ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Entrepreneurial spirit & self reflection
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SP:Entrepreneurial spirit improving European welfare
Code: 30255
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 62
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): De Jonghe Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING

Introductie over 'sociaal ondernemerschap', theoretisch en met toepassingen van boeiende getuigen uit het sociaal economisch werkveld.

Sessie over zelfreflectie via (SWOT-PDP),persoonlijke dromen en waarden verder ontwikkelen om een concreet projectidee te kunnen uitwerken.

Creatieve workshop om concrete  ideeen rond sociaal ondernemerschap gestalte te geven. 

 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.
  • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

De student kan een kritische reflectie weergeven over de globale welzijnssector in Vlaanderen/Belgie.

De student is in staat om op een bewuste manier een verbeterd programma/project te ontwikkelen om tekortkomingen binnen de sociale welzijnssector aan te pakken


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
De student dient de twee eerste programmajaren Bachelor in de Orthopedagogie met succes gevolgd te hebben (120 ECTS-punten)  en in het tweede jaar ortho minstens 12/20 gehaald hebben voor de stage.
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Voldoende basiskennis van de Engelse taal om de lessen die in het Engels gegeven worden goed te verstaan.


LEERINHOUDEN

Theorie over sociaal ondernemerschap

Theorie over innovatieve technieken binnen sociaal ondernemerschap

Onderzoeksmateriaal betreffende 'zelfreflectie' in het kader van sociaal ondernemerschap

Theorie over de creatieve aanpak van een vernieuwingsproject


STUDIEMATERIAAL
Power points van de gastlectoren
WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

24

 lesuren

  38,71

practicum en oefeningen:

22

 lesuren

  35,48

vormen van groepsleren:

16

 lesuren

  25,81

studietijd buiten contacturen:

 klokuren

  00,00

Verdere toelichting:
De studenten krijgen verschillende gastlectoren en krijgen een uiteenlopende didactische aanbod als algemene introductie in het sociaal ondernemerschap

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Persoonlijke presentatie (PP) van de globale welzijnssector in Belgie en in Vlaanderen, actuele situatie en kritische punten alsook 'future trends' in kaart brengen.

Persoonlijke opdracht, paper maken met als thema: "Which entrepreneurship inspires you"?

Persoonlijke SWOT-analyse.

Creatieve groepsopdracht bij de innovatieve workshop.

Dit alles maakt deel uit van de persoonlijke portfolio die naast de volledige uitwerking van de PEM (Het persoonlijk sociaal project) de hoofdevaluatie en het sluitstuk vormt van deze module.

Tijdens elke submodule zullen waardevolle leerinhouden, voorbereidingen, ervaringen opgeslagen worden en deel uitmaken van de eindportfolio.


tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
Op het einde van deze 1° submodule zal de verantwoordelijke lector aangeven of er een bijsturing moet gebeuren en krijgt de student een bijkomende opdracht.

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Internat. comm. & entrepreneurial comp.
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SP:Entrepreneurial spirit improving European welfare
Code: 30258
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 34
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): De Jonghe Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
Het persoonlijk gekozen project van de student, 'de personal hook' wordt geplaatst in een internationaal perspectief (economisch, sociale en politieke evoluties in Europa).
Netwerking en innovatie.
Er wordt geleerd een sociogram op te maken, een sociale netwerkanalyse binnen een teamwerking om te leren omgaan met de moderne chaos theorie in je eigen organisatie 'Organize with chaos'.
Verdieping in de theorie van de professionele interculturele communicatie, met modellen en oefeningen.
Communicatieve vaardigheden, management en leiderschapscompetenties worden verduidelijkt.



COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
Flexibiliteit en openheid voor professionele interculturele verschillen. Het inspirerend leren kijken en bestuderen van verschillende visies, organisaties op nationaal en op wereldvlak.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
De student dient de twee eerste programmajaren Bachelor in de Orthopedagogie met succes gevolgd te hebben (120 ECTS-punten)  en in het tweede jaar ortho minstens 12/20 gehaald hebben voor de stage.

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
Persoonlijk, sociaal project gekozen door de student geplaatst in internationaal perspectief.
Netwerking en innovatie
Communicatiemogelijkheden
E-business
Interculturele communicatie en vaardigheden
Creatieve professionele communicatie
Communicatieve vaardigheden
Management competenties

STUDIEMATERIAAL
Powerpoints van gastlectoren Steffi Schulze, Patrick Stroobandt
Boekpresentatie van Robin Rowley 'Organize with chaos, Putting modern chaos theory to work in your own organisation. A new science perspective of business, management and change.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

22

 lesuren

  50,00

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  27,27

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

10

 klokuren

  22,73

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Opdracht om het persoonlijk project voor de eerste keer in de klas groep mondeling voor te stellen met eerste feedback.
Opdracht van Steffi Schulze rond interculturele communicatie, individueel en schriftelijk te bezorgen voor het einde van deze submodule.

tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
In het begin van de volgende submodule kan een herkansing en extraproef gevraagd worden.

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Personal entrepreneurial map
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SP:Entrepreneurial spirit improving European welfare
Code: 30257
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
Aantal studiepunten: 9
Wegingscoëfficient: 9
Totaal aantal contacturen: 86
Totaal studietijd: 234
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): De Jonghe Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
Heel deze submodule is er op gericht de student voor te bereiden en te coachen in de ontwikkeling van zijn persoonlijk sociaal project.
Op  algemeen, sociaal-economisch en  budgetair vlak leert de student rekening te houden met de veelvuldige en complexe aandachtspunten om tot een gezonde onderneming te komen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.
  • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
Aanzetten tot het realiseren van  een realistische ondernemingszin/attitude binnen een vernieuwd sociaal-pedagogisch concept.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
De student dient de twee eerste programmajaren Bachelor in de Orthopedagogie met succes gevolgd te hebben (120 ECTS-punten)  en in het tweede jaar orthopedagogie minstens 12/20 gehaald hebben voor de stage.

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
Visie, missie en strategie van sociaal ondernemerschap.
Voorstelling Pecha Kucha
Marktsegmentatie
Marktanalyse-onderzoek
Marktprijs
Beheerders verantwoordelijkheid binnen een sociale vennootschap
Promotie
Distributie
Het schrijven van het marktplan
Kosten-baten evenwicht
Budgettering
Commerciële communicatie (website opmaken-grafische ontwerpen)

STUDIEMATERIAAL
Tekstmateriaal aangeleverd door de verschillende gastlectoren.
WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

70

 lesuren

  36,65

practicum en oefeningen:

8

 lesuren

  04,19

vormen van groepsleren:

8

 lesuren

  04,19

studietijd buiten contacturen:

105

 klokuren

  54,97

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Projectvoorstelling van de PEM (Personal entrepreneurial Map) van de student, mondeling en schriftelijke neerslag af te geven op het einde van deze submodule.
Alle  belangrijke aspecten van een sociale onderneming, aan bod gekomen tijdens de lessen, zijn terug te vinden in de PEM van de student. 
Een jury van gastlectoren geven snelle feedback over de voorstelling van het gekozen project

tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
In het begin van de volgende module kan, op basis van feedback van lectoren, de student het project aanpassen en bijwerken tot het volstaat voor de betreffende gastlectoren-titularissen van dit vak.

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Ethic codes & entrepreneur.legal issues
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SP:Entrepreneurial spirit improving European welfare
Code: 30256
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 50
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): De Jonghe Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
Basiskennis van publiek-handels-burgerlijk en strafrecht die noodzakelijk is voor het beheer van een onderneming.
Focus op speciale vragen/situaties bij de organisatie van een sociale onderneming.
Kennis van de ontwikkeling van ethische waarden en diversiteit binnen de interculturele en inter professionele context.
Het ontwikkelen van ethische gerichtheid en sensitiviteit in welzijnsorganisaties.
Het vaardig worden in het oplossen van ethische conflicten en dilemma's.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.
  • OM318 Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt. Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem. Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / het cliëntsysteem leeft en werkt.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
Bewustmaking van het belang van de juridische kennis in een aantal domeinen en de studenten te ondersteunen in hun groei naar ethische veerkracht bij het bepalen en uitvoeren van de te nemen keuzes.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
De student dient de twee eerste programmajaren Bachelor in de Orthopedagogie met succes gevolgd te hebben (120 ECTS-punten)  en in het tweede jaar ortho minstens 12/20 gehaald hebben voor de stage.

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
Basiswetgeving van de participerende landen binnen het project Espiew
Europese en nationale wetgeving over mensen rechten en over mensen met een beperking.
Wetgeving rond administratie, toelatingen, verzekeringen, sociale zekerheid, belastingen.
Juridische vennootschapsvormen
Contractenrecht, arbeidsrecht
Strafrecht
Juridische bijstand en procedures

Historische visies over ethiek en waarden
Interculturele waarden en Ethiek in het Europese welzijnsbeleid
Ondernemingszin in sociaal werk
Ethische vragen en codes
Typische ethische vraagstellingen
Dilemma situaties en oplossingsmethoden

STUDIEMATERIAAL
Teksten van de gastlectoren
WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

50

 lesuren

  33,33

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

100

 klokuren

  66,67

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Binnen het deel recht zal er een schriftelijke opdracht zijn, een persoonlijke en een groepsopdracht in functie van een gerichte verrijking van de  PEM van elke student.

Binnen het deel Ethiek zal eveneens een schriftelijke opdracht gegeven worden rond een ethische conflictsituatie in een gegeven casus. Tevens voorbereiding en coaching van een 'octaviaanse discussie' met de groep studenten rond een ethisch thema.


tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
Indien de verslagen over de opdrachten niet volstaan volgens de titularissen van het opleidingsonderdeel zullen studenten deze moeten bijwerken in het begin van de volgende module.

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Entrepreneurs@work
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: SP:Entrepreneurial spirit improving European welfare
Code: 30259
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 9-10
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 0
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): De Jonghe Ingrid

beschrijving nog niet beschikbaar

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Project/11 & 12
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30024
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 11-12
Aantal studiepunten: 12
Wegingscoëfficient: 12
Totaal aantal contacturen: 75
Totaal studietijd: 312
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Jonghe Ingrid
Demesmaeker Greet
Desloovere Karen
Eraets Kristel
Hofman Bart
Moentjens Gwendy
Van Dingenen Gwen
Van Heden Anki
Vandersteene Tom
Verbeek Mieke
Verjans Joël


 

KORTE OMSCHRIJVING

In het opleidingsonderdeel 'Project' willen we op een ervaringsgerichte wijze een opleidings- en werkrelevant thema uitwerken.
Hierin verdiepen we thematisch, van probleemstelling tot oplossing, van theorie naar praktijk. Tegelijk verbreden we: integratief, opleidingsonderdelen overschrijdend.
Binnen het project werken een groep studenten gedurende een langere periode, in samenspraak met de begeleiding aan een opdracht. Op deze wijze verwerven ze kennis, vaardigheden en attitudes. In de projectgroep werken ze een oplossing uit voor het gestelde probleem/opdracht gebruikmakend van theoretische en praktische kennis, lerend aan, van en met elkaar.
Binnen het opleidingsonderdeel 'Project' heeft een integratie van competenties plaats. Project draagt in de feiten bij tot de ontwikkeling van alle competenties. Naar beoordeling toe kiezen we ervoor om een beperkt aantal competenties te meten. In de rubriek assessment zullen we dit verder concretiseren. We clusteren de competenties onder 'competentiegerichte leerdoelen' tot beoordeelbare/meetbare gehelen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
  • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geslaagd zijn voor het tweede programmajaar
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Denk- en redeneervaardigheid

  • Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties
  • analyseert praktijksituaties
  • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen

Informatie verwerven en verwerken

  • Doet aan communicatieve informatieverwerking.
  • Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.

Kritisch reflecteren

  • Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan
  • Hanteert kritische zelfreflectie als een beroepshouding
  • Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.

Wetenschappelijke toepassing

  • Refereert correct
  • Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken

Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling

  • Analyseert een voor hem / haar nieuwe (niet eerder behandeld) probleem
  • Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen
  • Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden

Leidinggeven

  • Neemt de leiding voor een vergadering
  • Handelt consequent volgens de beroepscode en wijst andere gedragingen af.

Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

  • Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer.
  • Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze
  • Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen

Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

  • Identificeert op basis van een kritische reflectie op het eigen functioneren
  • Formuleert leerpunten
  • Gaat op zoek naar wegen om de vastgestelde punten weg te werken
  • Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling

Internationale gerichtheid

  • Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen
  • Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen

Teamgericht werken

  • Heeft respect voor de inbreng van anderen.
  • Werkt op een coöpertieve manier samen, motiveert,s timuleert, enthosiasmeert, coacht binnen het team en in de ruime context van de organisatie
  • Getuigt van een groepsgerichte ingesteldheid
  • Hanteert elementaire sociaalagogische en communicatieve vaardigheden met alle betrokkenen binnen en buiten de organisatie
  • Neemt veratnwoordelijkheid op in / voor het team
  • Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een persoonlijke, constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen

Oplossingsgericht werken

  • Maakt een onderscheid tussen hoofdzaken, bijzaken, bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later
  • Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie
  • Analyseert een taak of een werkproces
  • Beschikt over verschillende methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren
  • Komt door vragen of verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en theoretische inzichten.

Handelingsplanner

  • Analyseert de hulpvraag van de cliënt / cliëntsysteem in zijn context
  • Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'.
  • Herformuleert agogische vragen
  • Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties

Organisator en ondersteuner m.b.t. wonen, leren en vrije tijd

  • Organiseert woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze.
  • Begeidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze.
  • Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden
  • Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen

Preventiewerker

  • Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen
  • Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschapeijke ontwikkelingen en beleidslijnen.
  • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen
  • Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening.
  • Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

Psychosociaal begeleider

  • Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen.
  • Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen.
  • Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

(Ped)agogisch begeleider

  • Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen.
  • Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

Ondersteuner en ontwikkelaar van netwerken

  • Ondersteunt en ontwikklet netwerken van de cliënt
  • Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem
  • Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / cliëntsysteem leeft en werkt.

LEERINHOUDEN
De leerinhouden zijn project-specifiek en die zin afhankelijk van de projectkeuze van de student.
STUDIEMATERIAAL
  • Teksten, literatuur in functie van het uit te werken project
  • projecthandleiding

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

2

 lesuren

  00,64

practicum en oefeningen:

40

 lesuren

  12,82

vormen van groepsleren:

28

 lesuren

  08,97

studietijd buiten contacturen:

237

 klokuren

  75,96

Verdere toelichting:
  • Projectvergaderingen
  • Werkvergaderingen
  • Intervisie 
  • Internationale studiereis

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Assessment:

 

Het assessment bestaat uit een gewogen cijfer gebaseerd op een beoordeling van verschillende aspecten door verschillende beoordelaars. De precieze berekening wordt verduidelijkt in de projectleidraad.

Een student kan pas slagen nadat hij/zij aan alle onderwijsactiviteiten (o.a. internationale studiereis) heeft deelgenomen.

Wat het project betreft moeten de afwezigheden verantwoord worden. Na twee ongewettigde afwezigheden is slagen voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode niet meer mogelijk en wordt de student naar de tweede examenperiode  verwezen.

 

Studenten die

o         hun deelname aan een project/projectgroep stop zetten of

o         waar in de feiten door onvoldoende aanwezigheid deze betekenis zal aan gegeven worden (fragmentarische aanwezigheid waardoor er niet de vereiste voldoende brede basis aanwezig is om te kunnen beoordelen) en/of

o         die om deze redenen zich niet met de projectgroep waarin ze waren toegewezen voor assessment aanbieden

worden uitgesloten voor een tweede examenperiode.


tijd voor examinering
uren
5

%
 
 01,60

Tweede examenperiode

Tweede examenperiode:

1.      Wanneer een individuele student van de projectgroep niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard en omvang van de individuele vervangende opdracht.

2.      Wanneer een projectgroep/team in zijn totaliteit of een deel van een projectgroep/team  niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard, omvang en  wijze waarop het project/projectonderdeel moet bijgestuurd worden.   

Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.    

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Maatsch. & metho. vraagstukken /11
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30167
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 11
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 28
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma: deel 1 of 2
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Clerck Cindy
De Jonghe Ingrid
Desloovere Karen
Hofman Bart
Van Heden Anki
Van Tongel Wim
Verbeek Mieke
Walravens Lieve


 

KORTE OMSCHRIJVING

In dit opleidingsonderdeel worden de basisconcepten van onderzoeksmethdologie aangereikt. Met de verworven inzichten in een onderzoekscyclus en veelgebruikte methoden en technieken in het praktijkgericht onderzoek, heb je voldoende bagage om in de eigen orthopedagogische realiteit als begeleider systematisch onderzoekend aan de slag te gaan, vanuit zelf ervaren vragen of door cliënten of medewerkers aangereikte problemen.

Deze verkenning van de wereld van het (praktijk)wetenschappelijk onderzoek geeft je de inzichten en vaardigheden om wetenschappelijk onderzoek, waarmee je kennismaakt via publicaties, studiedagen of workshops te kunnen verwerken. 

Naast een theoretische verkenning  in de hoorcolleges, ga je aan de slag  met een aantal wetenschappelijke publicaties in de werkcolleges. Daarnaast stap je mee in het "levenslang leren" door een actieve deelname  aan workshops, waarin theorie en praktijk verweven worden.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT-mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
  • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de (wetenschappelijke) literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Brengt een creatieve oplossing tot stand. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
  • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Doelstellingen vooropgesteld in hoor- en werkcolleges:

  • De student kan zelf op zoek gaan naar relevante theoretische kaders, door het inventariseren en selecteren van wetenschappelijke publicaties in het algemeen en wetenschappelijk onderzoek  meer specifiek  in functie van een bepaalde probleemstelling op micro- of mesoniveau.
  • De student kan deze wetenschappelijke literatuur zelfstandig analyseren en verwerken , de wetenschappelijke onderbouw hiervan kritisch bevragen, en op een gefundeerde manier vertalen naar de orthopedagogisch realiteit. 
  • Bij het verwerken van deze publicaties  heeft de student inzicht in de realiteit vanwaaruit het onderzoek werd opgestart, de probleem-en situatieanalyse, de operationalisering van een onderzoeksontwerp, de wijze van inventarisatie, verwerking en analyse van data, de interpretatie van onderzoeksgegevens. Op basis van deze verwerking is hij in staat de relevantie van de nieuwe inzichten af te wegen binnen de eigen orthopedagogische realiteit.
  • De student kan kritisch kijken naar het eigen onderzoeksmatig handelen en kan praktijkgericht onderzoek kritisch benaderen.
  • De student kan inzichten uit wetenschappelijk onderzoek, verbonden met een probleemstelling binnen het werkveld, toegankelijk maken voor derden (cliënten, collega's)
  • De student kan zelfstandig een aanzet geven tot het ontwerpen en uitvoeren van een eenvoudig onderzoek, vertrekkend van een probleemstelling in het werkveld. Op basis van dit onderzoek kan hij genuanceerde conclusies trekken en vertalen naar de praktijk.
  • De student kan op een professionele manier meewerken aan een praktijkonderzoek binnen het orthopedagogische werkveld, heeft inzicht in de ethische en organisatorische consequenties van zo'n onderzoek en kan adviezen formuleren mbt de uitvoering van het onderzoek, rekening houdend met cliënt en organisatie. 
     

Doelstellingen, vooropgesteld in de workshops:

  • De student kan zich verdiepen, zowel individueel als in groep in een nieuw aangereikt thema.
  • De student staat open voor het oefenen van vaardigheden  en het vaardig worden ten aanzien van specifieke competenties die  bruikbaar zijn binnen de aanpak of begeleiding, zoals aan bod komt binnen die specifieke themata.
  • De student kan vanuit denkkaders en reële situaties van cliënten komen tot het formuleren van aangrijpingspunten in begeleiding en behandeling  alsook het formuleren van aandachtspunten voor de gespecialiseerde opvoeder- begeleider

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
Zie opleidingsonderdelen: Specifieke opvoeden en Begeleiden deel 1 en 2, Inspirerende Denkkaders, Orthopedagogisch handelen, Orthopedagogisch handelen en Teamwerk,  De mens in zijn omgeving, Begeleiden in een socio-culturele context.

LEERINHOUDEN

ALGEMENE LEERINHOUD VAN HOOR- EN WERKCOLLEGE:
Aan de hand van verschillende actuele onderzoeksrapporten wordt  in dit opleidingsonderdeel  maatschappelijke en methodologische kaders verkend vanuit hun wetenschappelijkheid en vertaald naar de praktijk van de GOB.

In het HOORCOLLEGE  wordt aan de hand van een aantal onderzoeksrapporten en wetenschappelijke publicaties het onderzoeksproces  uiteengezet met aandacht voor veelgebruikte begrippen. De verschillende onderzoeksfasen worden achtereenvolgens verkend:

  • voorafgaand: wetenschapstheoretische inzichten
  • aanleiding van een onderzoek,
  • een kritische probleem- en situatieanalyse ,
  •  van probleemforumering tot concpetueel model
  • operationalisering van een onderzoek
  • dataverzameling en -verwerking
  • interpretatie van onderzoeksresultaten en vertalen van conclusies naar de pedagogische realiteit
  • kritische beoordeling van de methodologie van een onderzoek aan de hand van kwaliteitscriteria 

Op deze manier worden de nodige inzichten verworven om wetenschappelijke publicaties kritisch te hanteren in de eigen professionele werkomgeving. Het doorlopen van het traject biedt ook een basis om zelf mee te werken aan praktijkgericht onderzoek. Bij de bespreking van dit wetenschappelijk onderzoekskader wordt stilgestaan bij de mogelijkheden om met dit kader zelf eenvoudig onderzoek te ontwerpen en uit te voeren, vanuit een eigen probleemstelling.

De WERKCOLLEGES  bieden een verdieping aan de hoorcolleges en bespreken  wetenschappelijke artikels waarin de  concepten en begrippen vanuit de hoorcolleges worden vertaald. Bij de bespreking  wordt vervolgens rekening gehouden met de discussie over de relevantie en toepasbaarheid van  onderzoekgegevens in de dagelijkse praktijk enerzijds en het rapporteren over wetenschappelijk onderzoek anderzijds.
De wetenschappelijke artikels betreffen actueel wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in vaktijdschriften binnen het orthopedagogisch kennisdomein en toepasbaar op het orthopedagogisch werkveld. 
 

  OEFENGROEPEN (WORKSHOPS): De student schrijft zich in voor twee thema's. De aangeboden themata betreffen steeds actuele onderwerpen, waarrond er een maatschappelijke discussie bestaat. In deze workshops wordt op een interactieve manier gewerkt rond de mogelijke aanpak binnen een orthopedagogische setting, vertaald in methodieken, gebruik van specifiek materiaal, handvaten in relatieopbouw, werkprocessen. Er wordt veel aandacht gegeven aan de concrete vertaling naar de praktijk door het werken met casussen, getuigenissen, rollenspelen, ... voor studenten die zich verder willen verdiepen in dit thema wordt literatuur, en andere leerwegen aangeboden (via bb).

Elk thema wordt aangeboden gedurende 6 lesuren  gespreid over 2  lesweken. Regelmatige en actieve deelname  aan de workshops is verplicht.

 


STUDIEMATERIAAL
  • Syllabus ' maatschappelijke en methodologische vraagstukken'. Teksten voor de werkcolleges zitten hier als bijlage bij.
  • achtergrondinformatie op blackboard
  • Voor de workshops wordt materiaal uitgedeeld tijdens de oefengroepen en/of ter beschikking gesteld via de blackboardcursus.

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

14

 lesuren

  13,46

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  11,54

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

76

 klokuren

  73,08

Verdere toelichting:
    • Hoorcollege  1 u / week.
    • Werkcollege 1 u/week
    • Leesopdrachten ter voorbereiding van  hoor- en werkcolleges enerzijds en het assessment anderzijds.
    • Opdrachten (zie evaluatie) aan de hand waarvan de nieuwe concepten kritisch verwerkt kunnen worden.  De uitwerking van deze opdrachten wordt ondersteund via het discussieforum. Voor de opdracht van het hoorcollege is er ook individuele ondersteuning mogelijk (zie opdracht). 
    • Tijdens oefengroepen/workshops: casusgericht werken, oefeningen, bespreken van gevalsstudies, film- en video-opnamen, groepsgesprekken en discussies, bepsreken van stage-ervaringen, zelfstudie (werkvorm, afhankelijk van het behandelde thema).
    • Zelfstandig bronnen raadplegen en verwerken mbt themata in het kader van levenslang en levensbreed leren.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Schriftelijk examen (op 12 punten) over de leerinhouden van het hoorcollege en werkcollege

 

  • Opdracht 1: 'wetenschappelijke onderzoekspublicaties kritisch lezen, interpreteren en rapporteren met de invloed op het professioneel handelen van een gespecialiseerd opvoeder-begeleider':
    • Elke student maakt samen met één medestudent een onderzoeksfiche: dit is een kritische zelfstudie van een wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in een tijdschriftartikel. Het bestudeerd onderzoek sluit inhoudelijk aan bij het thema van de projectgroep (zie opleidingsonderdeel 'Project') of sluit aan bij een eigen beslangstellingsthema (zie studenten met een individueel traject). Deze onderzoeksfiches worden binnen één WC aan medestudenten voorgesteld in de vorm van deskundige projectpannels. 
    • De volledig uitgewerkte fiche (met weging op grond van de uitwisseling en op grond van mondeling en schriftelijk taalgebruik): 5 punten

 

  • Opdracht 2: 'Het interpreteren van het eigen project aan de hand van de uit de cursus gedistilleerde denkkaders in functie van het onderzoekend handelen van een gespecialiseerd opvoeder-begeleider': 3 punten.
    • Deze opdracht wordt ingeleverd en bevraagd tijdens het examen.

 

  • Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.
  • Oefengroepen (workshops): verplichte aanwezigheid en actieve deelname

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,92

Tweede examenperiode
  • Schriftelijk examen  (op 12 punten) over de leerinhouden van het hoorcollege en werkcollege.
  • Individuele opdracht 1:
    • Elke student maak een nieuwe onderzoeksfiche: dit is een kritische zelfstudie van een wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in een tijdschriftartikel. Het bestudeerd onderzoek sluit inhoudelijk aan bij het thema van de projectgroep of sluiten aan bij een eigen beslangstellingsthema.
    • De fiche (met weging op grond van schriftelijke taal): 5 punten
  • Individuele opdracht 2
    • uitwerken van een praktijkgericht onderzoeksontwerp vanuit de eigen praktijkervaring: 3 punten
    • wordt individueel ingeleverd en bevraagd op het examen.  

 

  • Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.
  • Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.

 

 

 

3 Orthopedagogie - 3SPIE - Onderdelen - Stage/stage - supervisie/11 & 12
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30260
Academiejaar: 2010-2011
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: Module 11-12
Aantal studiepunten: 15
Wegingscoëfficient: 15
Totaal aantal contacturen: 0
Totaal studietijd: 390
Deeltijds programma: deel 1
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: niet mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Jonghe Ingrid

beschrijving nog niet beschikbaar