ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Methoden en onderzoek 2
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20166
Academiejaar: 2010-2011
Type: kernondersteunend
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 4-5-6
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 42
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van Vlaslaer Veerle


 

KORTE OMSCHRIJVING

Als voedingsdeskundige/diëtist ga je problemen ‘evidence based’ aanpakken: voor een bepaald probleem (casus) ga je in de wetenschappelijke vakliteratuur op zoek naar relevante en correcte informatie (‘evidence’ staat hier voor de resultaten van wetenschappelijk onderzoek van een vergelijkbaar probleem) zodat je de oplossing van het probleem (behandeling van de casus) met wetenschappelijke correcte argumentatie kan onderbouwen.
Met de lessenreeks ‘Methoden en onderzoek’ krijg je inzicht in de statistische begrippen en technieken die je nodig hebt bij het lezen van wetenschappelijke onderzoeksartikels (nutritioneel epidemiologisch onderzoek).  Je zal bovendien ook leren om relevante artikels op te zoeken (Engelstalige vakliteratuur) en de inhoud ervan te interpreteren.
In de vierde periode gaan we dieper in op het formuleren van onderzoeksvragen, het meten van ‘voedingsgedrag’ van een bepaalde doelgroep (vragenlijsten), het beschrijven van de kenmerken van een populatie en de statistische achtergrond van diagnostiek. De cursus krijgt een duidelijke link naar GVO (gezondheidsvoorlichting en -opvoeding): de opdrachten statistiek vormen de basis van het GVO-project.
In de vijfde periode bekijken we hoe je ‘associaties’ tussen verschillende kenmerken kan aantonen en leer je statistiek gebruiken als hulpmiddel bij het valideren van meetmethoden.
In de zesde periode leer je om onderzoeksvragen op basis van een steekproef te beantwoorden: hypothesetesten. We bekijken ook de concrete toepassing van deze technieken in de vakliteratuur en je leert de statistiek van een wetenschappelijk onderzoeksartikel grondig analyseren.


 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
  • VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
  • VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
  • VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
  • VD256 Verwerkt gegevens correct.
  • VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD369 Neemt deel aan toegepast onderzoek.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

·         zoekt relevante artikels op in de wetenschappelijke vakliteratuur

·         leest, begrijpt en interpreteert de inhoud van een wetenschappelijk artikel (epidemiologisch onderzoek)

·         vertaalt de ibhoud van en wetenschappelijk artikel naar een opgegeven casus

·         formuleert onderzoeksvragen

·         stelt in functie van onderzoeksvragen een geschikte vragenlijst op

·         stelt voor een vragenlijst een codeboek en een datamatrix op

·         berekent kansen en odds

·         beschrijft de toestand van een groep met gepaste frequentiematen zoals prevalentie, incidentie, opvolgtijden, mortaliteits-en morbiditeitscijfers,…

·         interpreteert deze frequentiematen

·         berekent en interpreteert de associatiematen OR, RR, OR

·         begrijpt biologische variatie en cutoff

·         drukt de kwaliteit van een diagnose uit met Se, Sp, voorspellingswaarden

·        interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek  

·         zoekt revante artikels op in de wetenschappelijke vakliteratuur

·         leest, begrijpt, interpreteert de inhoud van een wetenschappelijk artikel (epidemiologisch onderzoek)

·         vertaalt de inhoud van een wetenschappelijk artikel in termen van een opgegeven casus of probleem

·         toont een associatie aan tussen twee gegevensreeksen: Spearman, Pearson, k -waarde, c ²-test

·        toont een causaal verband aan tussen twee gegevensreeksen: lineaire regressieanalyse

·        kent de noodzakelijke statistiek voor de validatie van meetmethoden en schriftelijke anamnesetechnieken 

  • past volgende (parametrische) hyptothesetesten toe: t-testen op populatiegemiddelde(n), c ²- en F-test op populatievariantie(s), z-testen op populatieproporties
  • interpeteert de resultaten van deze hypothesetesten kritisch
  • kiest de juiste statistische techniek bij de verwerking van de resultaten van een onderzoek (vragenlijst)
  • stelt voor een bepaalde onderzoeksvraag een onderzoek (steekproefschema) voor en toont de hypothese met de correcte techniek al of niet aan

·        leest, beoordeelt en interpreteert de onderzoeksresultaten van ‘derden’ (vakliteratuur): werkt evidence based


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
methoden en onderzoek 1
Andere begincompetenties

passieve kennis Engels


LEERINHOUDEN
  • Opzetten van een onderzoek (methodiek) en ontwikkelen van een vragenlijst als meetinstrument; opstellen van ‘codeboek’ en ‘datamatrix’ voor een onderzoek
  • Kansrekenen met gegevens gerangschikt in frequentietabellen (kans, risico, odds, prevalentie, incidentie).
  • Kansrekenen met gegevens gerangschikt in een (2×2)-frequentietabel: associatiematen (RR, AR en OR); diagnostiek (Se, Sp en PV); diagnostiek en cutoff.
  • Morbiditeits- en mortaliteitscijfers.
  • Associatie, correlatie en enkelvoudige lineaire regressie.
  • Methodevergelijking: regressie, plots, kappa-waarde, chi-kwadraat²-waarde.
  • Validatie van meetmethoden en schriftelijke voedingsanamnesetechnieken.
  • Hypothesetesten: formuleren hypothesen; hypothesetesten op µ en variantie (1 steekproef); verband met betrouwbaarheidsinterval; hypothesetesten op µ en variantie (2 steekproeven); mogelijke fouten; binomiale verdeling en z-test op proporties.
  • Lezen en interpeteren van de resultaten van statistische verwerking van ‘derden’; omgaan met ‘onbekende’ (= niet in de les geziene) statistische methoden. 

STUDIEMATERIAAL
  • hoofdstukken 5 tem 15 van de cursus ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
  • formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
  • een rekenmachine
  • wetenschappelijke artikels (EJCN, journal of human nutrition,…)
  • wetenschappelijke databanken op internet

aanvullend in de bib

  • ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) - 2000
  • ‘Nutritional epidemiology’ Walter Willett (ISBN 0195122976) - 1998

  • ‘epidemiologisch onderzoek’ Bouter en Van Dongen (ISBN 9031330981) - 2000

  • ‘enquêteren en gestructureerd interviewen’ Baarda-de Goede-Kalmijn (ISBN 902073086X) – 2000

  • ‘De vragenlijst’ Joep Brinkman (ISBN 9001166261) – 2009 (2de druk)

  • ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X) - 2001
  • ‘biostatistics (a foundation for analysis in the health sciences)’-Daniel (ISBN 0471163864)

  • ‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

36

 lesuren

  40,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

48

 klokuren

  53,33

Verdere toelichting:
  • hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het werkveld (wetenschappelijke vakliteratuur) worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet. 
  • de nadruk ligt op begrijpen en interpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
  • zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
  • groepsleren: toepassen van de statistiek tijdens de voorbereidende opdracht voor het project van periode 4 en tijdens andere groepsopdrachten
  • andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • een schriftelijke toets tijdens de laatste les (2cu) van elke periode met formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ en rekenmachine
  • studenten die afwezig zijn op deze toets volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER: bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student A op de deeltoets (en dus A op het opleidingsonderdeel), bij een gewettigde afwezigheid contacteert de student de lector over de mogelijkheid tot inhalen (student haalt 0 op de deeltoets indien hij deze mogelijkheid niet benut)
  • samenstelling vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van de berekeningen) en en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden (gegevens uit de vakliteratuur))
  • in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld

extra in periode 4: evaluatie van de opdracht ‘vragenlijst’ (per projectgroep; resultaat is deel van projectmap) (10% van het deel periode 4)
evaluatiecriteria
- inhoud en opbouw vragenlijst
- waarde van de vragenlijst als ‘meetinstrument’
- afstemming vragenlijst op onderzoeksvragen
- waarde van de reflectie en bijsturing na de pilootfase
- wetenschappelijke waarde van het opgezochte referentie-artikel

extra in periode 6: beoordeling van de opdracht 'wetenschappelijk artikel' (5% deel periode 6) - studenten die afwezig zijn tijdens de groepsopdracht rond vakliteratuur krijgen nul op de opdracht


tijd voor examinering
uren
6

%
 
 06,67

Tweede examenperiode
  • studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘methoden en onderzoek 2’ leggen één toets (4cu) over dit opleidingsonderdeel af
  • de opdrachten tellen niet opnieuw mee