ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Chemie - 1CH - Onderdelen - Gedrag van gassen en vloeistoffen
  

Component behoort tot O.O.: Gassen en vloeistoffen
Afstudeerrichting: CH:Chemie
Code: 10073
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 1
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 60
Totaal aantal contacturen: 38
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Nachtegaele Hubert
Spanoghe Mark
Van den Bossche Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
De gaswetten en een beschrijving van dampspanning van zuivere vloeistoffen worden deels experimenteel, deels vanuit de theorie behandeld.  Via toestandsdiagrammen en andere grafische voorstellingen van deze wetten gaan we naar het interpreteren van eenvoudige fasediagrammen.  Dit vormt de basis en achtergrond bij chemische scheidingstechnieken die later in de opleiding bestudeerd worden. De eerste theorielessen omtrent dat onderwerp worden in een "lab-jasje" verpakt, wat toelaat om gelijktijdig  met de behandeling van deze theorie ook een boel labvaardigheden aan te leren (gebruik van praktijkjournaal,  gebruik van Excel bij verwerking van metingen, elementaire risicoanalyse...). Tijdens het practicum worden zowel elementaire opdrachten uitgevoerd om algemene labvaardigheden te verwerven, als enkele meer gevorderde opdrachten ter illustratie bij gaswetten, dampspanning en fasediagrammen.
Kennis en vaardigheden die tijdens de practica verworven worden wegen op het schriftelijk examen even zwaar door als theorie die via de hoorcolleges aangebracht wordt.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
    • CH240 zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op hun werkomgeving en in hun labjournaal
    • CH244 bereidt taken systematisch voor
    • CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
    • CH258 schat veiligheidsrisico's in, zoekt de relevante info op en past ze zinvol toe
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • maakt onderscheid tussen gassen en dampen
      • leest de toestand van een unair systeem af op een toestandsdiagram
      • voorspelt het verloop van een eenvoudige destillatie op basis van de kooklus
      • berekent de druk in een gas met behulp van de ideale gaswet en de druk in een verzadigde damp met behulp van de formule van Clausius–Clapeyron
      • berekent het kookpunt van een vloeistof bij willekeurige druk met behulp van de formule van Clausius–Clapeyron
      • berekent de dichtheid van een gas (bij willekeurige temperatuur en druk) met behulp van de ideale gaswet
      • gebruikt de formules voor vriespuntverlaging / kookpuntsverhoging / dampspanning–verandering indien deze van toepassing zijn op oplossingen van niet vluchtige stoffen bij lage concentraties.
      • schetst een stol- of smeltcurve voor een eenvoudig binaire systeem vertrekkend van het fasediagram
      • duidt nul–variante punten aan op een binair fasediagram met behulp van de faseregel van Gibbs
      • bereidt de uitvoering van een praktische opdracht voor in het labschrift
      • geeft metingen en resultaten weer met een eerlijk en verantwoord aantal beduidende cijfers
      • schat de nauwkeurigheid van eenvoudige metingen correct in vertrekkend van de algemene definitie van absolute fout (AF) en relatieve fout (RF).
      • berekent –indien gevraagd- de nauwkeurigheid (AF / RF) van berekende resultaten vertrekkend van de AF op de gegevens
      • berekent uit reeksen statistisch gespreide metingen het gemiddelde EN de statistische fout op dat gemiddelde volgens de instructies uit de statistiek
      • vermeldt steeds de eenheden bij alle resultaten
      • gebruikt een elektronisch rekenblad (Excel) voor berekeningen wanneer dit de betrouwbaarheid en/of de efficiëntie ten goede komt
      • stelt XY–grafieken op strikt volgens de daarvoor geldende regels
      • noteert bij lab–activiteiten alle relevante informatie en waarnemingen op de voorgeschreven manier in een reglementair labschrift
      • leest op een correcte manier meettoestellen af die voorzien zijn van een nonius of schroefmaat
      • meet dichtheid van vloeistoffen en vaste stoffen volgens de voorgeschreven procedure
      • gebruikt een elektronische conductometer volgens de geldende voorschriften
      • gebruikt een elektronische thermometer volgens de geldende voorschriften
      • vergelijkt resultaten van zelf uitgevoerde metingen en berekeningen met literatuurwaarden om de eigen resultaten te controleren op hun realiteitswaarde
      LEERINHOUDEN
      Hoorcolleges:
      Tijdens de hoor- en werkcolleges van dit opleidingsonderdeel krijgen de studenten een korte inleiding bij het gebruik van het labschrift en enige uitleg over verwerking van meetresultaten. Deze vaardigheden worden daarna uitgediept tijdens de practica.
      Het grootste deel van de hoorcolleges wordt besteed aan fysische achtergrond van het destillatieproces en bij het interpreteren van eenvoudige toestandsdiagrammen.
      Daarbij komen aan bod:
      • Gaswet, dampspanning, Clausius–Clapeyron
      • Opstellen van een kooklus
      • dampspanningverlaging, kookpuntsverhoging, vriespuntsverlaging bij verdunde oplossingen
      • Toestandsdiagram en isothermen (unair)
      • bespreking van eenvoudige binaire fasendiagrammen
      • de fasenregel van Gibbs en eutectisch punt
      practica, in groep:
      • Opmeten van een dampspanningslijn en van een kooklus
      practica, individueel:
      • nauwkeurigheid van metingen (AF/PF) en van berekende resultaten (vereenvoudigde foutenpropagatie)
      • nauwkeurigheid van uit tabellen afgelezen waarden
      • nauwkeurigheid van met functies berekende waarden
      • afrondingsregels en regels voor beduidende cijfers
      • elementaire statistische verwerking van meetresultaten (gemiddelde en statistische fout, juistheid, precisie)
      • gebruik van praktijkjournaal/labschrift
      • opmaak van tabellen en grafieken
      • elementaire fysische metingen
      • meten van luchtvochtigheid
      • meten van conductiviteit

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus “Gedrag van gassen en vloeistoffen” – auteur: Hubert Nachtegaele – Plantijn Hogeschool 2010
      • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijn Hogeschool 2010
      • Brochure “Veiligheid en kwaliteit”
      • E-learning-oefeningen ( http://srv755/COO op e–campus)
      • EDU-mappen op e-campus waarop alle documenten te vinden zijn (PR-opdrachten, oefeningen, extra illustraties, presentaties, …).
      • Uitgeschreven lab-opdrachten die door de studenten buiten het lab voorbereid moeten worden en uitgevoerd moeten worden in het lab fysica:
        • 1-1: Conductiviteit meten
        • 1-2: Elementaire metingen en (statistische) verwerking van metingen ; controle van een pipet
        • 1-3: Vochtigheid van lucht meten
        • 1-4: Controle van de gaswet van Boyle–Mariotte
        • 1-5: Dichtheid meten
      Opdrachten 1-1 tot 1-5 komen in een rotatiesysteem. De studenten krijgen 2 weken voor het begin van de periode de planning daarvan (wie welke week welke opdracht moet uitvoeren). De teksten voor deze opdrachten zijn beschikbaar via e-campus.

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      18

       lesuren

        20,93

      practicum en oefeningen:

      18

       lesuren

        20,93

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      48

       klokuren

        55,81

      Verdere toelichting:

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      a) Permanente evaluatie tijdens de practica (10% tot 20% van de punten)
      • Permanente evaluatie van lab-opdrachten
      • Controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht.
      • Controle op het correct gebruik van het labschrift
      • Controle op het gebruik van het zelfstudiemateriaal (i.h.b. de e-learning–oefeningen)
      • Afwezigheden:
        • Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief
        • Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
        • Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

      b) Integratieve toets voor het hele opleidingsonderdeel (alle componenten samen)
      • Er is slechts één toets voor het hele opleidingsonderdeel. Geen afzonderlijke toetsen per component.
      • Enkele vragen zijn integratief: Dat wil zeggen dat ze betrekking hebben op meer dan één component van dit opleidingsonderdeel.
      • Deze integratieve toets behandelt in gelijke mate (elk 40% tot 60 % van de punten) ...
        • de tijdens de hoorcolleges behandelde leerstof en oefeningen
        • de tijdens de practica te verwerven kennis en vaardigheden
      • Oefeningen en vaardigheden die eveneens aan bod komen in de e-learning oefeningen krijgen extra aandacht in de integratieve toets.
      • Op de integratieve toets moet gewerkt kunnen worden met alle formules die tijdens dit opleidingsonderdeel aan bod gekomen zijn, ook als die geen basiskennis zijn voor de hierop aansluitende opleidingsonderdelen.

      c) Totaal, eindbeoordeling
      • De integratieve toets wordt verbeterd door de hele lectorengroep van het opleidingsonderdeel.
      • De lectoren kennen een deel van de punten toe evenredig met het aantal sbu's. De totale beoordeling kan echter aangepast worden op basis van volgende criteria:
        • niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
        • afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
        • niet uitvoeren van individuele taken
        • niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,33

      Tweede examenperiode

      De integratieve toets wordt hernomen.

      Lab:

      de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.