ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Analysemethoden
  

Component behoort tot O.O.: Instrumentale analyse I
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 10353
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 2
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 36
Totaal aantal contacturen: 36
Totaal studietijd: 74,88
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Meyers Caroline
Reyniers Kathy
Theunen Marjorie
Van Eyken Els


 

KORTE OMSCHRIJVING

In de lessenreeks komt enkel de absorptie van licht ter sprake:colorimetrie, spectrofotometrie,turbidimetrie en AAS.  Daarnaast wordt de student geïntroduceerd in de kwantitatieve colorimetrische analyse.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
  • BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
  • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
  • BL234 Evalueert resulaten kritisch
  • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
  • BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
  • BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
  • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
  • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
  • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • bezit  basiskennis ivm de fysische eigenschappen van elektromagnetische straling .
    • leest een blokschema van een spectrofotometer .
    • benoemt de verschillende onderdelen van een spectrofotometer en weet de voornaamste eigenschappen op te sommen.   
    • legt bij alle technieken  het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal zien.
    • benoemt de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied.
    • leert de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek .
    • gebruikt de kleurencirkel en een extinctiecurve, en haalt er de nodige info uit. 
    • maakt  een gewone verdunningsreeks .
    • past de ijklijnmethode toe en voert berekeningen uit mbv de wet van LB·

     

    LEERINHOUDEN
     
    • De groep (spectro)fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen namelijk de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt.In deze opdracht wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd. 
    • Bij colorimetrische analyses gaan we de kleur gebruiken om kwalitatieve en kwantitatieve informatie te bekomen: ijklijnmethode en routinemethode .                                    
                                                              


    STUDIEMATERIAAL
    • cursus 'Analysemethoden'T en P van Reyniers Kathy 
    • Experimentele vaardigheden I -Reyniers K. ; ISBN 978 90 382 1611 9
    • ppt's op e-campus
    • Bb platform 1BL voor opdrachten  
    • zelfstudiepakket spectro op intranet
    • (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
    • bib: naslagwerken  ivm instrumentele chemie

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    22

     lesuren

      26,19

    practicum en oefeningen:

    10

     lesuren

      11,90

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    48

     klokuren

      57,14

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • a: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht (/ 10 ) en verslagen ( / 10)
    • b:INT2-2:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen ( / 40 )
    • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en worden herleid naar / 20
    • Afwezigheden praktijk

    Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief
     
    Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.


    Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

    • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
       
      - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
      - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
         - niet uitvoeren van individuele taken
         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

    tijd voor examinering
    uren
    4

    %
     
     04,76

    Tweede examenperiode
    INT2-2:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen
    • Enkel b kan hernomen worden :  INT2-2 schriftelijk examen  / 40
    • De verworven punten van a   1° examenperiode blijven behouden (/20)
    • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en herleid naar  / 20

     
    • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
       
      - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
       - niet uitvoeren van individuele taken
       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties