ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

4 Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief - 4BAS1 - Onderdelen - Practicum planmatig handelen
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: AS:Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief
Code: 40004
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 4
Periode binnen het modeltraject: :--
Aantal studiepunten: 10
Wegingscoëfficient: 10
Totaal aantal contacturen: 19
Totaal studietijd: 260
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stinkens Wim


 

KORTE OMSCHRIJVING

OO II maakt de verbinding met OO I door expliciet de aangebrachte inhouden van OO I in te oefenen in een practicum. We willen op deze manier de student voorbereiden op het assessment door opdrachten die hij in zijn praktijkcontext moet uitwerken. We willen studenten voorbereiden op informeel onderzoek, het opstellen van een taakanalyse en een systematische beeldvorming.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • AS101 De student kan beroepsspecifiek nadenken, redeneren en handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • AS102 De student kan beroepsspecifieke informatie zelfstandig en kritisch verwerven en verwerken.
  • AS103 De student kan vanuit een reflectieve basishouding stilstaan bij het eigen professionele handelen en de ontwikkeling hiervan. Hij heeft een kritische houding tegenover ontwikkelingen in het benaderen van autisme.
  • AS104 De student kan planmatig en op een creatieve wijze oplossingen tot stand brengen voor vraagstukken uit de beroepspraktijk. Hij kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
  • AS106 De student kan zowel verbaal als schriftelijk op een gepaste wijze communiceren rond inhoud en proces met medewerkers en cliënten. Hij kan deze contacten opbouwen en onderhouden.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • AS202 De student kan complexe probleemsituaties zelfstandig en in overleg analyseren. Hij kan vanuit zijn deskundigheid/creativiteit gepaste oplossingen voorstellen en kan een onderbouwde keuze maken uit alternatieven.
Beroepsspecifieke competenties
  • AS301 De student kan met respect voor de rechten, de waardigheid en de gelijkwaardigheid van mensen met autisme zelfstandig een onderzoek (formeel en informeel) opzetten en uitvoeren.
  • AS302 De student is in staat om verschillende hypothesen omtrent de functie van gedrag te formuleren.
  • AS304 De student kan functionele leerdoelen formuleren, deze uitwerken, aanbieden, evalueren en bijsturen. Hij kan dit formuleren op korte, middellange en lange termijn.
  • AS305 De student kan de transfer maken tussen aan autisme gerelateerde theorieën en modellen en de praktijk.
  • AS306 De student kan gedrag verklaren en begrijpen via ijsbergdenken door elementen van de triade van Wing, specifieke wijze van denken en waarnemen en intrapersoonlijke kenmerken een plaats te geven.
  • AS307 De student kan de eigen vorm van communicatie afstemmen op de communicatie van personen met ASS.
  • AS308 De student is ortho(ped)agogisch competent in de omgang met mensen met ASS. De student kan omgaan met de mogelijkheden en tekorten op het terrein van redzaamheid, waarneming, denken, communicatie en sociale interactie bij personen met ASS.
  • AS309 De student kan op maat ondersteunende communicatie opzetten, uitvoeren, analyseren en evalueren.
  • AS310 De student kan op maat verduidelijking aanbrengen in de leef-, leer- en werkomgeving. Hij kan de verduidelijking analyseren, uitvoeren en evalueren.
  • AS311 De student kan zijn inzichten met betrekking tot de cognitieve stijl bij personen met ASS op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op de sociale interactie en de communicatie, expliciteren en een plek geven in zijn praktijk.
  • AS314 De student kan een hypothese en/of een advies, zowel schriftelijk als mondeling, helder en ondubbelzinnig communiceren naar zowel cliënten, autismespecialisten als niet autismespecialisten.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

De student moet ingeschreven zijn voor opleidingsonderdeel I & III

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
De student moet ingeschreven zijn voor opleidingsonderdeel I & III
Andere begincompetenties
Alle studenten die deelnemen aan de bachelor na bachelor hebben een bachelor- of masterdiploma en beschikken over voldoende en actuele praktijkervaring in een professionele werkcontext in het werken met mensen met autismespectrumstoornissen.
Competent zijn in het terugblikken op ervaringen en dit kunnen inbrengen in het lesgebeuren.

LEERINHOUDEN

  • Communicatie bij personen met ASS
    • Betekenisverlening
    • Conceptondersteunende communcatie
  • Verduidelijking bij personen met ASS
    • Opstellen en aanleren van werkschema, dagschema, visualisatie
  • Redzaaamheid ( ADL)
    • Taakanalyse uitvoeren/opstellen/evalueren
  • Vrije tijd bij personen met ASS
    • Informeel onderzoek uitvoeren, evalueren
  • Sociale vaardigheden bij personen met ASS
    • exploratie van methodieken en modellen

STUDIEMATERIAAL

  • Artikels op BB
  • Studiewijzer
  • Observatieschema's die we hanteren
  • Videomateriaal
  • Werkmappen, methodieken en modellen
  • Boeken/ tijdschriften


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

18

 lesuren

  94,74

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:

De in OO I aangebrachte inhouden worden  verduidelijkt in een practicum. De transfer tussen praktijk en theorie wordt hier expliciet gelegd.

EVALUATIE

Eerste examenperiode

 

De student levert bij het mondelinge examen een schriftelijk werkstuk (max. 2 pagina's/opdracht) in waarin hij de keuze van werken met de opdrachten in relatie tot zijn casus motiveert.
De student presenteert dit werkstuk adhv een PP (15 min.) en zal bevraagd worden in het mondelinge examen dat hier op volgt.
Presentatie en bevraging vormen één geheel. Dit geheel zal beoordeeld worden op 20 punten.


tijd voor examinering
uren
1

%
 
 05,26

Tweede examenperiode
In de tweede examenperiode levert de student bij het mondelinge examen een schriftelijk werkstuk (max. 2 pagina's/opdracht) in waarin hij de keuze van werken met de opdrachten in relatie tot zijn casus motiveert.
De student presenteert dit werkstuk adhv een PP (15 min.) en zal bevraagd worden in het mondelinge examen dat hier op volgt.
Presentatie en bevraging vormen één geheel. Dit geheel zal beoordeeld worden op 20 punten.