|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
JO:Journalistiek |
Code: |
30431 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
keuze |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
Semester 1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
1 |
Totaal aantal contacturen: |
18 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
deel 1 of 2 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Frateur Wouter Mermans Sandra Van Doninck Jo Vanderhaeghen Wilfried
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je werkt zelfstandig in een 'gemengde' redactie: radio, tv en gedrukte media aan allerlei producten voor externe opdrachtgevers zoals VRT-Taaldag, Studio Brussel, jongereninformatie-organisatie In Petto, jongerenpersagentschap StampMedia, nieuwssite Apache,... Je gaat daarbij 'over het muurtje' van je specialisatie kijken en afwegen hoe je een bepaald verhaal het beste op tv, radio of in print/online kan brengen.
Tijdens wekelijkse coachinggesprekken met je lectoren krijg je feedback op de stand van zaken van je opdracht.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Journalistieke praktijk 2: Magazines
Journalistieke Praktijk 2: Radio en tv
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Je werkt in een kleine redactie aan een aantal journalistieke producten/dossiers: tv- en radioreportages, artikels,... Die producten maak je in opdracht van externe opdrachtgevers.
Wekelijks is er overleg tussen de redactie en de begeleidende lectoren. Op die overlegmomenten leggen studenten hun plannen/producten voor, krijgen ze feedback, enz.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
100,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
|
klokuren
|
00,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De producten worden geëvalueerd op hun journalistieke merites: zijn ze gemaakt volgens de normen van het medium, zijn ze geschikt voor de doelgroep van de opdrachtgever, is er sprake van een mixed media aanpak, zijn de producten technisch in orde, ...
Bovendien staat 50% van de punten op de individuele bijdrage van elke student aan het geheel.
Puntenverdeling: 50% op het groepsproduct, 50% op de individuele bijdrage.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een individuele opdracht die wordt vastgelegd op het exameninzagemoment in juni.
|
|
| |
|