ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Dieetleer (periode 6)
  

Component behoort tot O.O.: Algemene diëtetiek
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20114
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 6
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 44
Totaal aantal contacturen: 55
Totaal studietijd: 114,4
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adam Marleen
Van Laer Sofie


 

KORTE OMSCHRIJVING

Dit onderdeel van dieetleer bestudeert de voedingsaanpassingen welke noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen van het maag - darmstelstel. Het MCT- dieet , het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet , het energie - verrijkt dieet worden eveneens besproken.

Wanneer zuigelingen en kinderen ziek zijn, hebben zij vaak behoefte aan een specifiek aangepaste voeding, een 'dieet op kinderformaat'.  We bespreken de frequenste diëten bij zuigeling en kind.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD119 Stelt de cliënt centraal.
  • VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
  • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
  • VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • kent de voedingsaanpassingen, die genomen dienen te worden bij de belangrijkste aandoeningen van het maag- darmstelsel
    • kent het MCT - dieet, het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet, energieverrijkt dieet
    • kent de voedingsaanpassingen, die genomen dienen te worden bij diverse aandoeningen op kinderleeftijd
    • kent de dieetproducten die aangewend kunnen worden bij bovengenoemde voedingsaanpassingen
    • leest en interpreteert een patiëntendossier (met betrekking op de geziene leerstof in deze periode d.w.z. aandoeningen van het spijsverteringsstelsel en aandoeningen bij zuigeling en kind)
    • lost een patiëntendossier (met betrekking op de geziene leerstof in deze periode d.w.z. aandoeningen van het spijsverteringsstelsel en aandoeningen bij zuigeling en kind) op volgens specifieke richtlijnen
    • haalt ernstige dieetfouten uit het voedingspatroon van een patiënt (met een aandoening besproken in deze periode) en biedt hiervoor een alternatief aan dat beantwoord aan de specifieke dieeteisen
    • stelt een geïndividualiseerd en persoonlijk dieetadvies op, berekent dit advies en schrijft dit uit
    • past een recept, menu en / of weekschema aan enerzijds de dieeteisen die worden gesteld bij tal van aandoeningen van het maag - darmstelsel en anderzijds de dieeteisen die worden gesteld bij aandoeningen bij kinderen
    • bekijkt dieetproducten, welke bij bovengenoemde aandoeningen aangewend kunnen worden, kritisch
    • interpreteert artikels kritisch
LEERINHOUDEN
  • de voedingsaanpassingen die noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen van het maag  - darmstelstel worden besproken en ingeoefend zoals voeding bij kauw- en slikproblemen, voeding bij gastro - oesofagale reflux, voeding bij maagproblematiek, voeding bij constipatie en diarree, voeding bij chronische dunne darmaandoeningen (coëliakie, ziekte van Crohn), voeding bij aandoeningen van het colon (colitis ulcerosa, prikkelbare darmsyndroom, diverticulosis coli en diverticulitis), voeding bij darmresectie en short bowel syndroom, voeding bij darmstoma, voeding bij leveraandoeningen.  Het MCT - dieet, het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet, het energieverrijkt dieet worden eveneens besproken.
  • dieetleer van zuigeling en kind:
      • voedingsstoornissen bij kinderen met o.a de behandeling van acute diarree en dehydratie, peuterdiarre, constipatie en encopresis
      • gastro - oesofagale reflux, regurgitatie en braken
      • overgewicht bij kinderenn
      • diabetes mellitus bij kinderen

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus 'Dieetleer van de volwassene' - auteur: Adam Marleen - Plantijn Hogeschool 2010 - 2011
  • Cursus 'Dieetleer van zuigeling en kind'' - auteur: Adam Marleen - Plantijn Hogeschool 2010 - 2011
  • Voedingsingrediënten : een stand van zaken, A. Vandamme & Katelijne Struben, ISBN 90-209-6697-9
  • Voeding & gezondheid: een overzicht van functionele componenten in levensmiddellen en van de relatie voeding en gezondheid, J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer, ISBN 90-209-6600-6 
  • Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009
  • Nederlands voedingsstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006.
  • Brochure 'Voedingsaanbevelingen voor België', Hoge Gezondheidsraad, 2009
  • 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994-06-4, 2005
  • Plantijn richtlijn en kennislijn
  • Bins voedingsberekeningsprogramma
  • Tijdschriften uit de bibliotheek
  • didactische voedingswinkel
  • Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, Jochems & Joosten, Elsevier, ISBN 90-6228-322-5
  • Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie 2010
  • Eenvoudige rekenmachine

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

34

 lesuren

  27,64

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

17

 lesuren

  13,82

studietijd buiten contacturen:

68

 klokuren

  55,28

Verdere toelichting:
Werkcolleges met verplichte aanwezigheid: theorie, oefeningen en leergesprekken.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Integratieve toets  INT6-4 (100 %), schriftelijke toets in de examenweek met kennisvragen & praktische toepassingen van de theorie (oefeningen).als hulpmiddel Plantijn richtlijn toegelaten.  Op het examen kan de Plantijn Kennislijn bevraagd worden.  Op het examen kunnen vragen gesteld worden over voeding bij diabetes mellitus, zoals gezien in periode 5.
  • Evaluatiecriteria: correctheid van de antwoorden en berekeningen, volledigheid van de argumentatie, logische opbouw van de argumentatie, duidelijke, heldere formulering van de antwoorden.  Bij de bevraging van de theoretische kennis van de diëten moet minimum 60 % correct beantwoord worden, indien niet wordt de vraag met 0 gequoteerd.
  • Studenten die afwezig zijn op INT6-4 krijgen een A als beoordeling, dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtiek.
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    • dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

  • het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

       - niet uitvoeren van individuele taken

       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


tijd voor examinering
uren
4

%
 
 03,25

Tweede examenperiode
  • De leerstof ‘dieetleer’ van periodes 5&6 wordt in één integratieve toets hernomen (100%).
  • Het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’ krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5&6) en voedingszorg (periode 5).
  • Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    • dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

  • het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

       - niet uitvoeren van individuele taken

       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties