd.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Volledig programmajaar 1 Journalistiek.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen.
|
Andere begincompetenties
|
Afhankelijk van de opdracht. Wordt verduidelijkt via de infofiches van de opdrachtgever/ coördinator.
|
LEERINHOUDEN
|
De leerinhouden zijn afhankelijk van de opdracht.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Digitaal loket.
Infofiches beschikbaar via internetserver.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
78
|
lesuren
|
100,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
|
klokuren
|
00,00
|
Verdere toelichting:
Meer informatie:
- infomoment voor alle studenten
- infobundel
- infofiches opdrachten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Digitaal portfolio bewijst of student 78 u ( eventueel opgedeeld in verschillende opdrachten van 13 u) geïnvesteerd heeft.
Concrete afspraken i.v.m. eisen voor het portfolio staan in de infobundel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Als student géén 78 uren presteert, dient de tweede zittijd om het nodige aantal uren aan te vullen.
|
|
| |
|