2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Biomoleculen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20147 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
Periode 4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
41 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
74,62 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Van Cleemput Marjan
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Organische verbindingen nemen een belangrijke rol in in ons leven. De cursus biomoleculen geeft een overzicht van de belangrijkste chemische verbindingen die bijdragen tot de structuur van de organismen en hun stofwisselingsprocessen. De eigenschappen van deze biomoleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties. Deze cursus vormt een basis voor het begrijpen van humane biochemische wetenschappen, zoals immunologie, genetica, en farmaceutische wetenschappen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
- BL104 Gaat constructief om met kritiek
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Kent de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste (bio)moleculen:
|
|
LEERINHOUDEN
|
Koolhydraten - Indeling en nomenclatuur van de koolhydraten - Hayworth projectie en Fisher projectie - Mono- en disachariden - Stereochemie van sachariden - Aldosen - Ketosen - Desoxysuikers - Aminosuikers - Glycosiden - Glycosaminen Cyclische structuur van monosachariden - Pyraan - Furaan - Glucofuranose - Glucopyranose - Anomeren Eigenschappen van monosachariden - Mutarotatie - Reductie en oxidatie van suikers - Isomerisatie Disachariden: - Soorten bindingen - Maltose - Cellobiose - Lactose - Saccharose - Disacchariden met aminosuikers Polysachariden: - Cellulose - Zetmeel (amylase, amylopectine) - Inuline - Hyaluronzuur - Pectine - Glycogeen - Heparine - Pectinezuur - Agar Lipiden Structuurelementen: - cis-trans - verzadigde en onverzadigde verbindingen - meervoudig onverzadigde verbindingen, geconjugeerde bindingen - hydrofoob/hydrofiel gedeelte Structuur belangrijkste elementen: - wassen - vetten - oliën - glyceriden - fosfolipiden - sfingolipiden - sulfolipiden - aminolipiden - glycolipiden - prostaglandines - terpenen, terpenoiden, cartenoiden - sterioden - stereochemie: cis en transbindingen in cyclische structuren en steroïden - biomembranen - lipoproteïne (chylomicronen, HDL, LDL) Belangrijkste reacties van lipiden: - oxidatie van oliën en vetten - hydrolyse - kengetallen van oliën en vetten: joodadditiegetal, zuurgetal,verzepingsgetal en estergetal. Heterocyclische en aromatische verbindingen - aromaticiteit - structuur en voorkomen van enkele belangrijke aromatische moleculen (benzeen, fenyl, fenolen, anilinen) - congeneren (PCB’s, Dioxines) - structuur en voorkomen van enkele belangrijke heterocyclische moleculen (pyrool, furaan, thiofeen, imidazool, pyridine, pyrimidine, purinebasen en pyrimidinebasen) - profirinesysteem, heem Nucleotiden en nucleïnezuren - Nucleosiden - Nucleotiden - Nucleïnezuren - DNA (Primaire structuur, Secundaire structuur, H-bruggen) - RNA - Fosfaatesters (structuur, hydrolyse) - NADH, NADPH - ATP, DMP, AMP, cAMP - Basisreacties van ATP en NADH/NADPH Vitaminen - Naamgeving - Indeling - Stabiliteit - Inname - Biochemische aspecten
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijk studiemateriaal:
- cursus P. Vandevelde ‘Bio-organische chemie’
- e-campus voor presentaties
- Molecuulmodellen
Aanbevolen studiemateriaal:
- ‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
- 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
- ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
- ‘Biochemistry’, Garrett, R.,H., Grisham, C. M., Brooks/Cole-Thomsom Learning, 2005, ISBN 0-534-41020-0
- voor lipiden: http://www.lipidlibrary.co.uk/
- Mindmaps
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
26,32
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
55
|
klokuren
|
72,37
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 4-3: Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen. Zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 4-3: Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen. Zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
|
| |
|