ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Zorgethiek
  

Component behoort tot O.O.: Beroepsvaardigheden
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 30229
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Periode 7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 10
Totaal aantal contacturen: 4
Totaal studietijd: 10,4
Deeltijds programma: deel 1
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en):


 

KORTE OMSCHRIJVING

Zorgethiek draagt bij tot een verdieping van een "zorgethische" grondhouding bij de studenten voedings-en dieetkunde en tot een leren verantwoord ethisch argumenteren en redeneren.En dit zowel in het eigen denken en argumenteren als in het hierover leren communiceren met andere disiplines.We hopen dat zorgethisch leren denken en handelen bij studenten kan bijdragen tot het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor patiënten en in de eigen verantwoordelijkheid  te delen met andere expertises.Als uitgangspunt nemen we de patiënt als centrale persoon in het denken en handelen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
  • VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
  • VD112 Doet voorstellen voor verandering.
  • VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
  • VD119 Stelt de cliënt centraal.
  • VD120 Handelt integer (ethisch, deontologisch).
  • VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
  • VD123 Toont betrokkenheid.
  • VD124 Motiveert de cliënt.
  • VD125 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
  • VD126 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
  • VD128 Betrekt anderen bij besluitvorming.
  • VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
  • VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
  • VD135 Luistert actief.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
  • VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
  • VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
  • VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
  • VD252 Pakt problemen praktisch aan.
  • VD254 Volgt op en stuurt bij.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
  • VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.
  • VD368 Functioneert in interprofessionele teams.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • denkt expliciet na over het ethisch fundament van het dagelijks zorgend omgaan met zorgvragers en houdt rekening met de relevante factoren.
  • bezit kennis en inzicht in de invloedrijke filosofische denkkaders en ethische basisbegrippen in de huidige zorgethiek.
  • brengt ethische problemen ter sprake via inzichten in en de taal van de zorgethiek door middel van een ethisch stappenplan. 
  • vertaalt de actueel internationaal geldende morele principes in de gezondheidszorg en past deze toe in de diëtetische praktijk.
  • herkent verschillende niveaus van moreel redeneren
  •   heeft inzicht in de problematiek van belangrijke  ethisch-geladen voedingszorgsituaties in het eigen werkveld en de rol van de diëtist hierin (zoals stopzetten of weerhouden van kunstmatige voeding, patiëntwensen tegen de regels van de diëtetiek in, waardengeladen en emotionele zorgkeuzes)
  • heeft zicht op de werking van de zorgethische commissies in ziekenhuizen en kent de belangrijke adviesinstellingen en studiecentra voor biomedische ethiek.
  • I s voldoende vertrouwd met ethisch jargon om biomedische ethische literatuur kritisch te lezen.
LEERINHOUDEN

In de  vooropgestelde praktijkvoorbeelden en casussen toetsen en evalueren de studenten hun  voorgestelde probleemanalyses, doelstellingen en actiepunten  met elkaar op haalbaarheid en verantwoord zorgethisch handelen. De cliënt staat in de uitwerking van deze casussen centraal.

Aan de hand van rollenspel (zorgvrager/ zorggever) zal het geformuleerde zorgplan meer diepgang krijgen door het vragen en geven van feedback aan elkaar.


STUDIEMATERIAAL

Praktijkvoorbeelden en casussen: Lea Aertsen

Nota's -Dolf De Ridder

Handboek : Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. auteurs: Giannoula Tsakitzidis en Paul Van Royen

Voordracht Fons Wouters "Zorgethisch handelen in de woon-en gezondheidscentra voor ouderen"


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

4

 lesuren

  40,00

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

6

 klokuren

  60,00

Verdere toelichting:
Voorbereiding op de IPSIG week

EVALUATIE

Eerste examenperiode
deze component heeft geen apart evaluatiemoment. De student toont tijdens de stage en IPSIG-week aan dat hij/zij  deze competenties verworven heeft
tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
idem