ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Psychiatrische stoornissen/1
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 10021
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: Module 1
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 23
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Portael Veerle
Walravens Lieve


 

KORTE OMSCHRIJVING
In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen (zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
    • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
    • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
    • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
    • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
    • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven bronnen raadplegen.
    • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.
    • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten.
    • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
    • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    diploma Sociaal Hoger Onderwijs - korte type voor sociale promotie van gegradueerde in de orthopedagogie (modulair/lineair/ 8 semesters)
    LEERINHOUDEN
    • Inleiding en diagnostisch proces
    • Psychotische stoornissen
    • Stemmingsstoornissen
    • Somatoforme stoornissen
    • Dissociatieve stoornissen
    • Persoonlijkheidsstoornissen
    • Seksuele en geslachtsidentiteitsstoornissen
    • Psychofarmacologie
    • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, specifieke aspecten i.v.m. begeleiding en het omgaan met personen met een psychiatrische stoornis

    STUDIEMATERIAAL
    • Syllabus 'Psychiatrische stoornissen'
    • Rigter, J.,(2002). Ontwikkelingspsychopathologie. Bussum: Coutinho .
    • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard)
    • Nota's die je maakt tijdens de lessen

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      23,86

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    65

     klokuren

      73,86

    Verdere toelichting:
    • hoorcollege 2u/week
    • werkcollege 1u/week 
    • zelfstudie van een aantal teksten
    • leesopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    •   Een schriftelijk examen op 20 punten

    .

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,27

    Tweede examenperiode
    • Een schriftelijk examen op 20 punten

    .

     

     

    Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Specifiek opvoeden en begeleiden (d1)/2
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
    Code: 10022
    Academiejaar: 2010-2011
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 1
    Periode binnen het modeltraject: Module 2
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 16
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma: deel 1
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Adams Carl
    Melis Ann
    Schraepen Beno


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Hoe komt het dat personen met beperkingen nog steeds niet op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven? Dat velen onder hen nog een geïsoleerd leven leiden? Binnen dit opleidingsonderdeel gaan we op zoek naar welke visies de beeldvorming en dus ook de hulpverlening domineren. Hoe zijn die visies ontstaan en waar vinden we ze terug in het dagelijkse leven? Welke aspecten uit die diverse visies zijn waardevol en welke visie is momenteel actueel en zal in de toekomst mee de organisatie van de hulpverlening en de beeldvorming van de hulpverlener beïnvloeden?


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
    • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
    • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
    • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
    • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Inzien dat je visie op mensen en zorg bepaald wordt door maatschappelijke en culturele evoluties
      • De historische en culturele evolutie kunnen kunnen weergeven van de zorg voor personen met een beperking, armen, jongeren en delinquenten.
      • Dit kunnen uitleggen en aantonen met voorbeelden uit de orthopedagogische zorg vandaag.
      • Verschillende begrippen, personen en thema's binnen deze historische en culturele evolutie kunnen situeren en verklaren.
      • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg vandaag.
      • De verschillende mensvisies of basishoudingen i.v.m. personen met een beperking kunnen geven, uitleggen en illustreren met eigen voorbeelden.
      • Het verband tussen deze mensvisies en hun historische en culturele bepaaldheid kunnen aantonen.
      • Kunnen omschrijven, inzien en illustreren welke mensvisies jezelf als opvoeder/begeleider dient na te streven en dit kunnen vertalen naar eigen handelen.
      • Dit alles kunnen linken aan de verschillende doelgroepen binnen de zorg.
      • De weg van segregatie naar inclusie kunnen uitleggen en illustreren.
      • Inclusie kunnen bekijken vanuit verschillende levensdomeinen: maatschappelijk, onderwijs, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding.
      • Hier voorbeelden van kunnen geven.
      • Zelf komen tot een werkbare actuele visie op hulpverlening en die kunnen omschrijven.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
      geen
      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN
      • Centraal staat de schets rond specifiek opvoeden vanuit een historische en culturele bepaaldheid en geplaatst binnen een internationale context en ethische dimensies.
      • Hoorcolleges: beeldvorming t.a.v. personen met een handicap is het uitgangspung: welke beeldvorming vinden we terug in onze maatschappij, hoe komt dat, vanuit welke beeldvorming vertrekt een gespecialiseerd opvoeder-begeleider.
      • Volgende onderwerpen en thema's komen aan bod:
        • zorg van de prehistorie over de middeleeuwen tot Itard, over de verlichting naar de industriële revolutie.
        • evolutie in België, Vlaanderen, Nederland, Duitsland, ... met nadruk op 19e Eeuw (caritas, schoolstrijd, kweekscholen, congregaties en religieuzen, politionele zorg, protestantse huisvader, heilpedagogiek) en de 20e Eeuw: eeuw van het kind, 1e kinderwetten, wet op kinderbescherming Vl/Ned, verpleging pmh, thuishulp, ontstaan buitengewoon onderwijs, migratiestromen.
        • 3 pijlers van de orthopedagogiek: zorg voor pmh, bijzondere jeugdzorg, child giudance clinics
        • recente invloeden op de orthopedagogische zorg
        • mens- en maatschappijvisie binnen de orthopedagogiek nl. basishoudingen t.o.v. pmh (Ben Wuyst): onvolwaardig, ongelukkig, zwak, abnormaal, benadeeld, anders maar niet minder.
      • Werkcollegs: inclusie als visie, sociale uitsluiting, inclusief onderwijs, inclusieve tewerkstelling en inclusieve vrije tijd.

      STUDIEMATERIAAL
      • 'Over narren, kreupelen, doven en blinden', Ben Wuyts, 2005, Davidsfonds Leuven
      • aangevuld met een syllabus samengesteld uit artikels en slides
      • voorbereidende opdracht wordt besproken in de werkcolleges: info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd in groep of individueel, dient als voorbereiding op het examen

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      14

       lesuren

        17,50

      practicum en oefeningen:

       lesuren

        00,00

      vormen van groepsleren:

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      64

       klokuren

        80,00

      Verdere toelichting:
      • 1 hoorcollege per week
      • 1 werkcollege per week

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode

      Schriftelijk examen met open vragen:

      • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgsteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
      • evaluatie van de opdracht via examenvragen
      • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       02,50

      Tweede examenperiode

      Schriftelijk examen met open vragen:

      • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
      • geen evaluatie van de opdracht meer
      • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

       

       

      Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Specifiek opvoeden en begeleiden (d2)/3
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
      Code: 10023
      Academiejaar: 2010-2011
      Type: kern
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: Module 3
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 16
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma: deel 1
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Adams Carl
      Melis Ann
      Schraepen Beno


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Wat is het belang van de de orthopedagogische wetenschap voor de praktijk? Verschillende theoretische orthopedagogische concepten worden toegelicht, verkend en gekaderd binnen hun wetenschappelijk kader en getoetst op hun waarde voor de praktijk. Het nieuwe burgerschapsparadigma wordt van nabij bekeken en uitgewerkt, begrippen als Quality of life en Empowerment worden theoretisch verkend en vertaald naar de praktisch handelen.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
      • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
      • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
      • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
      • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
      • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • Het verschil tussen wetenschappelijke en praktische kennis kunnen geven, inzien en hanteren
        • Verschillende stromingen begrippen, concepten en thema's binnen het wetenschappelijke denken kunnen situeren en verklaren.
        • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg.
        • De wetenschappelijke modellen die vandaag de zorg mee bepalen kunnen omschrijven
        • De verschillende paradigma's kort kunnen uitleggen zo ook hun impact op de organisatie van de zorg, mens en maatschappijbeeld.
        • Het ontstaan van en de overgang tussen de verschillende paradigma's kunnen schetsen en toepassen.
        • QOL, Empowerment, Burgerschap als richtinggevende concepten voor begeleiding en ondersteuning kunnen uitleggen en begrijpen.
        • Deze concepten in al hun facetten kunnen bespreken: terminologie, betekenis, ethische dilemma's, evolutie.
        • informatie uit verschillende bronnen kunnen opzoeken, verwerken en weergeven
        • aanscherpen van studievaardigheden en groepsleren

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        Specifiek opvoeden en begeleiden deel 1 (module 2)
        Andere begincompetenties

        LEERINHOUDEN
         Centraal staat de schets rond speficiek opvoeden vanuit een wetenschappelijk denken en geplaatst binnen een internationale context en ethische dimensies.
        • 3 niveau's van theorievorming binnen de orthopedagogiek
        • Plaats en onderwerp van de orthopedagogiek
        • Auteurs en stromingen binnen het orthopedagogisch denken
          • Dialogische grondvormen en POS
          • Orthopedagogische vraagstelling en handelingsplanning
          • Remedial teaching en leerstoornissen
          • Kwaliteit van bestaan
          • Ondersteuning en trajectbegeleiding
          • Encounter
        • Paradigma's binnen de orthopedagogiek: defectparadigma, ontwikkelingsparadigma, burgerschapsparadigma.
        • Het model Quality of Life QOL wordt volledig theoretisch uitgediept.
        • Empowerment wordt ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd via werkcolleges en taak

        STUDIEMATERIAAL
        • een syllabus samengesteld uit artikels en teksten
        • Taak: op zoek naar Empowerment gelinkt aan verschillende doelgroepen
          • taak wordt voorgesteld tijdens de les
          • info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd per twee
          • feedback op de taak gebeurt tijdens de les
          • dient als voorbereiding op het examen
          • assesment taak gebeurt tijdens examen

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        14

         lesuren

          87,50

        practicum en oefeningen:

         lesuren

          00,00

        vormen van groepsleren:

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

         klokuren

          00,00

        Verdere toelichting:
        • 1 hoorcollege per week
        • 1 werkcollege per week
        • 1 zoekopdracht (zie informatie Blackboard)
        • ondersteuning van studenten via Blackboard: het discussieforum en toetsvragen
        • coöperatief leren wordt aangemoedigd door organisatie en begeleiden van studiegroepjes en zelfstudie.

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
         Schriftelijk examen met open vragen:
        • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en integratie
        • evaluatie van de opdracht via examenvraag (max 1/5 van de punten)
        • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

        tijd voor examinering
        uren
        2

        %
         
         12,50

        Tweede examenperiode
         Schriftelijk examen met open vragen:
        • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en integratie
        • geen evaluatie van de opdracht meer
        • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

         

         

        Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Organisatie en management/3
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
        Code: 10328
        Academiejaar: 2010-2011
        Type: kern
        Niveau: inleidend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: Module 3
        Aantal studiepunten: 4
        Wegingscoëfficient: 4
        Totaal aantal contacturen: nog niet beschikbaar
        Totaal studietijd: 104
        Deeltijds programma: deel 1
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Walravens Lieve

        Nog geen gegevens gevonden

         

        Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Ethiek en samenleving (d1)/3
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
        Code: 10329
        Academiejaar: 2010-2011
        Type: kern
        Niveau: uitdiepend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: Module 3
        Aantal studiepunten: 3
        Wegingscoëfficient: 3
        Totaal aantal contacturen: nog niet beschikbaar
        Totaal studietijd: 78
        Deeltijds programma: deel 1
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Franck Jo

        Nog geen gegevens gevonden

         

        Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Person. met een psychiatr. stoornis/4
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
        Code: 10025
        Academiejaar: 2010-2011
        Type: kern
        Niveau: inleidend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: Module 4
        Aantal studiepunten: 4
        Wegingscoëfficient: 4
        Totaal aantal contacturen: 37
        Totaal studietijd: 104
        Deeltijds programma: deel 1
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Mallentjer Maite
        Peeters Silke
        Portael Veerle
        Walravens Lieve


         

        KORTE OMSCHRIJVING
        In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen (zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
        • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
        • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
        • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
        • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
        Beroepsspecifieke competenties
        • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
        • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
        • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
        • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
        • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
        • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
        • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven raadplegen.  
        • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.  
        • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten. 
        • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
        • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden 

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        geen
        Andere begincompetenties
        Eindtermen hoger secundair onderwijs.
        LEERINHOUDEN
        • Inleiding en diagnostisch proces (zelfstudie)
        • KOPP-kinderen 
        •   Reactieve hechtingsstoornissen
        • Autismespectrumstoornissen
        • Delirium, dementie en andere amnestische stoornissen
        • Angststoornissen
        • Leer- en taalstoornissen
        • Aan middelgebonden stoornissen
        • Aandachtstekortstoornissen
        • Gedragsstoornissen
        • Stoornissen in de impulsbeheersing
        • Ticstoornissen
        • Slaapstoornissen
        • Voedings-en eetstoornissen
        • Stoornissen in de zindelijkheid
        • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, specifieke aspecten i.v.m. begeleiding en het omgaan met personen met een psychiatrische stoornis

        STUDIEMATERIAAL
        • Syllabus 'Personen met een psychiatrische stoornis'.
        • Rigter, J. (2008). Ontwikkelingspsychopathologie. Bussum: Coutinho.
        • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard).
        • Nota's die je maakt tijdens de lessen.

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        35

         lesuren

          33,65

        practicum en oefeningen:

        0

         lesuren

          00,00

        vormen van groepsleren:

        0

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

        67

         klokuren

          64,42

        Verdere toelichting:
      • Hoorcollege 3u/week.
      • Werkcollege 2u/week.
      • Zelfstudie van een aantal teksten.
      • Leesopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges.

      • EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        Een schriftelijk examen op 20 punten.
        tijd voor examinering
        uren
        2

        %
         
         01,92

        Tweede examenperiode
        Een schriftelijk examen op 20 punten.

         

         

        Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Ethiek en samenleving (d2)/4
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
        Code: 10330
        Academiejaar: 2010-2011
        Type: kern
        Niveau: uitdiepend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: Module 4
        Aantal studiepunten: 3
        Wegingscoëfficient: 3
        Totaal aantal contacturen: nog niet beschikbaar
        Totaal studietijd: 78
        Deeltijds programma: deel 1
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): De Meulder Bert

        Nog geen gegevens gevonden

         

        Verkort programma Orthopedagogie - 1OMVP1 - Onderdelen - Praktijk (d1)
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
        Code: 10331
        Academiejaar: 2010-2011
        Type: kern
        Niveau: gespecialiseerd
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: Module 1-2-3-4
        Aantal studiepunten: 7
        Wegingscoëfficient: 7
        Totaal aantal contacturen: 0
        Totaal studietijd: 182
        Deeltijds programma: deel 1
        Examencontract: niet mogelijk
        Deliberatie: niet mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en):


         

        KORTE OMSCHRIJVING

        Een bachelor in de orthopedagogie moet over het vermogen beschikken om expliciet terug te blikken op, en na te denken over, het eigen handelen als professional. Deze lerende houding kan leiden tot een verbetering van de eigen werkpraktijk. Hierbij gaat de student systematisch gegevens verzamelen enerzijds over de eigen situatie en anderzijds relevante informatie uit de wetenschappelijke en vakliteratuur.

         


        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
        • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
        • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
        • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
        • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
        • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
        • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
        • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
        • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
        Beroepsspecifieke competenties
        • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
        • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
        • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
        • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
        • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.
        • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

        Beroepsspecifiek redeneren

        • maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders
        • integreert gedetailleerde theoretische kennis in de eigen praktijk
        • bouwt een geldige en onderbouwde  argumentatie op

        Kritisch reflecteren

        • geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen in functie van zijn beroepsfunctioneren aan
        • reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie
        • reflecteert over maatschappij en ethiek
        • stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback

        Projectmatig en methodisch handelen

        • analyseert een nieuw, complexvraagstuk aan de hand van theoretische kaders
        • verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek
        • werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit
        • implementeert de gekozen oplossing
        • evalueert de oplossing

        Levenslang leren

        • Brengt eigen talenten en competenties in kaart
        • Stuurt eigen leertraject
        • houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel
        • breidt eigen, professionele kennis en expertise uit

        Internationale gerichtheid tonen

        • volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op
        • raadpleegt actuele, internationale bronnen

        Value based werken

        • verwoordt de effecten van eigen referentiekader
        • Erkent referentiekader van anderen
        • Gaat op professionele wijze om met diversiteit
        • Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem
        • Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem
        • Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning

        Toegepast wetenschappelijk onderzoek 

        • Beoordeelt de kwaliteit van informatie in termen van betrouwbaarheid, validiteit en generaliseerbaarheid
        • Zoekt wetenschappelijke informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk
        • Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk

        Maatschappelijke verantwoordelijkheid ontwikkelen

        • Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep
        • Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken

         


        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

        - In het bezit zijn van het diploma Sociaal Hoger Onderwijs – korte type voor sociale promotie van

        gegradueerde in de Orthopedagogie (modulair/lineair) uitgereikt door een CVO – HOKTSP.

        - De kandidaten beschikken over voldoende praktijkervaring (minimum 16u/week). Hiernaast verwachten we dat zij tijdens de opleiding de praktijkopdrachten kunnen uitvoeren in een voor de opleiding relevante werksituatie.


        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

        Andere begincompetenties

        LEERINHOUDEN

        Elke student krijgt als werkopdracht een individuele studietaak een verschillend onderwerp dat hij of zij nader moet bestuderen. Het resultaat is een paper die voldoet aan volgende criteria:

        • Het is gebaseerd op recente vak- en wetenschappelijke literatuur.
        • Er worden verschillende bronnen gebruikt waarnaar correct gerefereerd wordt. De bronnen zijn ook terug te vinden in een bronnenlijst die aan alle vormvereisten voldoet.
        • Inzicht in de leerinhouden wordt duidelijk vanuit de paper (juiste interpretatie van de verkende leerinhouden, alleen leerinhouden relevant voor het onderwerp van de paper zijn opgenomen, samenhang tussen de verschillende verkende leerinhouden is duidelijk, de informatie is verwerkt in functie van het onderwerp van de paper).

        Elke student presenteert bovendien als werkopdracht een casus vanuit de eigen praktijk en daaraan worden opgelegde en eigen leervragen gekoppeld.

        • Inzicht in de leerinhouden wordt duidelijk vanuit de paper (juiste interpretatie van de verkende leerinhouden, alleen leerinhouden relevant voor het onderwerp van de paper zijn opgenomen, samenhang tussen de verschillende verkende leerinhouden is duidelijk, de informatie is verwerkt in functie van het onderwerp van de paper).

        Een belangrijke competentie die we bij de werkopdrachten nastreven is het zelfstandig werken en verwerken van informatie tot een interessant geheel met een duidelijk wetenschappelijke fundering en met een duidelijke brug naar de eigen praktijk.  

        In het synthesewerkstuk staan studenten stil bij het leerproces dat ze hebben doorlopen en leg de verbinding met de competenties die aan bod komen in het opleidingsonderdeel ‘Praktijk (d1)’

        1. Dit synthesewerkstuk omvat twee aspecten:

          De student beschrijft in het reflectiewerkstuk  zijn  proces van
          ontwikkeling en groei.
          De student beschrijft de evolutie in zijn denken. Hij geeft weer welke de elementen waren  die hem lieten groeien, die hem handvatten gaven waardoor hij op een ‘andere’ wijze kon kijken. De student omschrijft zijn groei in competentie.
        2. De student beschrijft  de evolutie van zijn denken en handelen  binnen
          zijn werkcontext en heeft oog voor de moeilijkheden en valkuilen die ontstaan in samenwerking wanneer men een ‘ander’ denken gaat implementeren.

          De student beschrijft hoe zijn denken, hoe de handvatten die hij vanuit de opleiding meekreeg een plaats kregen in zijn eigen praktijk, op zijn eigen werkplek.


        STUDIEMATERIAAL

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

         lesuren

          NaN (Niet-een-getal)

        practicum en oefeningen:

         lesuren

          NaN (Niet-een-getal)

        vormen van groepsleren:

         lesuren

          NaN (Niet-een-getal)

        studietijd buiten contacturen:

         klokuren

          NaN (Niet-een-getal)

        Verdere toelichting:
        Er wordt een vorm van groepsleren gehanteerd. De contacturen worden op maat van de student georganiseerd.

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
         

        Zowel het proces (actieve bijdrage tijdens de contactmomenten) als het product (uitvoering en rapportage) vormen voorwerp van beoordeling.

        • Beoordeling van de werkopdrachten op 15 van de 20 punten
        • Beoordeling van de reflecties aan de hand van een syntheseverslag op 5 van de 20 punten.

        Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm ; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.



        tijd voor examinering
        uren

        %
         
         NaN (Niet-een-getal)

        Tweede examenperiode
        • Beoordeling van de werkopdrachten op 15 van de 20 punten
        • Beoordeling van de reflecties aan de hand van een syntheseverslag op 5 van de 20 punten.

        Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm ; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.