ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Statistiek
  

Component behoort tot O.O.: Statistiek en POP
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 20073
Academiejaar: 2010-2011
Type: kernondersteunend
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 4-5-6
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 75
Totaal aantal contacturen: 50
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van Vlaslaer Veerle


 

KORTE OMSCHRIJVING
Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie.
Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties .
In periode 4 (vervolg van de cursus van het eerste jaar met de beschrijving van de meetfouten) gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en gaan we technieken bekijken (hypothesetesten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden en om deze methode te valideren.
In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie).  We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen.
In periode 6 (vervolg van periode 4) gaan we dieper in op de analyse van de oorzaken van meetvariatie (measurement error) en gaan we technieken bekijken (statistisch proefopzetten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren (kwaliteitszorg).
De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
    • BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
    • BL234 Evalueert resulaten kritisch
    • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
    • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      Periode 4
      • verzamelt gericht gegevens: stelt een proefopzet op in functie van de gestelde hypothese en gekozen hypothesetest, verwerkt deze gegevens statistisch  en interpreteert de resultaten
      • voert volgende  statistische toetsen volledig (berekenen en interpreteren) uit:  t-testen op populatiegemiddelden (1 steekproef, 2 steekproeven), c²-en F-test op populatievarianties, goodness-of-fit testen (c²-test en Kolmogorov-Smirnov), z-test op proporties, c²-onafhankelijkheidstest
      • voert de statistische gegevensanalyse uit met Excel
      • leest en interpreteert  de output van statistische software


      Periode 5:

      • doet een kritische analyse van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek): werkt evidence based.
      • wekt mee aan een epidemiologische studie.
      • past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens geranschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds
      • beschrijft de toestand van een groep (ziek-gezond) met gepaste frequentiematen: berekent prevalentie- en incidentiecijfers
      •  interpreteert deze frequentiematen
      • kent verschillende types epidemiologische studies, berekent en interpreteert de bijhorende associatiematen OR, RR, AR, PAR
      • gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken met Se, Sp, voorspellingswaarden, ROC-curve, kappa-waarde
      • interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek.  
      • gebruikt kansrekenen  om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken: lodscore.
      • gebruikt kansrekenen bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen: regel van Bayes en stambomen.

      Periode 6:
      • verzamelt gericht gegevens: stelt een statistisch proefschema op in functie van de onderzoeksvragen, voert de bijhorende gegevensanalyes uit en interpreteert het resultaat.
      • berekent de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) en interpreteert het resultaat.
      • berekent de lineariteitstesten en interpreteert de resultaat.
      • berekent factoriële proefschema’s en interpeteert de resultaten.
      • voert robuustheidstesten uit en interpeteert de resultaten.
      • voert alle statistische gegevensanalyses uit met Excel.
      • leest en interpreteert de output van statistische software.
      LEERINHOUDEN

      Periode 4

      • hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type I I fouten
      • hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling):  t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
      • de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdel ing; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling
      • link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LO D

      Periode 5:

      • Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).

      • Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).

      • methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde

      Periode 6:

      • Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
      • lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte
      • variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
      • variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23- proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)

      STUDIEMATERIAAL
      • hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer  – Plantijn Hogeschool 2010-2011
      • “formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2&3BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool  2010-2011
      • rekenmachine
      • wetenschappelijke artikels

      aanvullend in de bib:

      • ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)

      • ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)

      • ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) 

      •   ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)

      • ‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      44

       lesuren

        48,35

      practicum en oefeningen:

      0

       lesuren

        00,00

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      41

       klokuren

        45,05

      Verdere toelichting:
      • hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet. 
      • de nadruk ligt op begrijpen en i nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
      • zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
      • andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do or lector (e-mail)

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      • na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd: in periode 4 is de toets deel van de projectoets, in periode 5&6 gaat deze toets door tijdens de laaste les van deze periode
      • open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
      • gebruik van een rekenmachine is toegelaten
      • samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
      • in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
      • studenten die ongewettigd afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel)
      • studenten die afwezig zijn tijdens de toets van periode 4 kunnen een inhaalexamen aanvragen (projecttoets)
      • studenten die afwezig zijn op een toets tijdens de lesweken volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER: bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student A op de deeltoets (en dus A op het opleidingsonderdeel), bij een gewettigde afwezigheid contacteert de student de lector over de mogelijkheid tot inhalen (student haalt 0 op de deeltoets indien hij deze mogelijkheid niet benut)
      • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

        - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

        - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

           - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

           - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

           - niet uitvoeren van individuele taken

           - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


      tijd voor examinering
      uren
      6

      %
       
       06,59

      Tweede examenperiode
      één toets (maximaal 4cu) over de volledige cursus