ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Stage
  

Component behoort tot O.O.: Stage
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 30234
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Periode 8
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 90
Totaal aantal contacturen: 624
Totaal studietijd: 655,2
Deeltijds programma: deel 2
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adam Marleen
Van Vlaslaer Veerle


 

KORTE OMSCHRIJVING

Na de laatste lesperiode krijg je gedurende 14 weken de kans om je opgedane kennis te toetsen aan de realiteit van het werkveld tijdens drie stageperiodes. Je loopt een stageperiode in de klinische sector (ziekenhuizen, zelfstandige diëtist) en in een collectiviteit (grootkeuken, voedingsbedrijf). Tijdens de stageperiode schrijf je een stageverslag.  We organiseren regelmatig terugkomdagen in de school om eventuele problemen met de stage of met het stageverslag te bespreken. Interviesie vormt eveneens een onderdeel van de terugkomdagen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
  • VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
  • VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
  • VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
  • VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
  • VD119 Stelt de cliënt centraal.
  • VD120 Handelt integer (ethisch, deontologisch).
  • VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
  • VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
  • VD123 Toont betrokkenheid.
  • VD124 Motiveert de cliënt.
  • VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
  • VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
  • VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD246 Toont zich resultaatgericht.
  • VD252 Pakt problemen praktisch aan.
  • VD255 Respecteert timing en afspraken.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
  • VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
  • VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • neemt het eigen leerproces in handen.
  • stelt concrete stagedoelstellingen (kennis, vaardigheden en beroepsattituden) voorop bij aanvang van de stage.
  • voert deze stagedoelstellingen uit in de stageinstelling tijdens het verloop van de stage.
  • vraagt regelmatig feedback aan de stagementor en stuurt het eigen leerproces bij.
  • schrijft een aan de stageplaats aangepast stageverslag.
  • volgt een patiënt op tijdens de klinische stage..
LEERINHOUDEN
  •  Tijdens de stage doet de student praktijkervaring op in een reële arbeidssituatie.  Dit gebeurt tijdens een collectiviteitenstage en een klinische stage.
  • Tijdens de stage verwerft de student inzicht in de taak van een voedings- en dieetkundige in het desbetreffende werkveld en verwerft hij inzicht in de organisatie van het werkveld met zijn verschillende zorgverstrekkers.
  • De student  gebruikt tijdens de stage alle toegankelijke bronnen voor gegevensverzameling.
  • De student past voedings- en dieetkundige vaardigheden toe vanuit basisvaardigheden
  • Tijdens de stage zal de student productinformatie verzamelen, producten adviseren en op een verantwoorde manier inschakelen in de voeding of een dieet.
  • Tijdens de stage zal de student communicatieve  en relationele vaardigheden toepassen vanuit basisgegevens
  • Tijdens de stage zal de student werken in een team en in een multidisciplinaire context.
  • Tijdens de stage wordt de student zich bewust van de waarden en normen binnen het beroep en integreert deze in eigen beroepsgedrag (ontwikkelt empathie, komt afspraken na, geeft blijk van verantwoordelijkheidszin, neemt  het eigen leerproces in handen, kijkt kritisch naar het eigen leerproces en geeft blijk van initiatief).

STUDIEMATERIAAL
  • De student krijgt een stagevademecum bestaande uit gegevens over de opleiding , stagedoelen, en de diverse stagedocumenten (ondermeer een stageovereenkomst, het introductieblad, de stagedoelstellingen, een dagrooster , een registratieblad stag – uren, een evaluatieblad, richtlijnen i.v.m. het stageverslag en het stagereglement).  Daarbij krijgt de student voor elke stageperiode een begeleidende brief met de nodige informatie i.v.m. de locatie , contactpersoon , …
  • Stageverslagdocumenten
  • Reflectieformulieren    

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

600

 lesuren

  92,31

vormen van groepsleren:

24

 lesuren

  03,69

studietijd buiten contacturen:

26

 klokuren

  04,00

Verdere toelichting:
  • De stageperiode loopt over een periode van 14 weken, verdeeld over twee of drie periodes (6 weken + 8 weken (eventueel 4 + 4 of 6 + 2)).  Elke student  is verplicht om een stage te lopen in de klinische sector en in de collectiviteiten. Een stage bij een zelfstandige diëtiste is optioneel . De stage verloopt onder begeleiding van een diëtist of een deskundige van de instelling of bedrijf ( stagementor) .
  • Na elke stageperiode wordt een stagebegeleidingsbundel (inclusief het stageverslag) ingediend.  De inhoud en verdere concrete afspraken worden aan de studenten medegedeeld tijdens de introductiedag stage op de eerste stagedag.. 
  • Een stage  kan deel uitmaken van het onderzoeksveld voor een eindwerk. De verdere uitwerking en het schrijven van het eindwerk gebeurt in de voorziene periode voor de scriptie (zie jaarprogramma).
  • De stagebegeleider van de school voorziet per stageperiode minstens één bezoek aan de stageplaats om het verloop van de stage te volgen . Per stageperiode is één terugkomdag voorzien waar eventuele problemen of vragen i.v.m. de stage kunnen behandeld worden .

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Beoordeling van de stage (85 % van de punten):
    • Tijdens de stage wordt een bezoek door de stagebegeleider gepland.  Hierbij wordt ondermeer de stage geëvalueerd in aanwezigheid van de student, de stagementor en de stagebegeleider op basis van het evaluatieblad ingevuld door de stagementor.  Deze tussentijdse evaluatie laat remediëring toe.  In principe telt de score van het tweede evaluatieblad (eindevaluatie) dat op het einde van de stage door de stagementor wordt ingevuld.  De stagebegeleider berekent de score aan de hand van een voorafbepaald puntensysteem.
  • Het stageverslag en de stagebegeleidingsbundel (15 % van de punten): De student maakt een stageverslag dat opgesteld en binnengebracht wordt volgens de afspraken in het stagevademecum.  Het stageverslag dient uiterlijk 2 dagen na  het einde van de stage in het bezit te zijn van de stagebegeleider.  Het niet tijdig indienen van het stageverslag leidt tot een quotering van 0 op dat onderdeel.
  • De eindbeoordeling wordt gegeven aan de hand van de score per stageperiode in overleg met het stageteam.  Het stageteam bepaalt de uiteindelijke eindscore.

tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
  • de punten van het opleidingsonderdeel 'stage' worden overgedragen naar de tweede examenperiode van 3VD