ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - GVO
  

Component behoort tot O.O.: Projecten periode 4
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20121
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 4
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 30
Totaal aantal contacturen: 12
Totaal studietijd: 0
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ridder Inge


 

KORTE OMSCHRIJVING

Gezondheidsvoorlichting is maar één aspect van de gezondheidsbevordering maar GVO is wel meer dan een folder ontwikkelen en uitdelen. Het is een multidisciplinair planmatig vakgebied dat met name leunt op de sociale psychologie en de gezondheidspsychologie, maar ook op de epidemiologie, de communicatiewetenschappen, de sociologie en marketing.

Met deze cursus leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model). De verschillende stappen worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen. Je zal jouw kennis uit andere vakken integreren in één project. De aandacht in het GVO-project gaat voornamelijk uit naar kennis- en inzichtvermeerdering en mogelijks een attitudeverandering.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
    • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
    • VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
    • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    • VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
    • VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
    • VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
    • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
    • VD246 Toont zich resultaatgericht.
    • VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
    • VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
    • VD252 Pakt problemen praktisch aan.
    Beroepsspecifieke competenties
    • VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • de student verwerft kennis en inzicht in de gezondheidsbevordering en hij kan de GVO daarin plaatsen
    • de student verwerft kennis en inzicht in de verschillende mogelijkheden van gezondheidsbevordering. Hij/zij beseft dat GVO meer is dan een folder ontwikkelen of een voordracht geven.
    • de student krijgt kennis en inzicht in de 3 verschillende doelen (kennis-, houding- en gedragsdoel)
    • de student verwerft kennis en inzicht in begrippen uit de gezondheidsbevordering (vb gedragsdeterminanten) en kan deze verwerken in een onderzoek
    • de student krijgt kennis en inzicht  in een planmatig GVO-project
    • de student krijgt inzicht in mogelijke valkuilen van een project
    • de student kan de vereiste kennis uit andere vakken integreren in één project en kan  dit toetsen in de projectweken van periode 4(zie projectweken periode 4)
    LEERINHOUDEN
    • Gezondheidsbevordering en de plaats van GVO in het kader van de gezondheidsbevordering. Definitie van Gvo en wat zijn de verschillende werkterreinen en doelstellingen. Hoe zetten we een GVO-project op.
    • het planmatige GVO-plan en de voorlichtingsmatrix van Mc Guire
    • mogelijke valkuilen in een project en oefening GVO


    STUDIEMATERIAAL

    ·          cursus “GVO” – auteur Inge De RidderPlantijn Hogeschool

    ·          handouts van de gebruikte presentaties


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    10

     lesuren

      31,25

    practicum en oefeningen:

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    20

     klokuren

      62,50

    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • De leerstof van dit onderdeel wordt getoets in de projecttoets van periode 4. Het is een schriftelijke toets  met kennis-, inzichts,  toepassings- en casusvragen. (zie ects fiche projectweken periode 4)
    • Een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 4’
    • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

      - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

      - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

         - niet uitvoeren van individuele taken

         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


     

     


    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     06,25

    Tweede examenperiode
    • Studenten die geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project (bvb. opstellen GVO-plan, wetenschappelijke relevantie van een artikel inschatten, lezen en interpreteren van een artikel en/of onderzoek, beoordeling van een GVO-product,...) aan bod kunnen komen.
    • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

      - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

      - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

         - niet uitvoeren van individuele taken

         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties