|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je komt tijdens de stage en in het latere beroep in contact met zieke tot ernstig zieke en zorgafhankelijke mensen. Soms zal een dieettherapie in de ware zin niet meer baten. Het is de taak van de diëtist om hen het nodige comfort tijdens en het genot van een maaltijd aan te bieden. Je leert voedingszorgproblemen zowel op individueel als op collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd ‘nutrition care’ proces. We staan stil bij de mogelijkheden om bij zorgafhankelijke mensen de voedingsinname en het comfort van de maaltijd te bevorderen, bij verschillende vormen van maaltijdassistentie.
Je verwerft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
heeft inzicht in de voedingszorgprincipes bij invasieve therapieën
-
heeft inzicht in
de voedingszorgprincipes in ernstige zorgsituaties.
-
heeft inzicht in
het beleid en organisatieprincipes van voedingszorg in klinische settings
-
heeft inzicht in
het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde (M.I.G.): intake, enterale en parenterale procedures, nutritionele opvolging
-
past praktische nutritionele beleidsregels uit de Medisch Intensieve Geneeskunde (MIG) toe in casuïstiek
-
ontwerpt
praktische schema's voor het starten van enterale en parenterale voeding in algemene en bijzondere metabole situaties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1.
Nutritionele intake in de M.I.G.
2.
Enteraal Voeding- en vochtbeleid in de M.I.G.
3.
Parenteraal vocht- , electrolyten en TPN-beleid in de M.I.G.
4.
Casuïstiek in de M.I.G.
5.
Ontwikkelingen in Evidence Based Dietetic
s
6.
Invasieve therapieën en voedingszorg
7.
Ernstige zorgsituaties en voedingszorg
8.
Beleid en organisatie van voedingszorg in klinische settings
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus en presentatiesheets
- Casuïstiek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
32,56
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
65,12
|
Verdere toelichting:
- Interactieve hoorcolleges
- Casuïstiek
- Individuele voorstudie van elke nieuwe les
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Schriftelijk examen INT7-4
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk INT7-4
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|