2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Project: het ferment en de fermentor |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
CH:Chemie |
Code: |
20033 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
Periode 5 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
3 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
deel 2 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Soetaert Anneleen Van Eyken Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het gebruik van micro-organismen voor tal van doeleinden is zo oud als de straat.
Al in de oudheid maakte men gebruik van het enzymarsenaal van deze cellen. Men wist dan nog niet waarover het ging, maar men bereidde bier, brood, wijn, kaas en zo meer.
Wat er gebeurde was het gevolg van enzymaktie. De oude benaming voor enzym is immers “ferment”.
Dank zij de groeikarakteristieken van micro-organismen (bacteriën vaak) kan men zeer elegant bij energetisch lage temperaturen stoffen produceren met sterk commerciële waarde.
De reactor, waarin men de organismen vertroetelt, noemt men de fermentor. Elk nieuw fermentatieproces start met een voorbereidingsfase, waarin de reactieomstandigheden zorgvuldig gekozen worden. De mate waarin micro-organismen groeien, wordt bepaald door omgevingsfactoren. Bij het ontwerp van een fermentor of reactievat, wordt er steeds veel tijd besteed aan het ontwerp hiervan. Dit ontwerp gebeurt steeds op kleine schaal, een erlenmeyer proefmodel, na optimalisatie kan men het proces opschalen (upscaling). In een grootschalig proces kan de inhoud van een fermentor zelfs 105 liter overschrijden.
Het ferment dat men wil bekomen, wordt ofwel door het microorganisme aangemaakt. Zoniet moet het microorganisme genetisch gemanipuleerd worden. Dit gebeurt doorgaans door het inbrengen van een plasmide.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
- CH103 zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
- CH109 blijft planmatig werken onder stress
- CH113 steekt spontaan "een tandje bij", bij verhoogde werkdruk
- CH115 handelt volgens de geldende milieunormen
- CH118 respecteert deadlines/afspraken
- CH120 deelt spontaan de informatie/gegevens met anderen
- CH121 sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
- CH122 houdt rekening met inbreng van andere afdelingen/collega's
- CH123 neemt taken tot zich die heel de groep tot nut zijn
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH230 benoemt de kern van het probleem
- CH232 structureert informatie op een overzichtelijke manier
- CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
- CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
- CH245 organiseert het werk in een efficiënte planning
- CH251 algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
- CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
- CH255 schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
- CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- CH257 handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en veiligheid"
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH376 bevordert het resultaatgericht werken van een groep medewerkers
- CH377 bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid
- CH379 neemt beslissingen
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Ontwikkelt denk- en redeneervaardigheid 2. Verwerft en verwerkt informatie 3. Reflecteert kritisch en werkt projectmatig 4. Voert eenvoudige leidinggevende taken uit 5. Ontwikkelt creativiteit 6. Communiceert informatie, ideeën, problemen en oplossingen 7. Werkt in team 8. Is vertrouwd met de handelingen en werkwijzen eigen aan microbiologie/genetische transformatie 9. Is zich bewust van de toepassingsmogelijkheden en limitaties van de fermentatietechnologie 10. Ontwikkelt en voert uit van eenvoudige fermentatie experimenten 11. Analyseert en interpreteerd data correct 12. Functioneert in een multidisciplinair team 13. Identificeert, formuleert en lost praktische problemen op. 14. Voert onderzoek- en opzoekingswerk uit en communiceert hierover 15. Presenteert resultaten en conclusies via een ppt en vermeldt de referentiebronnen correct en traceerbaar
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Microbiologie
- Enzymologie en reactoren
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Opstellen van een groeicurve van E.coli via directe en indirecte telling en bepaling van de generatietijd. (gespreid over 3 dagen).
- Transformatie experiment : transformatie van het Groen fluorecent proteïne. (gespreid over 3 dagen).
- Algemene zoekopdracht rond plasmiden en transformatie met een theoretische vergelijking van 2 transformatie experimenten
- Op het einde van het project moet de projectgroep zijn resultaten duidelijk presenteren.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Projecthandleiding met werkinstructies voor de labo-opdrachten, denkvragen over de practica, aanbevolen informatiebronnen, eventuele zelfstudiepakketten.
- e-campus voor presentaties 'projectvoorstellingen', externe links, elektronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en de presentatie, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
- Syllabus communicatieve vaardigheden.
- Cursus 'noteren en verslaggeving'.
- internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
96,30
|
Verdere toelichting:
Groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
Berekening van het cijfer voor het project:
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de VUP's en tutors van het project op basis van de op de verschillende beoordelingsaspecten verworven punten - de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld volgens onderstaande verdeling: A: groepsproces: projectmap, tutoren, reflectievergadering 25 % B: groepsprodukt: evaluatie door VUP's van P5 25 % C: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment 25 % D: schriftelijk examen op het einde vd projectweek 25% - het eindcijfer kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de praktijksessies, vergaderingen, inleidingsles en projectvoorstelling - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
- Minimum voorwaarden om te slagen:
- Geslaagd zijn op minstens 3 van de 4 beoordelingsaspecten - Op elk beoordelingsniveau een score > 7/20
- In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De toets wordt hernomen, de andere punten worden overgedragen.
|
|
| |
|