ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Veldwerkproject 'voedselproductie'
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20486
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Periode 6
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 63
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Vanherle Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode.
 
De projectopdracht in deze periode omvat twee grote delen:
  • Opzetten ‘week van de gezonde voeding’ in een reële situatie (School, bejaardentehuis, …) conform de verwachtingen van de opdrachtgever (Cateraar, zelfstandige uitbater, …).
  • Een nog niet in de opleiding behandeld ziektebeeld in kaart brengen (oorzaak, gevolg, symptomen, diagnose, behandeling) en toepassen binnen het kader van de opdracht voor een casus.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
  • VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
  • VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
  • VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
  • VD105 Vraagt en geeft feedback.
  • VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
  • VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
  • VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
  • VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
  • VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
  • VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
  • VD112 Doet voorstellen voor verandering.
  • VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
  • VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
  • VD115 Streeft naar verbetering.
  • VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
  • VD117 Gaat door bij tegenslagen.
  • VD119 Stelt de cliënt centraal.
  • VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
  • VD123 Toont betrokkenheid.
  • VD124 Motiveert de cliënt.
  • VD125 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
  • VD126 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
  • VD127 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
  • VD128 Betrekt anderen bij besluitvorming.
  • VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
  • VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
  • VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
  • VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
  • VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
  • VD135 Luistert actief.
  • VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
  • VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
  • VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
  • VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
  • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
  • VD246 Toont zich resultaatgericht.
  • VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
  • VD248 Bereidt taken systematisch voor.
  • VD249 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
  • VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
  • VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
  • VD252 Pakt problemen praktisch aan.
  • VD253 Pakt problemen creatief aan.
  • VD254 Volgt op en stuurt bij.
  • VD255 Respecteert timing en afspraken.
  • VD256 Verwerkt gegevens correct.
  • VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
  • VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
  • VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
  • VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
  • VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
  • VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
  • VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.
  • VD367 Stelt een gezondheidsplan op.
  • VD368 Functioneert in interprofessionele teams.
  • VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • integreert reeds opgedane kennis uit vorige periodes in een nieuwe situatie.
  • integreert de opgedane kennis uit deze periode in een concrete bedrijfssituatie.
  • zoekt een ongekend ziektebeeld op, bespreekt dit en past toe op een casus of situatie.
  • haalt uit een voedingsanamnese de dieetfouten, interpreteert deze en schrijft een aangepast dieetadvies uit.
  • schat een concrete bedrijfssituatie in.
  • stelt gezonde maaltijden en aanpassingen naar dieetvormen op en bereidt deze, gericht naar een bedrijfssituatie met inbegrip van voedingstechnische, voedingskundige en voedselveiligheid aspecten en met aandacht voor de doelgroep.
  • stelt menu's op, aangepast aan specifieke dieeteisen en aan individuele behoeften van personen.
  • geeft een budgettechnische, organisatorische en menukundige beoordeling (haalbaarheid) van  maaltijd(cycli).
  • communiceert met verantwoordelijken in een reële bedrijfssituatie.
  • vergadert/presenteert met/aan verantwoordelijken in het bedrijfsleven.
  • werkt een commerciële aanpak (rekening houdend met GVO principes) uit.

  • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    methoden en onderzoek 2, kooklab 2, skillslab, voedingswetenschappen 3, algemene diëtetiek, voedselproductie


    Andere begincompetenties
  • Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
  • Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet en e-campus

  • LEERINHOUDEN
    De leerinhoud kan gewijzigd worden in functie van de jaarplanning en voorziene tijd voor dit project.
    Een definitieve versie van de opdracht van dit project wordt aan de studenten vóór aanvang van het project bezorgd.
    • Nieuwe leerstof die niet in voorgaande modules werd gezien :
    • Een ongekend ziektebeeld en bijhorend dieet
    • ‘Audit’ en meeting met verantwoordelijken (ter plaatse in het bedrijf)
    • Vergadertechniek
    • Voorstelling van een projectresultaat op een meeting.
    • Commerciële benadering in collectiviteiten
    • Toe te passen geziene leerstof, ondermeer… :
    • Beschrijving HACCP-aanpak
    • Gevarenanalyse HACCP
    • aanpassen voeding aan dieetvereisten rekening houdend met de leefwereld van de betrokkenen
    • Opstellen weekmenu, MIS
    • Bereiden gerecht en/of dieetmaaltijd
    • Organoleptisch onderzoek
    • Beschrijving/analyse van een organisatie binnen de gemeenschapsrestauratie
    • Beoordeling aanbod
    • Functional Food

    STUDIEMATERIAAL
  • het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
  • periodeboek 6 (handleiding project)
  • studiemateriaal uit periode 4, 5 & 6
  • informatiemateriaan in de bib
  • informatiemateriaal via internet
  • e-campus

  • WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    4

     lesuren

      03,92

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    59

     lesuren

      57,84

    studietijd buiten contacturen:

    39

     klokuren

      38,24

    Verdere toelichting:
  • Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo - boek) onder begeleiding van een tutor en de VUP's.
  • Eén vaste en eventueel een bijkomende (op aanvraag) door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomst.
  • Andere begeleidingsmomenten: projectgroep dient een aantal keer contact op te nemen met de VUP's via e-mail of e-campus.
  • De projectgroep kan bijkomend contact opnemen met de tutor via e-mail.
  • Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor) klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten. Presentatie-meeting met externe experts.

  • EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    Evaluatiecriteria van het groepsproces (25% van de punten) zijn o.a.:
    • conformiteit met afspraken omtrent het proces (zie opgave)
    • verwerving van nieuwe kennis
    • taakverdeling en groepswerking
    • gevolgde methodiek/aanpak (APACA en andere)
    • planning en bijsturing planning volgens APACA
    • concrete uitvoering taken en realisatie planning
    • vergader- en (intern) communicatieproces
    • omgaan met feedback

    Middelen:
    • projectmap
    • opvolging door tutor
    • reflectie(-vergadering)
    • procesassessment

    Evaluatiecriteria van de individuele proces-bijdrage (25% van de punten) zijn o.a.
    • aanwezigheid tijdens groepsbijeenkomsten
    • actieve en inhoudelijk relevante inbreng
    • constructieve omgang
    • nakomen van afspraken
    • uitvoeren van taken
    • communicatieve aspecten
    • omgaan met feedback

    Middelen:
    • 180° feedback (peerassessment en beoordeling tutor)
    • individuele bijdragen aan projectmap (individuele werkplannen, POP, …)
    • reflectie(-vergadering)

    Opmerking:
    • de tijdens de projectweken verworven cognitieve vaardigheden op diëtisch vlak worden bevraagd in INT6-4, algemene diëtiek

    Evaluatiecriteria van het eindproduct (35% van de punten op projectmap en 15% op de afsluitende meeting) zijn o.a.:
    • conformiteit met opgave
    • planning, rapportering, verslaggeving, documenten, … (projectmap);
    • duidelijkheid, correctheid en degelijkheid van de beschrijving van de gevraagde observaties, analyses en opzoekwerk
    • inhoud van het voorstel ‘gezonde voeding’ en 'specifiek dieet' (menu, receptuur, referenties, …)
    • kwaliteit van argumentatie en bewijsvoering (inclusief alle berekeningen, organoleptiek, organisatorische elementen, …)
    • bruikbaarheid commerciële aanpak
    • professionaliteit in communicatie met opdrachtgever
    • tijdens het project;
    • correctheid en representativiteit van bronnen en referenties;
    • tijdens de afsluitende meeting.

    Middelen:
    • beoordeling voorgelegde documenten/projectmap door projectverantwoordelijken: tutor en VUP's
    • beoordeling door opdrachtgever;
    • relatieve waarde resultaat t.o.v. andere groepen


     
    • In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd.

    Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
     
    - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de VUP's en tutors van het project op basis van de op de verschillende beoordelingsaspecten verworven punten
    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
       - niet uitvoeren van individuele taken
       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
       - een eindtotaal < 10/20 wordt in principe niet naar boven afgerond
     
    Minimum voorwaarden om te slagen:
    -       Geslaagd zijn op minstens 3 van de 4 beoordelingsaspecten
    -       Op elk beoordelingsniveau een score > 7/20

    tijd voor examinering
    uren

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode

    Studenten die niet geslaadg zijn in 2VD en geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel, leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project aan bod kunnen komen.

    Berekening en afspraken: zie eerste zittijd