ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Project: Prenataal onderzoek
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 20152
Academiejaar: 2010-2011
Type: kernondersteunend
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 38
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van de Velde Brigitte


 

KORTE OMSCHRIJVING
Het aansluitend project in deze periode handelt over “Prenatale diagnostiek”. Aan de hand van dit onderwerp zullen de studenten ook vertrouwd geraken met de technologie van immunodetectie.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
  • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
  • BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
  • BL105 Leert uit zijn fouten
  • BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
  • BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
  • BL115 Verwittigt bij afwezigheden
  • BL116 Respecteert deadlines/afspraken
  • BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
  • BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
  • BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
  • BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
  • BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
  • BL123 Respecteert de eigenheid van anderen
  • BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
  • BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
  • BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
  • BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
  • BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
  • BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
  • BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
  • BL234 Evalueert resulaten kritisch
  • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
  • BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
  • BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
  • BL243 Vangt onverwachte wendingen op
  • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
  • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
  • BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
  • BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
  • BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
  • BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
  • BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
Beroepsspecifieke competenties
  • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
  • BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
  • BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
  • BL366 Heeft inzicht in eenvoudige wetenschappelijke onderzoekstechnologieën

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • denkt vakoverschrijdend: de domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod
    • heeft inzicht in het prenatale onderzoek via literatuurstudie, labwerk en de reeds aangereikte leerstof
    • maakt gebruik de basisprincipes van immuuundetectie om een probleem op te lossen
    • voert een opgegeven ELISA bepaling volledig correct  uit en interpreteert de resultaten
    • optimaliseert een ELISA tot op zekere hoogte en voert hierbij  basisstatistische bewerkingen uit.
    • hanteert correct de commerciële kits
    • maakt een totaalprofiel van de patiënt

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Geslaagd op alle onderdelen van het eerste jaar


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Deelname van alle OO van P4 en P5 


Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
Opdracht 1: De studenten wordt gevraagd om via een zelfstudiepakket op computer theoretisch het principe van ELISA te begrijpen. Deze opdracht wordt afgesloten met enkele theoretische vragen. Deze opgeloste vragenlijst wordt aan de VUP’s gegeven voor de start van de volgende opdracht.
Opdracht 2: De VUP's leren de studenten de praktische uitvoering van een ELISA aan. Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
Opdracht 3: De studenten wordt gevraagdeenzoekopdracht uit te voeren
Opdracht 4: De studenten voeren een experimenteel ELISA-protocol uit. Elke projectgroep krijgt dezelfde experimentele ELISA. Hierbij worden enkele opdrachten gegeven.

STUDIEMATERIAAL

Projecthandleiding met  de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond.

Elekt ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten op E-campus

Patiëntenstalen

Commerciële kits + handleidingen hierbij

Internetsearch en bib-bezoek

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

4

 lesuren

  05,00

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  15,00

vormen van groepsleren:

20

 lesuren

  25,00

studietijd buiten contacturen:

42

 klokuren

  52,50

Verdere toelichting:

 


EVALUATIE

Eerste examenperiode


Berekening van het cijfer voor het project:
 
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de VUP's en tutors van het project op basis van de op de verschillende beoordelingsaspecten verworven punten
- de punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld volgens onderstaande verdeling: 

   A: groepsproces: projectmap, tutoren, reflectievergadering           25 %

   B: groepsprodukt: evaluatie door VUP's van P5                           25 %

   C: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment                    25 % 

   D: schriftelijk examen op het einde vd projectweek                       25%
-       het eindcijfer kan aangepast worden volgens volgende criteria:
   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
   - afwezigheid tijdens de praktijksessies, vergaderingen, inleidingsles en projectvoorstelling
   - niet uitvoeren van individuele taken
   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
-       Minimum voorwaarden om te slagen:
-       Geslaagd zijn op minstens 3 van de 4 beoordelingsaspecten
-       Op elk beoordelingsniveau een score > 7/20
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,50

Tweede examenperiode

enkel D kan hernomen worden : schriftelijk  examen                          25%

de verworven punten van A en B  1° examenperiode blijven behouden ( 75%)

de voorwaarden voor de berekening van het projectcijfer van de eerste examenperiode blijven gelden