ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Elektromechanica - 2KLMKT - Onderdelen - Koeltechnieken deel 1
  

Component behoort tot O.O.: Koeltechnieken
Afstudeerrichting: EM:Elektromechanica
Code: 20342
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 5
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 44
Totaal aantal contacturen: 39
Totaal studietijd: 80,08
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bekx Frank


 

KORTE OMSCHRIJVING

Wil je jouw basiskennis koeltechnieken en warmtepompen in de koeltechnische wereld verder bevredigen, dan is de cursus 'Koeltechnieken deel 1' zeker iets voor jou.

Je beleeft deze cursus al discussiërend en redenerend over de werking van de koelkring.

Je doorgrondt de fysische verschijnselen door het maken van verder doorgedreven oefeningen in het logph-diagram. Je bestudeert alle mogelijke hoofd- en nevencomponenten van koelkringen. Je leert al deze componenten selecteren in functie van specifieke werkingsomstandigheden en klanteisen van/aan koelinstallaties.

Door de verworven kennis zal je kunnen voldoen aan de Europese richtlijnen, nationale wetgeving en het globaal milieubewustzijn. Je aandacht wordt ook gefocust op het energievriendelijke aspect en ontwerpvoorwaarden van koelinstallaties en hun mogelijkheden op warmterecuperatie.

Als toekomstige koeltechnieker zal je met deze gedegen kennis in staat zijn om technisch-commercieel advies te geven met betrekking tot aankoop en/of aanpassing van koelinstallaties.

Jullie grondig opgebouwde kennis van een basiskoelkring (direct expansie) in het logph-diagram wordt nu verder uitgebreid met koellastberekening in functie van warmte-inbreng door productbewaring, en de selectie van de hoofdcomponenten van de koelkring (expansie-inrichtingen en verdampers).



COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren en presenteren/ de student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM104 De student kan in een multidisciplinaire groep en vanuit zijn specifieke optie-(afstudeer)achtergrond een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat / de student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM319 De student is in staat om wijzigingen aan HVAC- en koelinstallaties uit te voeren.
  • EM323 De student is in staat om HVAC- en koelsystemen volgens bedrijfstechnische specificaties op te stellen.
  • EM336 De student is in staat om energiewinsten en -verliezen te bepalen a.d.h.v. bouwfysische gegevens, lastenboeken en normen.
  • EM337 De student is in staat om de meest voorkomende HVAC- en koelinstallaties te dimensioneren, te selecteren en de bijhorende installatieschema's op te stellen en te verwerken tot een technisch dossier.
  • EM345 De student is in staat om plannen en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Student heeft grondige kennis van compressiekoelkring in het logph-diagrammen en kan op basis van dit logph-diagram energiebewust redeneren over een compressiekoeling.
  • Student heeft kennis van verschillende bewaartechnieken en productbederf.
  • Student kent de werking van alle koeltechnische hoofdcomponenten.
  • Student heeft grondige kennis inzake wetgeving mbt koelsystemen en koudemiddelen.
  • Student kan de efficiëntie (COP) van het koelproces beoordelen ifv. de werkingscondities.
  • Student kan koelkringen onderscheiden en kent hun benaming.
  • Student kan druk-enthalpie diagram toepassen op een koelkring.
  • Student kent alle fysische grootheden in een koelkring.
  • Student kent verband tussen damptabellen en druk-enthalpiediagram.
  • Student kent symbolen toegepast in koeltechnische schema's.
  • Student kent STEK-symbolen toegepast in koeltechnische schema’s.
  • Student is in staat volledig koeltechnisch schema te tekenen voor eenvoudige eentrapskoelkring (hoofd- én nevencomponenten) en voor alle punten van dit schema relaties te leggen naar bijhorend logph-diagram.
  • Student kent alle soorten koudemiddelen in relatie tot het Montreal protocol en de in België en Europa geldende richtlijnen.
  • Student kan op basis van koudemiddeleigenschappen het beste koudemiddel selecteren voor elke koeltoepassing.
  • Student is op de hoogte van transportmogelijkheden, wetgeving en veiligheidsvoorschriften van koudemiddelen geldend op het Belgisch grondgebied.
  • Student kent met betrekking tot productbewaring de meeste mechanismen tot productbederf en weet wat hiertegenover koeltechnisch kan worden ondernomen, binnen geldende wetgeving bewaring voedingsmiddelen.
  • Student kan bewaarconditietabellen hanteren voor de meest courante voedingsmiddelen, van nut voor productbewaring en koellastberekening.
  • Student is qua expansietoestel, verdamper en condensor (hoofdcomponenten koelkring) op de hoogte van de verschillende soorten, hun werkingsvoorwaarden, hun opstellingsvoorwaarden, hun selectievoorwaarden en hun onderhoudsvoorschriften in relatie tot de meest courante koelkringen.
  • Student kent alle verdampertypes en verdamperontdooisystemen en weet onder welke optimale energetische- en opstellingsvoorwaarden ze kunnen worden toegepast en kan bijhorende koeltechnische- en elektrische schema’s tekenen.
LEERINHOUDEN
  • Soorten koelkringen (naam, hydraulische schema's, werkingsomschrijving).
  • Toepassing druk-enthalpie diagram op de koelkring.
  • Fysische grootheden in een koelkring.
  • Verband tussen damptabellen en druk-enthalpiediagram.
  • Symbolen/S.T.E.K.-symbolen toegepast in koeltechnische schema's.
  • Koeltechnisch schematekenen voor eenvoudige eentrapskoelkring (hoofd- én nevencomponenten) en relaties leggen naar bijhorend logph-diagram.
  • Soorten koudemiddelen in relatie tot het Montreal protocol en de in België en Europa geldende richtlijnen.
  • Selectie van beste koudemiddel voor elke koeltoepassing op basis van koudemiddeleigenschappen, C.O.P. en koudemiddelwetgeving.
  • Transportmogelijkheden, opslag, veiligheidsvoorschriften koudemiddelen.
  • Koellastberekening in functie van warmte-inbreng voor productbewaring en de meeste mechanismen tot productbederf en wat hiertegenover koeltechnisch kan worden ondernomen, binnen geldende wetgeving bewaring voedingsmiddelen.
  • Bewaarconditietabellen voor de meest courante voedingsmiddelen en hun nut voor productbewaring en koellastberekening.
  • Expansietoestel, verdamper en condensor (hoofdcomponenten koelkring): verschillende soorten, werkingsvoorwaarden, opstellingsvoorwaarden, selectievoorwaarden en onderhoudsvoorschriften in relatie tot de meest courante koelkringen.
  • Verdamperontdooisystemen, hun voor- en nadelen en hun toepassing. Met bijhorende koeltechnische- en elektrische schema's.

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus: ‘Koeltechniek - Deel 1, afstudeerrichting klimatisering, leertraject koeltechnieken, Departement elektromechanica, F. Bekx.
  • Leervraaggesprekken in groepsverband.
  • LCD– en overheadprojectie.
  • Bordschema’s bij systeemanalyse en –bespreking.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

36

 lesuren

  00,87

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

41.08

 klokuren

  99,06

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges.
  • Opgaves en huistaken. Klassikaal besproken schema's en oefeningen/oplossing huistaken.
  • Leervraaggesprekken.
  • Studiebegeleiding via overzicht van alle uit de leerstof formuleerbare examenvragen die op het digitaal leerplatform Blackboard worden gezet.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • 30% punten op tussentijdse (controle)oefening(en).
  • 70% punten op schriftelijk examen einde lesblok.

tijd voor examinering
uren
3

%
 
 00,07

Tweede examenperiode
  • 100% punten op schriftelijk examen.