3 Chemie - 3BI - Onderdelen - Toegepaste statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Onderzoekstechnieken |
Afstudeerrichting: |
CH:Chemie |
Code: |
30179 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
Periode 7 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
16 |
Totaal studietijd: |
42,12 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, procesoptimalisatie) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH231 onderscheidt hoofd- en bijzaken
- CH234 schat de mogelijkheden en/of beperkingen van de werkmethoden correct in
- CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
- CH236 evalueert resultaten kritisch
- CH249 controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
- CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kiest voor een probleem de meest geschikte statistische techniek en voert deze techniek concreet uit: stelt een proefopzet op, voert de nodige experimenten uit, verwerkt de meetresultaten en interpreteert het resultaat.
voert een methodevalidatie uit: stelt een proefschema op in functie van de validatieparameters, voert de nodige experimenten uit, berekent de validatieparameters en interpreteert van het resultaat.
zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels)
werkt mee het opstellen van een kwaliteitshandboek en SOP’s
kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteertde rapportering.
kent de basisprincipes van kwaliteitszorg.
leest en interpreteert informatie (wetenschappelijke artikels, validatierapporten) met bekende en onbekende statistische technieken
|
|
LEERINHOUDEN
|
1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid) b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma (met procescapabiliteit), AQL c. controlekaarten (met leesregels) 2. externe QC (interlab) a. Youdenplot b. zaagtandplot c. PomPlot
|
STUDIEMATERIAAL
|
- hoofdstukken 16 tem 19 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2010-2011
- “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de&3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2010-2011
- rekenmachine
- wetenschappelijke artikels
- aanvullend in de bib:
- ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000
- ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
29,79
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
65,96
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld
- zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel).
- feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- integratieve toets
- open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1CH, 2&3CH) en bevat geen opgeloste oefeningen
- gebruik van een rekenmachine is toegelaten
- samenstelling van de vragen:
- hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities)
- minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|