|
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
Je beschikt over een definitief verworven grammaticale kennis. Je put vlot uit de basiswoordenschat en het vakjargon voor de communicatiesector.Daarmee moet je in elke communicatieve context kunnen spelen: telefoneren, mensen toespreken, brieven schrijven, mensen uitnodigen, mailen ... . In de vele praktijkoefeningen moet je je goed verstaanbaar kunnen maken in het Duits. De klemtoon ligt op mondelinge taalvaardigheid en vlotheid.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
|
Algemene competenties
|
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de verworven grammaticale kennis van Duits 1 en Duits 2 vlot in actief taalgebruik omzetten.
- De student kan de beroepsgerichte Duitse woordenschat gebruiken in mondelinge en schriftelijke situaties.
- De student kan telefoneren met een 'native speaker' en een e-mail schrijven.
- De student kan zijn mening formuleren in het Duits.
- De student kan zelfstandig schrijven in het Duits.
- De student kan via Duitstalige media een beeld van Duitsland en van de Duitse actualiteit krijgen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
Bij het begin van het academiejaar leg je een niveautest af. Als je het niveau A2 van het Europees Referentiekader haalt, mag je het vak volgen.
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Deel 1: richtlijnen, spreekoefeningen en teksten, telefoneren en vakspecifieke woordenschatlijst
- Deel 2: grammatica en oefeningen
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus
- Woordenboek Nederlands-Duits en Duits-Nederlands
- Duitstalige media
- Online lesmateriaal
-
|
|
WERKVORMEN
|
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
lesuren
|
14,15
|
|
practicum en oefeningen:
|
45
|
lesuren
|
42,45
|
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
39,62
|
Verdere toelichting:
geen
|
|
EVALUATIE
|
|
|
Eerste examenperiode
|
- 65% op jaarwerk met mondelinge en schriftelijke oefeningen. Als de student afwezig is voor een opdracht, dan mag hij die opdracht inhalen indien de afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Hij geeft een kopie aan de betrokken lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. De student maakt zelf een afspraak met de lector omtrent de wijze en het tijdstip waarop hij de opdracht kan inhalen. Indien hij binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op de opdracht.
- 35% schriftelijk juni-examen
-
|
tijd voor examinering
|
|
|
Tweede examenperiode
|
- 60% schriftelijk examen
- 40% mondeling examen
|