ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voedingszorg
  

Component behoort tot O.O.: Algemene diëtetiek
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20115
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 5
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 16
Totaal aantal contacturen: 18
Totaal studietijd: 41,6
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Meeusen Marijke


 

KORTE OMSCHRIJVING

Je komt tijdens de stage en in het latere beroep in contact met zieke tot ernstig zieke en zorgafhankelijke mensen. Soms zal een dieettherapie in de ware zin niet meer baten. Het is de taak van de diëtist om hen het nodige comfort tijdens en het genot van een maaltijd aan te bieden. Je leert voedingszorgproblemen zowel op individueel als op collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd ‘nutrition care’ proces. We staan stil bij de mogelijkheden om bij zorgafhankelijke mensen de voedingsinname en het comfort van de maaltijd te bevorderen, bij verschillende vormen van maaltijdassistentie.

Je verwerft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde.

 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
  • VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
  • VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
  • VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
  • VD123 Toont betrokkenheid.
  • VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
  • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
  • VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • kent de verschillende vakgebieden integreren in een belevingsgerichte en biopsychosociaal verantwoorde voedingszorg

  • past kritisch de technieken van doelmatige maaltijdassistentie zelf toe

  • hanteert voedingszorgproblemen op individueel en collectief niveau probleemoplossend via een gefaseerd nutrition care proces (nutrition assessment – nutrition diagnosis – nutrition Intervention – nutrition monitoring & evaluation)

  • stelt relevant referentiemateriaal voor de praktijk samen, houdt dit up to date  én gebruikt dit adequaat

  • voert voor de bepaling van de voedingsstatus en de voedingsbehoeften van patiënten in algemene tot bijzondere voedingszorgsituaties de aangewezen berekeningen en antropometrische metingen uit en interpreteert diverse parameters correct

  •   geeft precies aan wat de rol is van de diëtist en andere zorgverleners in de voedingszorg en de multidisciplinaire samenwerkingsprincipes

  • houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen

LEERINHOUDEN
  • Maaltijdassistentie
  • Het voedingszorgproces: praktische toepassing op individueel en collectief niveau (casuïstiek)
  • Antropometrie in de Voedingszorg
  • Samenstelling en gebruik van referentiemateriaal
  • Multidisciplinaire samenwerking

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus
  • Casussen (thuiszorg, ROB, RVT, ziekenhuis, PVT, dagcentrum)
  • Maaltijdassistentie in beeld (ppt-presentaties, video)
  • Opdracht samenstellen van relevant referentiemateriaal voor de voedingszorg
  • Aangereikt referentiematariaal : o.a. ‘Formuleboekje  Voedingszorg’, ‘Biochemische parameters voor de diëtist’, NUBEL, Voedingsaanbevelingen Hoge GezondheidsRaad.
  • Antropometrische meetinstrumenten
  • Zakrekenmachine

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

14

 lesuren

  29,17

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

30

 klokuren

  62,50

Verdere toelichting:
  • Interactieve hoor- en werkcolleges
  • Persoonlijke voorbereidende studie van elke nieuwe les

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • integratieve toets INT5-3 (schriftelijke toets in examenweek)
  • studenten die afwezig zijn op INT5-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtiek'
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

       - niet uitvoeren van individuele taken

       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


tijd voor examinering
uren
4

%
 
 08,33

Tweede examenperiode
  • De schriftelijke toets wordt hernomen als de student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'.
  • Het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek' krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5 &6) en voedingszorg (periode 5).
  • Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

       - niet uitvoeren van individuele taken

       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties