Hoofdstuk 2: Enzymen
2.1. Eigenschappen
2.2. Opbouw
2.3. Cofactoren
2.3.1. Prostetische groep
2.3.2. Coënzymen
2.3.3. Metaalionen
2.4. Structuur en werking
2.4.1. Katalytisch vermogen
2.4.2. Het actief centrum
2.4.3. Specificiteit
2.4.4. Controlemechanismen
2.4.4.1. Controle op de synthese
2.4.4.2. Wijzigingen in de covalente structuur van het enzym
2.4.4.3. Allosterische controle
2.5. Factoren die enzymwerking beïnvloeden
2.5.1. Invloed van de temperatuur
2.5.2. Invloed van de pH
2.5.3. Invloed van de enzymconcentratie
2.5.4. Invloed van de substraatconcentratie
2.5.5. Invloed van inhibitoren
2.5.5.1. Specifieke inhibitoren
2.5.5.2. Niet-specifieke of niet-competitieve inhibitoren
2.6. Voorkomen-isolatie
2.6.1. Voorkomen
2.6.2. Isolatie
2.7. Bewaring
2.8. Kwaliteit-Activiteitsverlies
2.8.1. Kwaliteit
2.8.2. Activiteitsverlies
2.9. Iso-enzymen
2.10. Indeling
2.11. Toepassingen
2.11.1. Klinische diagnostiek
2.11.1.1. Aangeboren afwijkingen
2.11.1.2. Pathologie als gevolg van niet-genetische factoren
2.11.2. Analytische toepassingen
2.11.2.1. Monstervoorbereiding
2.11.2.2. Principe van de meting
2.11.2.3. Voorzorgen bij werken met kits
2.11.3. Industriële toepassingen
2.11.4. Geïmmobiliseerde enzymen
2.11.4.1. Methoden
2.11.4.2. Voor- en nadelen
2.11.4.3. Voorbeelden
2.11.5. Recombinant DNA-technologie