ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Klinische diëtetiek - casuïstiek
  

Component behoort tot O.O.: Klinische diëtetiek
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 30107
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Periode 7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 54
Totaal aantal contacturen: 40
Totaal studietijd: 98,28
Deeltijds programma: deel 1
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van Laer Sofie


 

KORTE OMSCHRIJVING

 

In periode 7 bouwen we je dieetkennis verder uit in ‘Klinische diëtetiek en casuïstiek’. Hier behandelen we ingewikkelde voedingsaanpassingen en complexe combinatiediëten die voorkomen binnen specifieke klinische settings. Dit opleidingsonderdeel wordt aangebracht door gastsprekers die met beide voeten in het klinische werkveld staan: artsen (voor de theoretische achtergrond van de aandoeningen) en diëtisten (voor de praktische uitwerking van het dieetadvies aan de hand van gevalstudies).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD119 Stelt de cliënt centraal.
  • VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
  • VD256 Verwerkt gegevens correct.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
  • VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                 

  • kent de wetenschappelijke achtergrond van de verschillende diëten
  • kent de dieetlijsten
  • werkt opgegeven diëten (casuïstiek) praktisch uit
  • kent de specifieke diëten, stelt een geindividualiseerd en persoonlijk dieetadvies op (berekenen en uitschrijven)
  • kent de correcte medische terminologie en interpreteert deze
  • kent de dieetproducten die bij de specifieke diëten van toepassing zijn
  • analyseert nieuwe producten die op de markt komen kritisch
  • begrijpt hoe de verschillende diëten een invloed hebben op de voedingsinname van zieke personen
  • haalt ernstige dieetfouten uit het voedingspatroon van de patiënt op basis van een voedselondervraging en biedt hiervoor een diëtisch verantwoord alternatief
LEERINHOUDEN
In dieetleer en casuïstiek wordt het diabetesdieet opnieuw doorgenomen en worden hierop toepassingen gemaakt om deze leerstof op te frissen o.a. voor het werken met de ruilwaarden en omdat dit een basisdieet is dat met veel andere diëten wordt gecombineerd. We gaan dan verder met diëten rond nefrologie, immunologie, metabole aandoeningen, voeding met gewijzigde consistentie, enterale voeding en mucoviscidose. We gaan hierbij ook een aantal combinatiediëten bekijken en opstellen a.d.h.v. voedingsanamneses. Een groot deel van de lessen wordt gegeven door gastlectoren van het UZA. Verder wordt voeding met gewijzigde consistentie, enterale en parenterale voeding besproken.

STUDIEMATERIAAL
  • cursus 'Dieetleer van de volwassene' - auteur: Adam Marleen - Plantijn Hogeschool 2009 - 2010
  • cursus 'Dieetleer en casuïstiek' - auteur: Van Laer Sofie - Plantijn Hogeschool 2010-2011
  • Individueel cursusmateriaal van de gastlectoren
  • Belgische Voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 97890743 62009, 2009 
  • Nederlandse Voedingsmiddelentabel, NEVO - tabel, ISBN 90 5177 038 3, 2006
  • Brochure 'Voedingsaanbevelingen voor België' Hoge Gezondheidsraad, 2009
  • Brochure 'Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België', Hoge Gezondheidsraad, ISBN 76994 06 4, 2005
  • Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, Jochems & Joosten, Elsevier, ISBN 90-6228-322-5
  • eenvoudige rekenmachine
  • Bins voedingsberekeningsprogramma
  • Plantijn richtlijn
  • Plantijn kennislijn

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

38

 lesuren

  35,51

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

67

 klokuren

  62,62

Verdere toelichting:
  • De lessen worden gegeven door de verantwoordelijke lector en door gespecialiseerde gastlectoren van het UZA. Er wordt zowel in hoorcolleges als in werkcolleges gewerkt. In de werkcolleges wordt onder begeleiding van een gespecialiseerde diëtiste uit het werkveld oefeningen gemaakt op de specifieke diëten.
  • Op de hoorcolleges van de gastprofessoren worden op het einde van het hoorcollege een aantal vragen geformuleerd die voor de praktijkles schriftelijk beantwoord moeten worden.
  • Er wordt gewerkt in verplichte hoorcolleges  in verplichte werkcolleges.
  • Opdrachten die in de les gestart zijn, maar niet volledig afgewerkt kunnen worden worden door de studenten zelfstandig verder afgewerkt.
  • De colleges kunnen aangevuld worden met extra voordrachten (zoals rond productinformatie)

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • schriftelijk examen INT7-4, 
  • De evaluatie van het examen is gebaseerd op de correctheid van de antwoorden en berekeningen, op de volledigheid van de opdracht, op de logische opbouw en de duidelijke en heldere formulering van de antwoorden. Bij bevraging van de theoretische kennis van de diëten moet minimum 60 % correct beantwoord worden, indien niet wordt de vraag gequoteerd met 0. Er kunnen vragen uit de Plantijn kennislijn gesteld worden op het examen.
  • Bij afwezigheid op het examen krijgt men een A op het volledige onderdeel klinische diëtetiek.
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    • dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

    • het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

         - niet uitvoeren van individuele taken

         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

 


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,87

Tweede examenperiode
  • Schriftelijk examen
  • De evaluatie van het examen is gebaseerd op de correctheid van de antwoorden en berekeningen, op de volledigheid van de opdracht, op de logische opbouw en de duidelijke en heldere formulering van de antwoorden. Bij bevraging van de theoretische kennis van de diëten moet minimum 60 % correct beantwoord worden, indien niet wordt de vraag gequoteerd met 0. Er kunnen vragen uit de Plantijn kennislijn gesteld worden op het examen.
  • Bij afwezigheid op het examen krijgt men een A op het volledige onderdeel klinische diëtetiek.
  • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

    • dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

    • het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

         - niet uitvoeren van individuele taken

         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties