ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Orthopedagogie - 2OM - Onderdelen - (Ortho)(ped)agogisch handelen-teamwerk/6
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: OM:Orthopedagogie
Code: 00061
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: Module 6
Aantal studiepunten: 7
Wegingscoëfficient: 7
Totaal aantal contacturen: 66
Totaal studietijd: 182
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Demesmaeker Greet
Eraets Kristel
Hofman Bart
Van Dingenen Gwen
Van Heden Anki
Vanschel Myriam
Verbeek Mieke
Verreyken Sarah
Walravens Lieve


 

KORTE OMSCHRIJVING

In het kader van de hoorcolleges Teamwerk bestudeer je verschillende onderwerpen gelinkt aan het werken als gespecialiseerd opvoeder-begeleider in een team. Casusgestuurd werk je zelfstandig en individueel één van die onderwerpen uit. Je overlegt met collega-studenten die tav dezelfde casus andere onderwerpen verwerkten. In je individuele eindverslag verwerk je zowel je eigen uitwerking als het resultaat van het overleg met je collega-studenten.

In het kader van de werkcolleges (Ortho)(ped)agogisch handelen bestudeer je het proces van het orthopedagogisch handelen op vlak van planmatig werken en leer je daarbij de Cyclus van Planmatig Handelen (CvPH) kennen en hanteren als model. Daarnaast bestudeer je op kritische wijze de verschillende denkwijzen en methodieken en actuele ontwikkelingen in de Orthopedagogiek.

In het kader van de (ortho)(ped)agogische oefengroepen oefen je een selectie van de in de werkcolleges aangereikte methoden in. Deze oefeningen worden aangestuurd door casussen. Daarnaast werk je in kleine groepjes zelf een casus uit .

In het kader van de expressieve oefengroepen werk je beeldend agogische vormen van methodisch handelen uit (in de optie Personen met een handicap) of bewegingsagogische vormen van methodisch handelen ( in de optie JeugdHulpVerlening). Ook dit gebeurt casusgestuurd.

Eén oefengroep binnen de optie 'Personen met een handicap' volgt een specifiek leerpad: een leertraject in een dansgroep (studenten en personen met een handicap) die op deze ervaringen reflecteert binnen het kader van de CvPH.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.
  • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  1. SPECIFIEK VOOR TEAMWERK
  • De student kan waarnemen
      • hoe er binnen het team met informatie omgegaan wordt.
      • Op basis van deze waarnemingen kan hij besluiten formuleren
      • en tot een planning komen.
  • De student kan de deskundigheid en eigenheid van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider  onderscheiden van de deskundigheid en eigenheid van andere disciplines in het werkveld      
  • De student kan het begrip 'team' definiëren.  Hij /zij kent de betekenis van een team en de verschillende functies van een team en kan deze vertalen naar de realiteit van een gespecialiseerd opvoeder-begeleider .  De student kan de diverse aspecten van teamwerk benoemen en concretiseren.  De student begrijpt de verhouding team - organisatie en kan verwoorden wat dit betekent voor de gespecialiseerd opvoeder-begeleider . 
  • De student onderkent en benoemt de diversiteit binnen het team, met zijn uitdagingen en valkuilen. Hierbij ligt de focus o.m. op het samenwerken met verschillende disciplines, met vrijwilligers, met ervaringsdeskundigen en tussen medewerkers in hun gemeenschappelijkheid en hun verscheidenheid op het vlak van sociale deel-identiteiten.
  • De student kan op een deontologische manier omgaan met informatie binnen en buiten het team.. 
  • De student heeft zicht op de diverse begeleidingsvormen (intervisie, supervisie, functioneringsgesprekken,…) die een gespecialiseerd opvoeder-begeleider binnen het werkveld (in het kader van teamwerk / in het kader van het werken binnen een organisatie) kan ontmoeten.  De student kan het belang van deze begeleidingsvormen verwoorden alsook specifieke aandachtspunten bij elk van deze begeleidingsvormen. 
  • De student heeft zicht op de problematiek van burn-out en secundaire traumatisering.  De student kan verwoorden welke modererende factoren meespelen in het ontstaan van burn-out en secundaire traumatisering en kan deze ook in zijn eigen context plaatsen.  De student kan het belang verwoorden van teamwerk in het preventief en curatief werken ten aanzien van burn-out en secundaire traumatisering en kan dit concretiseren naar de realiteit van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider . 
  • De student onderkent diverse factoren die bijdragen tot arbeidstevredenheid en formuleert aandachtspunten om arbeidstevredenheid te bevorderen vanuit teamwerk.

2. SPECIFIEK INZAKE (ORTHO)(PED)AGOGISCH HANDELEN :         

  • De student kent het begrippenkader i.v.m. de cyclus van planmatig handelen en alle stappen daarin.
  • De student kan de kennis gebruiken bij het analyseren van casussen.
  • De student kan theoretische, methodische en wetenschappelijke kennis i.v.m. de cyclus van planmatig handelen en alle stappen daarin, opzoeken en verwerken.
  • De student kan de fasen van de cyclus van planmatig handelen in andere hulpverleningsmodellen aanduiden en concreet vorm geven.
  • De student kan mondeling en schriftelijk rapporteren omtrent elke stap in het planmatig handelen.
  • De student kan casussen uitwerken samen met medestudenten.
  • De student kan voor de aangeboden casussen de vereiste competenties van de cliënt selecteren in functie van de ondersteuningsvraag.
  • De student kan vanuit de cyclus van planmatig handelen methoden en technieken selecteren of ontwerpen die de vereiste competenties van de cliënt helpen ontwikkelen.
  • De student kan kennis van de rechten van de positie van cliënten toepassen in aangeboden casussen.
  • De student kan kritisch kijken naar het methodisch en planmatig handelen in de praktijk en kan schending van belangen opmerken.
  • De student kan de cyclus van planmatig handelen met medestudenten uitvoeren voor casussen en probleemstellingen in de leersituatie.
  • De student kan ICT-mogelijkheden verkennen en aanwenden in de begeleiding van cliënten.
  • De student heeft elementaire kennis van de regelgeving inzake handelingsplanning en kan meer specifieke informatie opzoeken.
  • De student staat open voor verschillende visies, culturen, waarden en normen en kan hierop baserend een eigen visie ontwikkelen.
  • Via bewegingsagogische of beeldend agogische methoden past de student (de fasen van) de cyclus van planmatig handelen theoretisch toe.
  • De student kan de cyclus van planmatig handelen via specifiek beeldend agogische of bewegingsagogische methoden uitvoeren met de eigen oefengroep. 
  • De student kan over relevante thema's discussieren en  hierover een standpunt innemen a.h.v. tekstmateriaal

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Geslaagd voor Personen met een handicap
  • Geslaagd voor Jeugdhulpverlening en maatschappelijk kwetsbare groepen

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

De studenten hebben de nog niet verworven opleidingsonderdelen van het eerste programmajaar reeds gevolgd

en zijn er opnieuw voor ingeschreven.


Andere begincompetenties
geen
LEERINHOUDEN

1. TEAMWERK :

  • Team & Teamwerking  
  • Definitie team
  • Functies van een team
  • Belangrijke aspecten binnen teamwerking
  •  Diversiteit in teams
    • door het werken met verschillende disciplines  
    • door het werken met vrijwilligers
    • door het werken met ervaringsdeskundigen 
    • door het samenwerken van mensen met verschillende sociale deelidentiteiten
  • Deontologie en teamwerking
    • Omgaan met informatie binnen het team 
    • Omgaan met informatie binnen de organisatie 
    • Omgaan met informatie van het team naar clienten 
    • Omgaan met informatie naar derden
  •  Teambegeleiding  
    • Begeleidingsvormen en levenslang leren op teamniveau : belang van levenslang leren voor teamleden en team, supervisie, intervisie, functioneringsgesprekken, evaluatiegesprekken, coaching, bijscholing en studiedagen,...
    • Preventie van stress en arbeidsontevredenheid, burn-out, secundaire traumatisering.

2. (ORTHO)(PED)AGOGISCH HANDELEN :

  • De cyclus van planmatig handelen : theoretisch kader
  • De cyclus van planmatig handelen in de praktijk :
    • Regelgeving en situering in kwaliteitszorg
    • Vertaling in enkele hulpverleningsmodellen
    • Positie van de cliënt en zijn/haar netwerk in handelingsplanning
      • voor personen met een handicap :o.a. Persoonlijke toekomstplanning, competentiemodel, gedragsmodel, community building
      • voor jeugdhulpverlening :o.a. hulpverlenings- en handelingsplannen in de Bijzondere Jeugdbijstand, het ID-model in de kinder- en jeugdpsychiatrische setting, contextueel werken
  • Beeldvorming
    • overzicht van een aantal beeldvormingsmethoden die relevant zijn voor de betreffende doelgroepen, o.a. testonderzoek en vragenlijsten & kritische bedenkingen
    • oefenen en trainen van vaardigheden i.v.m. beeldvorming vanuit (ortho)(ped)agogisch perspectief
      o.a. (ortho)(ped)agogisch observeren en interpreteren in het licht van de ondersteuningsvraag, intake-gesprekken met ouders
      Besluitvorming met aandacht voor het zorgoverleg, het (her)formuleren van de ondersteuningsvraag en (open) verslaggeving
  • Planning
  • Uitvoeren:
    • Overzicht van een aantal methodieken die relevant zijn voor de betreffende doelgroepen
    • Oefenen en trainen van vaardigheden in het licht van methodieken, relevant voor de betreffende doelgroepen.
      • Voor personen met een handicap :o.a. aanleren, Goldstein, ruimte- en tijdsoriëntatie en structuur, emancipatorische ondersteuning, schema's m.b.t. planmatig handelen binnen beeldende expressie en dansexpressie, snoezelen.
      • Voor jeugdhulpverlening (in residentiële, semi-residentiële en ambulante settings)
        o.a. dansexpressie en drama als ondersteuningsmiddel in persoonlijke en sociale processen, het vorm geven aan relatie, klimaat en situatiehantering in functie van de (individuele) ondersteuningsvraag, werken met gedragsprogramma's, oudernetwerkberaad,... en kritische bedenkingen
  • Evaluatie
    • Individugerichte evaluatie
    • Evolutiebespreking in teamverband

STUDIEMATERIAAL
  • Syllabus (Ortho)(ped)agogisch handelen en teamwerk, deel 'teamwerk'
    en Cursus (Ortho)(ped)agogisch handelen en teamwerk, deel '(ortho)(ped)agogisch handelen, personen met een handicap' en cursus 'Beeldende expressie 1OM'

OF

  • Syllabus (Ortho)(ped)agogisch handelen en teamwerk, deel 'teamwerk' en Cursus (Ortho)(ped)agogisch handelen en teamwerk, deel '(ortho)(ped)agogisch handelen,  jeugdhulpverlening' en Cursus '(Ortho)(ped)agogische handelen ', luik bewegingsagogisch handelen (idem module 5)

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

28

 lesuren

  15,14

practicum en oefeningen:

35

 lesuren

  18,92

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

119

 klokuren

  64,32

Verdere toelichting:
  • HOORCOLLEGES : 
    (Ortho)(ped)agogisch luik : Teamwerk
    • De hoorcolleges omvatten deels een uiteenzetting en deels een leergesprek in een casusgerichte context gekoppeld aan zelfstudie.  Concreet handelt elk hoorcollege over een casus die de studenten op voorhand hebben doorgenomen en verwerkt.
  • WERKCOLLEGES : 
    (Ortho)(ped)agogisch luik : (Ortho)(ped)agogisch handelen
    • Toelichting bij de cyclus van planmatig handelen en de verschillende fasen.
    • Uitwerking van (de fasen van) de cyclus van planmatig handelen volgens enkele hulpverleningsmodellen.
    • Illustraties aan de hand van casussen en tekstmateriaal.
    • Verschillende stappen binnen specifieke methodieken van lichaamsexpressie voor de groepen met optie jeugdhulpverlening.
    • Voor de organisatie van het Werkcollege van (ortho)(ped)agogisch handelen wordt een éénmalige afwijking van het uurrooster voorzien. Voor de concrete organisatie raadplegen de studenten Blackboard.
  • OEFENGROEPEN ((ortho)(ped)agogische beeldend / bewegingsagogische) 
    • Oefenen in het (expressief) uitwerken van de verschillende fasen van de cyclus van planmatig handelen aan de hand van casussen.
    • Trainen van een aantal methodieken, relevant voor de doelgroep, gekoppeld aan de verschillende fasen van de cyclus van planmatig handelen.
    • Coaching van de studenten bij het zelf uitwerken van een casus volgens de cyclus van planmatig handelen.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • De schriftelijke en mondelinge presentatie van de uitgewerkte casus '(ortho)(ped)agogisch handelen' leveren samen een groepspunt op 3 van de 20 punten. In gevallen van nonparticiperen of minimaal participeren aan de schriftelijke en/of de mondelinge presentatie kan er individueel en in negatieve zin van dit groepspunt worden afgeweken.
  • Beoordeling van planmatig kunnen handelen op vlak van beeldende agogiek op 3 van de 20 punten; Zowel het proces (in oefengroep via actieve bijdrage) als het product (uitvoering en rapportage) vormen voorwerp van beoordeling (voor de optie 'Personen met een handicap') . 
  • Beoordeling van planmatig kunnen handelen op vlak van bewegingsagogiek op 3 van de 20 punten : uitwerking van de CREATIE-cyclus voor een specifieke doelgroep met specifieke hulp- / leervraag binnen een specifiek domein van bewegingsagogiek. (voor optie 'Jeugdhulpverlening').
  • Beoordeling van een belevingsverslag in het inclusief dansexpressieproject + nabespreking methodisch handelen op 3 van de 20 punten. (voor de oefengroep die deelneemt aan het inclusief dansexpressieproject).
  • Schriftelijk  open boekexamen op 10 van de 20 punten (inhouden werkcolleges en (ortho)(ped)agogische oefengroepen).
  • Deel  'Teamwerk' (4 van de 20 punten) : open boek examen waarin de leerstof rond teamwerk wordt toegepast op een casus
  • Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm ; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.

tijd voor examinering
uren
3

%
 
 01,62

Tweede examenperiode
  • De punten van de uitgewerkte casus '(ortho)(ped)agogisch handelen' worden overgedragen uit de eerste examenperiode (max. 3 van de 20 punten).
  • De punten van beeldende of bewegingsagogische begeleiding worden overgedragen uit de eerste examenperiode (max. 3 van de 20 punten) .
  • Schriftelijk open boek examen op 10 van de 20 punten (inhouden werkcolleges en (ortho)(ped)agogische oefengroepen) .
  • Deel 'Teamwerk'(4 van de 20 punten):   open boek examen waarin de leerstof rond teamwerk wordt toegepast op een casus.
  • Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm ; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.