ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Merkenkennis
  

Component behoort tot O.O.: Voedingsmiddelentechnologie
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 10145
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Periode 3
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 34
Totaal aantal contacturen: 29
Totaal studietijd: 61,88
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Hertogen Marina
Van Rompaey Karen
Vanherle Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Het is de bedoeling van ‘De actieve voedingsdriehoek’ om minder (verzadigde) vetten en suikers te consumeren, meer vezels te gebruiken en aandacht te hebben voor bepaalde voedingsstoffen. Om meer duidelijkheid te krijgen over welke voedingsmiddelen thuis horen in welke voedingsmiddelengroep kan men gebruik maken van criteria opgesteld per groep van de ‘De actieve voedingsdriehoek’. In deze praktijksessie wordt geoefend op de kennis omtrent merken van bepaalde producten in twee richtingen: van voedingsmiddelen leert men merken opsommen, en van bepaalde merken leert men de nutritionele kwaliteit en de plaats in de actieve voedingsdriehoek inschatten


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
  • VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
Algemene beroepsgerichte competenties
    Beroepsspecifieke competenties
    • VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
    • VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • benadert doelstellingen en uitgangspunten van criteria om voedingsmiddelen in te delen wetenschappelijk 
    • benoemt de criteria van de verschillende groepen in ‘De actieve voedingsdriehoek’
    • deelt voedingsmiddelen in volgens de groepen van de actieve voedingsdriehoek, en dit telkens als kies bij voorkeur, kies als middenweg, restgroep
    • beoordeelt voedingsmiddelen van de verschillende merken op basis van deze criteria, en vergelijkt deze merken onderling 
    • somt producten op van de verschillende groepen van de actieve voedingsmiddelendriehoek (en merken) uit de voorkeurs-, middenweg en restgroep
    • geeft voedingsmiddelen die in de restgroep vallen toch een beoordeling volgens 'betere keuze' en 'slechte keuze'
    • stelt een didactische voedingsmiddelenmap samen volgens bovenstaande criteria
    • analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van het etiket bv. met betrekking tot toegevoegde suikers
    • analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van elders opgedane kennis, bv. uit andere vakken, warenhuisoefening,...
    • gebruikt de 'didactische voedingswinkel' op school voor opzoekwerk gedurende de volledige opleiding
    LEERINHOUDEN
    • criteria benoemen van de verschillende voedingsmiddelengroepen.
    • merkenanalyse van voedingsmiddelen in de didactische voedingswinkel.
    • merkenanalyse in warenhuis.
    • samenstellen van didactische voedingsmiddelenmap.
    • opdrachten: zelfstandig nadenken rond criteria i.v.m.restgroep, studie van producten Alpro, Becel, Vitelma en een opdracht omtrent toegevoegde suikers in een bepaalde categorie voedingsmiddelen. Eventueel worden de opdrachten gewijzigd.
    • integratieve opdracht (IO) Periode 3: zie opgave (o.a. variatielijsten aanmaken)
      .

    STUDIEMATERIAAL
    • cursus: Merkenkennis – auteur Hertogen Marina,Vanherle Koen en Van Rompay Karen  Plantijn Hogeschool – 20010-2011 en bijhorende opdrachten
    • De actieve voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids, VIGeZ,  2008
    • De winkeloefening (VIGeZ 2010)
    • Plantijn Kennislijn en Plantijn Richtlijn 
    • Handboek gezondheidspromotie. Evenwichtig eten en gezond bewegen. VIG. LannooCampus. ISBN 9789020973297, 2007
    • Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009), 2009
    • tijdschriften uit de bibliotheek.
    • voedingsmiddelenreclame uit folders, tijdschriften, productfiches firma’s, e.d..
    • didactische voedingswinkel (school).
    • warenhuisbezoek.
    • Internetbronnen.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    6

     lesuren

      07,59

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      10,13

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    50

     klokuren

      63,29

    Verdere toelichting:
    • verplichte werkcolleges met oefeningen.
    • verplichte praktijksessies: op het einde van de praktijksessie worden de opdrachten ingeleverd ter evaluatie
    • aan de hand van opdrachten wordt de theorie onmiddellijk in de praktijk omgezet.
    • oefeningen worden thuis verder afgewerkt.
    • klassikale remediëring van en afspraken inzake de opdrachten

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
      • alle werkcolleges en praktijksessies zijn verplicht met evaluatie van opdrachten
      • Puntenverdeling: 85% op INT, 15% op opdrachten waarvan
        - 1/3de op de didactische voedingsmiddelenmap
        - 1/3de op de opgave merkenkennis (o.a. variatielijsten…) uit de “Integratieve Opdracht (IO) Periode 3”
        1/3de op de deelopdrachten vanuit merkenkennis en vanuit VMT en warenwetgeving

        De inhoud van alle opdrachten is leerstof voor de INT.
      • Integratieve toets INT3-3 (telt mee voor 85% van het eindresultaat):
        schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen (voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving peilen eerder naar kennis en inzicht;  merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing).
        De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden maken integraal deel uit van deze toets.
      • De toets bestaat o.a. uit open vragen (bespreek…) en gesloten vragen (matchvragen, waar/onwaar, som voorbeelden op…). De student moet vanuit technologisch inzicht (grondstoffen, bewerking en verwerking, samenstelling,…) en kennis van de warenwetgeving  in staat zijn om de nutritionele kwaliteit van voedingsmiddelen en bepaalde merken te voorspellen en beoordelen.
    • Afwezigheden:

    Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief

     

    Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.

    Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

     

    • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

     

    - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

       - niet uitvoeren van individuele taken

       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

      Een eindtotaal < 10/20 wordt in principe niet naar boven afgerond


    tijd voor examinering
    uren
    1.5

    %
     
     18,99

    Tweede examenperiode

    Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.

    Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie eerste zittijd