4 Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief - 4BAS2 - Onderdelen - Afstudeerproject |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
AS:Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief |
Code: |
40008 |
Academiejaar: |
2010-2011 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
4 |
Periode binnen het modeltraject: |
:-- |
Aantal studiepunten: |
15 |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
32 |
Totaal studietijd: |
390 |
Deeltijds programma: |
deel 2 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
niet mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Stinkens Wim
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het afstudeerproject dient het bewijs te leveren dat de afstuderende in staat is een vraagstelling op het terrein van autisme duidelijk te formuleren en gebruikmakend van de voor de student beschikbare literatuur en/of onderzoeksmethoden er een antwoord op te vinden. Het afstudeerproject dient tevens aan te tonen dat de verworven leerinhouden en het voor dit project verwerkte materiaal in de praktijk geïmplementeerd kunnen worden. Hiernaast geeft de student dmv een reflectieverslag weer welk de betekenis voor de opleiding is voor zijn persoonlijke ontwikkeling/leerproces en dit van de context waarin zijn praktijk zich situeert.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- AS101 De student kan beroepsspecifiek nadenken, redeneren en handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
- AS102 De student kan beroepsspecifieke informatie zelfstandig en kritisch verwerven en verwerken.
- AS103 De student kan vanuit een reflectieve basishouding stilstaan bij het eigen professionele handelen en de ontwikkeling hiervan. Hij heeft een kritische houding tegenover ontwikkelingen in het benaderen van autisme.
- AS104 De student kan planmatig en op een creatieve wijze oplossingen tot stand brengen voor vraagstukken uit de beroepspraktijk. Hij kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
- AS105 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken. Hij kan bijdragen aan een gepaste implementatie van de inhouden aangereikt in de opleiding.
- AS106 De student kan zowel verbaal als schriftelijk op een gepaste wijze communiceren rond inhoud en proces met medewerkers en cliënten. Hij kan deze contacten opbouwen en onderhouden.
- AS108 De student is in staat inzichten toe te passen van beschikbare (wetenschappelijke) theorieën, concepten en onderzoeksresulaten bij vraagstukken uit zijn praktijk.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- AS201 De student kan vanuit het perspectief van complementariteit in een team functioneren. Hij kan hierbij zijn krachten inzetten en naast inhoudelijke ook procesmatige aspecten hanteren.
- AS202 De student kan complexe probleemsituaties zelfstandig en in overleg analyseren. Hij kan vanuit zijn deskundigheid/creativiteit gepaste oplossingen voorstellen en kan een onderbouwde keuze maken uit alternatieven.
- AS203 De student kan m.b.t. beroepsmatige, ethische en maatschappelijke vragen een afweging maken die past bij de paradigma's die leven binnen onderwijs en hulpverlening in de samenleving van vandaag.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- AS301 De student kan met respect voor de rechten, de waardigheid en de gelijkwaardigheid van mensen met autisme zelfstandig een onderzoek (formeel en informeel) opzetten en uitvoeren.
- AS302 De student is in staat om verschillende hypothesen omtrent de functie van gedrag te formuleren.
- AS303 De student is in staat om een hulpaanbod welk past bij de client af te wegen en in dit perspectief de Sociale kaart (de organisatie van de hulpverlening en maatschappelijke voorzieningen binnen het autismewerkveld) te hanteren.
- AS304 De student kan functionele leerdoelen formuleren, deze uitwerken, aanbieden, evalueren en bijsturen. Hij kan dit formuleren op korte, middellange en lange termijn.
- AS305 De student kan de transfer maken tussen aan autisme gerelateerde theorieën en modellen en de praktijk.
- AS306 De student kan gedrag verklaren en begrijpen via ijsbergdenken door elementen van de triade van Wing, specifieke wijze van denken en waarnemen en intrapersoonlijke kenmerken een plaats te geven.
- AS308 De student is ortho(ped)agogisch competent in de omgang met mensen met ASS. De student kan omgaan met de mogelijkheden en tekorten op het terrein van redzaamheid, waarneming, denken, communicatie en sociale interactie bij personen met ASS.
- AS309 De student kan op maat ondersteunende communicatie opzetten, uitvoeren, analyseren en evalueren.
- AS310 De student kan op maat verduidelijking aanbrengen in de leef-, leer- en werkomgeving. Hij kan de verduidelijking analyseren, uitvoeren en evalueren.
- AS311 De student kan zijn inzichten met betrekking tot de cognitieve stijl bij personen met ASS op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op de sociale interactie en de communicatie, expliciteren en een plek geven in zijn praktijk.
- AS312 De student kan samenwerken met alle betrokkenen binnen het gezin en netwerk van de persoon met ASS.
- AS314 De student kan een hypothese en/of een advies, zowel schriftelijk als mondeling, helder en ondubbelzinnig communiceren naar zowel cliënten, autismespecialisten als niet autismespecialisten.
- AS316 De student kan het specifieke van ASS vertalen op een gepaste wijze in het team/netwerk.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Opleidingsonderdelen I, II en III
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Ingeschreven zijn voor OO IV en V.
|
Andere begincompetenties
|
Alle studenten die deelnemen aan de bachelor na bachelor hebben een bachelor- of masterdiploma en beschikken over voldoende en actuele praktijkervaring in een professionele werkcontext in het werken met mensen met autismespectrumstoornissen.
Competent zijn in het terugblikken op ervaringen en dit kunnen inbrengen in het lesgebeuren.
|
LEERINHOUDEN
|
De leerinhouden zijn gekoppeld aan het thema van het project. De focus zal vanzelfsprekend bij ASS liggen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Het studiemateriaal zal gelinkt zijn aan het thema van het projectonderwerp.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
00,43
|
practicum en oefeningen:
|
9
|
lesuren
|
01,92
|
vormen van groepsleren:
|
18
|
lesuren
|
03,84
|
studietijd buiten contacturen:
|
437
|
klokuren
|
93,18
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De punten zijn als volgt verdeeld.
|
Projectbegeleider Extern
|
Projectcoach
|
Interne deskundige
|
Totaal
|
Proces
|
|
40
|
|
40
|
Taak
|
40
|
|
60
|
100
|
Antwoord
|
20
|
|
40
|
60
|
Artikel
|
|
|
50
|
50
|
Totaal
|
65
|
40
|
150
|
250
|
ü
= individueel punt
Een student kan pas slagen nadat hij/zij aan alle onderwijsactiviteiten heeft deelgenomen.
Wat het project betreft moeten de afwezigheden verantwoord worden. Na twee ongewettigde afwezigheden is slagen voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode niet meer mogelijk en wordt de student naar de tweede examenperiode verwezen.
Studenten die
o
hun deelname aan een project/projectgroep stop zetten of
o
waar in de feiten door onvoldoende aanwezigheid deze betekenis zal aan gegeven worden (fragmentarische aanwezigheid waardoor er niet de vereiste voldoende brede basis aanwezig is om te kunnen beoordelen) en/of
o
die om deze redenen zich niet met de projectgroep waarin ze waren toegewezen voor assessment aanbieden
worden uitgesloten voor een tweede examenperiode.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Tweede examenperiode:
1.
Wanneer een individuele student van de projectgroep niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard en omvang van de individuele vervangende opdracht. Deze opdracht heeft een rechtstreeks verband met de niet behaalde competenties in eerste examenperiode.
2.
Wanneer een projectgroep/team in zijn totaliteit of een deel van een projectgroep/team niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard, omvang en wijze waarop het project/projectonderdeel moet bijgestuurd worden. Deze opdracht heeft een rechtstreeks verband met de niet behaalde competenties in eerste examenperiode.
|
|
| |
|