ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Veiligheid in een chemisch labo
  

Component behoort tot O.O.: Chemie
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 10029
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 1
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 8
Totaal aantal contacturen: 7
Totaal studietijd: 10,4
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Theunen Marjorie
Van Eyken Els


 

KORTE OMSCHRIJVING
De student leert in deze component veilig te werken in een chemisch lab.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student:

      • Beschrijft met welke risicofactoren je in een laboratorium rekening moet houden.

      • Legt uit welke beheersmaatregelen mogelijk zijn om je gezondheid te beschermen.

      • Geeft aan wat voor typen gevaarlijke stoffen bestaan en voorbeelden daarvan noemen.

      • Herkent en benoemt gevaarsymbolen.

      • Legt uit welke informatie MAC-waarden geven.

      • Geeft aan welke voorzorgsmaatregelen er genomen moeten worden bij transport en gebruik van verschillende typen gevaarlijke stoffen.

      • Legt uit welke informatie op het etiket van een gevaarlijke stof staat en hoe je aan een etiket kan zien welke gezondheidsrisico’s je loopt.

      • Geeft aan welke maatregelen er genomen moeten worden om brand en explosie in een lab te voorkomen.

      • Legt uit hoe verschillende soorten brand kunnen ontstaan en hoe deze moeten bestreden worden.

      • Informeert zich over de risico’s die zich bij een experiment kunnen voordoen.

      • Leest de relevante informatie af van een chemiekaart.

      • Geeft aan wanneer welke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden.

      • Toont inzicht in de problematiek van gezondheid, veiligheid en milieu in de chemie.

      • Illustreert de risicobeoordeling volgens de methode van KINNEY met eenvoudige voorbeelden en past deze risico-analyse toe voor de labo’s.

         

      LEERINHOUDEN
      Het laboratoriumreglement en de gedragregels die erbij horen vormen de ‘wetten’ waaraan je je in het laboratorium moet houden.  Om veilig te kunnen werken is het zaak zo snel mogelijk vertrouwd te raken met die ‘wetten’ en de belangrijkste veiligheidsvoorzieningen. Hoe moet je een laboratoriumexperiment voorbereiden, welke gegevens moet je opzoeken om geïnformeerd te zijn over de risico’s die zich bij het uitvoeren van een experiment kunnen voordoen, welke preventieve maatregelen zijn nodig. Hoe  voer je verantwoord laboratoriumafval af ?

      STUDIEMATERIAAL
      • cursus 'veiligheid in een chemielabo'- auteur : C. Pelgrims
      • Powerpointpresentatie (te vinden op e-campus)
      • Boekje ‘veiligheid en kwaliteit’ - Plantijnhogeschool
      • Chemiekaarten en MSDS-fiches. Gegevens voor veilig werken met chemicaliën.
      • Boek : 'Arbeidsomstandigheden en veiligheid in het laboratorium', VAPRO  (schoolbibliotheek) met inzichts- en toepassingsvragen alsook casusvragen en de antwoorden.
      • VCA-cursus op intern netwerk van de school met  elektronische oefenpakket. 
      • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool
      • Bezoek aan het veiligheidsinstituut.

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      6

       lesuren

        46,15

      practicum en oefeningen:

      0

       lesuren

        00,00

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      6

       klokuren

        46,15

      Verdere toelichting:
      werkcollege en zelfstudie

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Integratieve toets : INT1.1

      Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

       

      - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

      - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

         - niet uitvoeren van individuele taken

         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

      Aanwezigheid bij bezoek aan het veiligheidsinstituut.

      Afwezigheden:

      Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief

       

      Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.

      Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

      POP; zo komt ondermeer de beantwoorde vragenlijst horend bij het bezoek aan het veiligheidsinstituut  in het POP.

      Gedurende alle practica wordt in de gaten gehouden of de student zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt.

       


      tijd voor examinering
      uren
      1

      %
       
       07,69

      Tweede examenperiode
      INT 1.1toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.